Acht waarheden uit het eerste visioen
Illustraties, Christopher Wormell
Op een heldere lentemorgen, tweehonderd jaar geleden, verschenen God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, in een afgelegen bos op het platteland in de staat New York aan de jonge Joseph Smith. Deze wonderbaarlijke gebeurtenis maakte een einde aan eeuwen van onzekerheid en speculatie over de aard van God, de noodzaak van voortdurende openbaring en andere eeuwige waarheden die door geestelijke duisternis lang vergeten of vertroebeld waren.
President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium, noemde het eerste visioen ‘mogelijk […] de opmerkelijkste gebeurtenis […] die sinds de opstanding op aarde is geschied.’ Hij noemde acht waarheden die dankzij deze gedenkwaardige gebeurtenis op aarde zijn hersteld.1 Denk, nu we de tweehonderdste verjaardag van het eerste visioen vieren, aan deze waarheden en de vele getuigenissen van hedendaagse profeten die niet alleen van het eerste visioen getuigen, maar ook van de waarheden die het onthult.
1. God onze Vader is een persoon, en mannen en vrouwen zijn naar zijn beeld geschapen.
‘In die tijd [van het eerste visioen], hoe kort of lang die ook geduurd mag hebben, kwam Joseph Smith meer te weten over de aard van God dan alle geleerde theologen bij elkaar te weten waren gekomen.’ – President Gordon B. Hinckley (1910–2008)2
‘God, onze Vader, heeft oren om onze gebeden te horen. Hij heeft ogen om onze daden te zien. Hij heeft een mond om tot ons te spreken. Hij heeft een hart om mee te voelen en liefde te ervaren. Hij bestaat echt. Hij leeft. Wij zijn zijn kinderen, en wij zijn naar zijn beeld geschapen.’ – President Thomas S. Monson (1927–2018)3
2. Jezus is een persoon, onderscheiden van de Vader.
‘In zijn eerste visioen zag Joseph Smith twee afzonderlijke Personen, twee Wezens. Daarmee weerlegde hij de toen gangbare opvattingen over God en de Godheid.
‘In tegenstelling tot de zienswijze dat God een onvatbaar en onkenbaar mysterie is, is de waarheid dat we het wezen van God en onze relatie tot Hem kunnen weten en dat dit de sleutel tot al het overige in onze leer is.’ – President Dallin H. Oaks, eerste raadgever in het Eerste Presidium4
3. De Vader heeft verklaard dat Jezus Christus zijn Zoon is.
‘Wij getuigen, als zijn naar behoren geordende apostelen, dat Jezus de levende Christus is, de onsterfelijke Zoon van God. Hij is de grote Koning Immanuel, die Zich nu aan de rechterhand van zijn Vader bevindt. Hij is het licht, het leven en de hoop van de wereld. Zijn weg is het pad dat leidt tot geluk in dit leven en tot het eeuwige leven in de wereld hierna.’ – ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’5
4. Jezus is de bode van openbaring, zoals ons dat in de Bijbel wordt geleerd.
‘Alle openbaringen sinds de zondeval zijn bij monde van Jezus Christus, de Jehova van het Oude Testament, tot ons gekomen. […] De Vader [Elohim] heeft Zich sinds de zondeval nooit rechtstreeks en persoonlijk met de mens ingelaten. Hij is alleen verschenen om zijn Zoon aan te kondigen en van Hem te getuigen.’ – President Joseph Fielding Smith (1876–1972)6
5. De belofte van Jakobus, om God om wijsheid te vragen, werd vervuld.
‘De profeet Joseph Smith heeft ons voor het beantwoorden van vragen een bruikbaar patroon gegeven. Joseph vond de belofte van Jakobus dat we het God mogen vragen als we in wijsheid tekortschieten heel aantrekkelijk en hij ging regelrecht naar onze hemelse Vader met zijn vraag. […]
‘Wat zal uw zoektocht op gelijke wijze voor u openen? In welke wijsheid schiet u tekort? Wat wilt u dringend weten of begrijpen? Volg het voorbeeld van de profeet Joseph Smith. Ga naar een rustige plek die regelmatig toegankelijk is. Verootmoedig u voor God. Stort uw hart bij uw hemelse Vader uit. Wend u tot Hem voor een antwoord en voor troost.’ – President Russell M. Nelson7
6. Joseph kwam te weten dat er een echt wezen uit een niet-zichtbare wereld bestaat, dat probeerde hem te vernietigen.
‘Satan, Lucifer of de vader der leugen – hoe we hem ook noemen – bestaat echt, en is het kwaad in eigen persoon. Zijn motieven zijn zonder uitzondering kwaadaardig. Hij stoort zich uitermate aan de verschijning van verlossend licht, aan elke gedachte van waarheid. […] Hij keert zich eeuwigdurend tegen de liefde van God, de verzoening van Jezus Christus en het werk van vrede en heil. Hij zal er altijd tegen vechten, waar en wanneer hij maar kan.’ – Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen8
7. Er was een afval van de kerk die door Jezus Christus was gesticht. Joseph kreeg te horen dat hij zich bij geen enkele sekte mocht aansluiten, want zij onderwezen de leer van mensen.
‘De afval, of het afdwalen van de oorspronkelijke, door de Heer georganiseerde kerk, [was] geprofeteerd door degenen die aanvankelijk bij de vestiging van de kerk hadden geholpen. Paulus schreef aan de christenen in Thessaloniki, die reikhalzend naar de wederkomst van de Heiland uitkeken: “die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is” (2 Thessalonicenzen 2:3).’ – President M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen9
8. Joseph Smith werd een getuige van God en zijn Zoon, Jezus Christus.
‘Het getuigenis van Joseph Smith luidt dat [Jezus] leeft, want hij zag Hem, “ja, aan de rechterhand van God; en [hij hoorde] de stem getuigen dat Hij de Eniggeborene van de Vader is” (LV 76:23; zie ook vers 22). Ik roep allen die deze boodschap horen of lezen op om datzelfde getuigenis van de goddelijke aard, de verzoening en opstanding van Jezus Christus door gebed en Schriftstudie te verkrijgen.’ – Ouderling D. Todd Christofferson10