Hoe Eric op God leerde vertrouwen
Deze jongvolwassene uit Ghana weet dat je altijd op je hemelse Vader kunt vertrouwen, zelfs als het leven hopeloos lijkt.
Toen Eric Ayala (21) drie jaar was, werden zijn moeder en hij bij een bezoek aan een straatmarkt geraakt door een auto waarvan de bestuurder de controle over het stuur kwijt was.
‘Hij raakte eerst mijn moeder en brak haar been’, zegt Eric. ‘Daarna werd ik een heel eind meegesleurd totdat mijn lichaam in de goot rolde. Ik werd dood verklaard en naar het lijkenhuis gebracht. De lijkbezorger ontdekte bij het afleggen van mijn lichaam dat ik nog leefde. Ik werd met spoed naar een ziekenhuis gebracht.’
Eric bleek aan beide benen verlamd te zijn, wat hem bij het opgroeien de ene na de andere moeilijkheid opleverde. Uiteindelijk kreeg hij beugels voor zijn benen waarmee hij overeind kon staan, maar toen hij daar uitgegroeid was, was er geen geld voor nieuwe. Hij kreeg een kleine rolstoel, maar ontgroeide die ook. Zijn benen verschrompelden, sidderden soms, en zijn voeten raakten misvormd.
In Ghana worden mensen met een handicap vaak als een last gezien. Erics ouders hadden weinig geld, niet genoeg voor een medische behandeling. Toen Eric een jaar of tien was, kreeg hij door gebrek aan beweging en het vele zitten op hout en beton last van drukzweren. De zweren etterden voortdurend en stonken verschrikkelijk.
Daarom woonde Eric buiten, op een bank in een open schuur. Zijn moeder, Lucy, en zijn zussen brachten hem eten, wasten zijn kleren en hielpen hem met wassen. Eric raakte vaak doorweekt van de regen en rilde ’s nachts van de kou. Hij leerde van de ochtendzon houden omdat die warmte bracht. Omdat hij te arm was om naar school te gaan en niet in staat was om te werken, bracht hij jaren in die schuur door. Hij waagde zich slechts af en toe in zijn rolstoel de buurt in.
Het begin van geloof
In plaats van wrok te koesteren ‘begon ik in God te geloven en Hem lief te hebben’, zegt Eric. ‘Niemand vertelde mij iets over Hem, maar ik kon zijn scheppingen zien, en ik zag de goede en slechte kanten van mensen. Als het leven moeilijk is, kan het moeilijk zijn om in Hem te geloven. Maar dan zag ik iets goeds op mijn pad komen, en zei ik: “Zie je wel, God is er, en het is fantastisch.”’
Eric had nooit echt leren bidden, maar hij begon God aan te roepen. Hij kreeg antwoord – toen hij ziek was kreeg hij een onverwachte kans om een dokter te raadplegen; toen hij eens om verlichting van zijn zweren vroeg, gingen ze weg; toen hij zijn kleine rolstoel ontgroeid was, bracht een vriendelijke vreemdeling hem een grotere. ‘God heeft veel goeds voor mij gedaan’, zegt hij.
Maar soms raakte Eric toch nog ontmoedigd. Hij huilde wel eens als hij pijn en honger had. ‘Ik besloot dat gelukkig worden mijn eigen verantwoordelijkheid was’, herinnert hij zich. ‘Ik dwong mezelf om te glimlachen. Ik was bang om de verkeerde kant op te gaan als ik dat niet deed.’ Hij zag bijvoorbeeld dat vrienden alcohol en drugs gebruikten, en ‘ik voelde in mijn hart dat het verkeerd was.’
En toen kon Eric wonderbaarlijk genoeg op veertienjarige leeftijd naar school gaan. Zijn moeder had door voor andere mensen te koken genoeg geld bij elkaar geschraapt om een uniform, boeken en schoolgeld voor hem te bekostigen. Op school ‘kon ik niet naar buiten om met de anderen lichamelijke oefening te doen, dus bleef ik binnen en leerde ik de hele tijd’, legt hij uit. Hij verbaasde het hoofd van de school door hoge cijfers in rekenen, lezen en schrijven te halen.
Een non in het ziekenhuis gaf Eric een nieuwe driewieler die hij met zijn handen kon voortbewegen. Dat vergemakkelijkte het naar school gaan. Maar bij het heen en weer fietsen, gingen zijn zweren weer open. De infectie kwam terug, en daarmee de stank van zijn open wonden ook. Andere leerlingen klaagden over de vliegen die constant om Eric heenvlogen. Hij was 17 jaar toen het hoofd van de school zei dat hij thuis moest blijven tot hij beter was.
Erics vader had een piepklein boerderijtje op het platteland. Hij had de rest van het gezin meegenomen om op de boerderij te werken, maar Eric bleef alleen in zijn schuur achter. Zijn zweren werden hele grote wonden en de infectie bereikte zijn botten, waardoor hij een levensbedreigende beenmergontsteking kreeg.
Gesprek met een obruni
Toen Eric 18 was, zag hij zijn vriend Emmanuel Ofosu-hene Engels spreken met een obruni (blanke man). De obruni was een mormoonse zendeling, ouderling Old. ‘Ik sprak alleen maar Twi, maar Emmanuel trad als tolk voor me op: “Ik ben zo ziek dat ik denk dat ik doodga. Kunt u me vertellen wat ik moet doen om naar de hemel te gaan?”
‘Ouderling Old en zijn Afrikaanse collega onderwezen me. Om de een of andere reden begonnen ze met het woord van wijsheid. Ik wist dat wat ze zeiden waar was, want ik wist al dat koffie en tabak slecht zijn.’ Ze gaven Eric ook een brochure over het herstelde evangelie van Jezus Christus en nodigden hem uit om een kerkdienst bij te wonen.
‘Toen ik erheen ging, zag ik dat deze kerk anders was’, zegt hij. ‘Er was eerbied.’ Ook al duurde het een uur voordat Eric zich met zijn rolstoel naar de kerk geduwd had, hij genoot van de bijeenkomsten. ‘Ik wilde vooraan zitten en onder de mensen zijn’, zegt hij. ‘Maar ik bleef achterin zitten omdat ik wist dat ik stonk.’
Eric zei tegen de zendelingen: ‘Wat ik leer, is waar.’ Hij zei ook dat hij zich wilde laten dopen, maar dat de artsen hem hadden gewaarschuwd om zijn wonden droog te houden. ‘Ik vertrouw op God voor een oplossing’, zei hij. Hij ging ongeveer een jaar lang naar de kerk, maar werd toen te ziek en zwak om er zelf heen te gaan.
Erics moeder, Lucy, volgde de zendelingenlessen en liet zich in 2015 dopen. Maar omdat haar gebroken been nooit goed gespalkt was, deed het pijn om te voet naar de kerk te gaan. En dus was het moeilijk om de bijeenkomsten bij te wonen.
Eric werd uiteindelijk weer in het ziekenhuis opgenomen. In Ghana moeten patiënten in hun eigen water, voedsel, bedlinnen, medicijnen en verband voorzien. Als ze geen geld hebben, worden ze niet behandeld. Erics moeder en zussen deden hun uiterste best. Omdat Eric slechts af en toe voedsel en medische zorg kreeg, werd hij zwakker.
Een onverwacht bezoek
Maar toen kreeg Eric onverwachte bezoekers. Twee zendelingen, de zusters Peprah en Nafuna, hadden in de kerk zijn foto zien hangen en bezochten hem in het ziekenhuis. Ze namen eten mee. Hij was een jaar lang niet naar de kerk geweest, maar hij vertelde ze dat hij nog steeds gedoopt wilde worden.
Enkele dagen later kwam Erics zus op bezoek en trof hem ernstig ziek aan. Ze rende naar huis en vertelde het aan haar moeder. Hoewel haar moeder bij het ongeluk met Eric permanente schade aan haar been had opgelopen, liep ze naar het ziekenhuis, haar gezicht bij elke stap vertrekkend van de pijn. ‘Je moet thuiskomen’, zei ze tegen Eric. ‘Als je doodgaat, wil ik je tenminste dichtbij hebben.’
De volgende ochtend kwamen de zendelingzusters langs. ‘Je was niet in het ziekenhuis,’ zei zuster Peprah, ‘dus kwamen we hier langs.’ Ze hadden ouderling en zuster Wood meegenomen, een zendingsechtpaar uit Nieuw-Zeeland. Die gingen na wat de behoeften waren en beloofden terug te komen.
Enkele dagen later nam Erics vader het gezin weer mee naar de boerderij – behalve Eric, die weer alleen en van voedsel en water verstoken was. Toen ouderling en zuster Wood terugkeerden en Eric alleen en hongerig aantroffen, brachten ze hem voedsel en water. De volgende kwamen ze terug, en merkten dat er vloeistof langs zijn been liep, waarop ze een grote open zweer op zijn dijbeen ontdekten. Ze namen Eric meteen mee terug naar het ziekenhuis.
Ouderling en zuster Wood hoorden dat er een Amerikaans medisch humanitair team naar Ghana zou komen. Het team zou Eric kosteloos opereren. De chirurg behandelde de zweer op Erics been. Maar toen hij zag hoe ernstig Erics wonden waren, en dat hij een beenmergontsteking had, besloot hij dat hij niet alle benodigde operaties in Ghana kon uitvoeren. Op zijn aanbeveling liet de humanitaire-hulporganisatie Eric uiteindelijk naar de Verenigde Staten gaan voor nadere behandeling en om zijn wonden permanent te dichten. Bovendien vonden ze een plek voor Eric in een opvangcentrum in het Ghanese Winneba, geleid door kerkleden, waar hij na zijn terugkeer kon wonen, naar school gaan en zijn opleiding afmaken.
De Heer voorzag in een oplossing
Ouderling Wood, die van beroep werktuigkundige was, verbouwde Erics met de hand bediende driewieler. Hij deed dat ook met zijn rolstoel. En hij raadpleegde president Cosgrave van het zendingsgebied Kumasi (Ghana), die arts was. Zij waren van mening dat Eric zich kon laten dopen als ze maar de juiste voorzorgsmaatregelen namen.
‘Ouderling Wood wikkelde mijn lichaam in plastic en wond er plakband omheen’, legt Eric uit. ‘Toen tilde hij me in een vont. Aan het water in de doopvont had men ontsmettingsmiddel toegevoegd. Ik ben op 26 juni 2016 gedoopt.’ Eric had zich op de Heer verlaten, en de Heer had in een oplossing voorzien.
Momenteel studeert Eric computertechniek. Maar hij vindt ook dat hij door muziek een goede invloed op anderen kan hebben – hij rapt graag in Twi. In zijn ritmische boodschap vertelt hij hoe God hem redde. In een van zijn lievelingsteksten staat de opdracht ‘vertrouw op God en leef’ (zie Alma 37:47). En hij zegt nog steeds: ‘Ik zie in alles de hand van God.’
Daar voegt hij aan toe: ‘Ik wil niet dat ook maar iemand denkt dat hij net zo door onze hemelse Vader gezegend zal worden als ik gezegend ben. Maar Hij zal de mensen zegenen die op Hem vertrouwen. Als je het ergens moeilijk mee hebt, bid dan en vertrouw op God.’