2020
Een bolderkarretje vol brood
Juli 2020


Een bolderkarretje vol brood

De auteur woont in Vermont (VS).

‘Wanneer u in dienst van uw medemensen bent, [bent] u louter in dienst van uw God’ (Mosiah 2:17).

The Little Bread Wagon

Sammy opende zijn ogen en gaapte. Hij rook iets heel lekkers.

Mmmm, papa bakt brood! dacht Sammy.

Op zaterdag bakte papa altijd brood voor het gezin. Sammy keek graag hoe hij de knapperige bruine broden uit de oven haalde. Hij kreeg van papa altijd de eerste boterham.

Maar het is vandaag geen zaterdag, dacht Sammy. Waarom bakt papa brood?

Sammy klom uit bed en liep naar de keuken. Hij vroeg papa wat er aan de hand was.

‘Weet je nog wat onze bisschop heeft gevraagd?’ vroeg papa.

Sammy knikte. ‘Hij vroeg ons om mensen te helpen. En ik hielp zuster Martin met haar tassen op de trap, weet je nog?’

‘Dat heb je goed gedaan’, zei papa. ‘Ik heb gebeden om te weten hoe ik kon helpen. Ik kreeg het idee om brood te bakken om uit te delen.’

Sammy keek door het raampje van de oven. Hij telde de broden.

‘Eén, twee, drie, vier. Aan wie ga je het brood geven?’

‘Daar heb ik jouw hulp bij nodig’, zei papa. ‘Een brood is voor zuster Martin. Deze twee zijn voor de familie Miller. Maar aan wie zullen we het vierde brood geven?’

Daar dacht Sammy over na.

‘Misschien aan meneer Lee?’ vroeg Sammy. Meneer Lee woonde bij hen in het flatgebouw. Hij kwam niet veel buiten de deur. Hij keek meestal naar de mensen vanuit zijn raam.

‘Dat is een geweldig idee’, zei papa.

Toen het brood klaar was, hielp Sammy papa met het inpakken. Toen pakte hij zijn bolderkar. Ze legden de broden erin.

‘De broodkar is klaar om te gaan!’ zei Sammy.

Papa hielp Sammy de kar te trekken. Sammy voelde zich warm van binnen, net als het brood dat ze gingen uitdelen!