Ik moest een schip bouwen
Wat Nephi meemaakte heeft mij geholpen om mijn problemen het hoofd te bieden.
Toen ik mijn ouders vertelde dat ik op zending wilde gaan, waren ze niet bepaald blij. Mijn oudere broer, Ivan, en ik waren de enige leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in onze familie. Ik had me bij de kerk aangesloten toen ik 18 was, en nu, een jaar later, had ik besloten om een voltijdzending te vervullen. Hoewel mijn ouders er uiteindelijk mee instemden om me te laten gaan, zei mijn vader dat hij mijn studies misschien niet meer zou kunnen betalen als ik weer thuis was.
Maar ik wist dat de Heer mij zou helpen als ik op zending ging.
Tijdens mijn zending was ik dolblij als ik zag dat mensen het evangelie van Jezus Christus aanvaardden en vooruitgang naar het eeuwig heil maakten. Toen ik thuiskwam, nam ik mijn studie weer op. Maar al gauw zei mijn vader inderdaad: ‘Ik kan je studie niet meer betalen.’
Hoe is dat mogelijk? dacht ik. Ik ben op zending geweest, ik heb gedaan wat de Heer van mij verlangde. Waarom overkomt mij dit?
Studeren en werken
Toen herinnerde ik mij iets wat ik in het Boek van Mormon had gelezen. Nephi, die alle geboden had onderhouden, kreeg het bevel een schip te bouwen, iets wat hij nog nooit had gedaan (zie 1 Nephi 17:8, 49–51). Ik had het gevoel dat ik een ‘schip’ moest bouwen. Ik had een groot probleem dat ik niet kon oplossen, dus bad ik om inspiratie.
Kort daarna praatte ik met mijn broer. ‘Juan Pablo, ik heb gehoord dat papa je studie niet meer kan betalen’, zei Ivan.
‘Dat klopt’, zei ik. ‘Ik denk dat dit het einde voor mij is!’
Wat Ivan toen zei, was eenvoudig, maar gaf mij weer moed. ‘Je weet toch dat je tegelijk kunt studeren en werken?’ zei hij. ‘Zo kun je zelf je studie betalen.’ Ik had me nooit gerealiseerd dat dit kon! Al gauw vond ik een parttime baan die me in staat stelde om verder te studeren.
Ik dacht weer aan Nephi en zijn schip: ‘Nu vervaardigde ik, Nephi, […] het schip [niet] op de wijze van de mensen; maar ik bouwde het op de wijze die de Heer mij had getoond’ (1 Nephi 18:2).
Als ik naar mezelf had geluisterd, had ik mijn opleiding opgegeven. Maar door de woorden van mijn broer inspireerde de Heer mij om verder te studeren. Soms beschouwen we beproevingen als een bewijs dat de Heer ons niet zegent. Maar ik kan nu duidelijk zien hoe Hij mij gezegend heeft met een kans om me te ontwikkelen en te groeien.
Geef het niet op!
Tijdens mijn studie ben ik ook getrouwd. Maar toen ik bijna klaar was met studeren, besefte ik dat ik niet gelukkig was met mijn studiekeuze. Ik wilde het opgeven. Maar mijn vrouw zei: ‘Je mag niet stoppen. Je weet niet wat de Heer voor je in petto heeft, dus je moet het afmaken.’
En weer dacht ik aan Nephi. Ondanks het feit dat hij door zijn oudere broers zo slecht behandeld werd, gaf hij niet op. In plaats daarvan keek Nephi naar God en prees Hem. ‘Ik morde niet tegen de Heer wegens mijn ellende’, zei hij. Uiteindelijk werden zijn touwen losgemaakt, en ‘het geschiedde dat ik, Nephi, het schip stuurde, zodat wij wederom in de richting van het beloofde land voeren.
‘En het geschiedde, nadat wij vele dagen hadden gevaren, dat wij het beloofde land bereikten’ (1 Nephi 18:16, 22–23).
Ik luisterde naar de raad van mijn vrouw en haalde mijn diploma. Maar ik kreeg een baan in een ander vakgebied.
Een paar jaar later had ik sterk de indruk dat ik mijn opleiding moest voortzetten, en dat ik aan een masteropleiding moest beginnen. Toen ik mij ging inschrijven, kreeg ik meteen de vraag of ik een bachelordiploma had. Op dat moment dacht ik opeens aan de woorden van mijn vrouw: ‘Je weet niet wat de Heer voor je in petto heeft, dus je moet het afmaken.’ Als ik mijn bacheloropleiding niet had afgewerkt, had ik geen masterdiploma kunnen halen.
Profeten leiden ons
Elke keer als ik in het Boek van Mormon lees, vraag ik me af: Wat wil deze profeet, die duizenden jaren geleden leefde, dat ik weet en in mijn leven en in het leven van mijn familie toepas? Nephi heeft me bijvoorbeeld geleerd dat we voorbereid moeten zijn wanneer de Heer ons roept, dat we Hem moeten vertrouwen en Hem trouw dienen.
Ik weet zonder enige twijfel dat als de Heer je roept, Hij de weg zal bereiden, net zoals Hij dat voor Nephi deed (zie 1 Nephi 3:7).