Ik voelde me misleid over de kerk
Waarom ik wegging. En waarom ik terugkwam.
Een aantal jaar geleden volgde ik op sociale media een gesprek tussen twee van mijn voormalige zendingscollega’s. Ik respecteerde beide mannen en hield van ze.
Ze bespraken hun vragen over de kerk en haar leer. Het werd al snel duidelijk dat ze allebei de kerk hadden verlaten. Hierdoor werd ik geschokt en raakte ik in de war. Sommige dingen die ze bespraken waren compleet nieuw voor me. Ik vond dat ik moest weten of ze waar waren. Daarom ging ik de argumenten bestuderen van mensen die moeite hadden met de kerk.
In de twee jaar daarna begon ik door wat ik las te twijfelen aan alles over de kerk. Sommigen die dit doormaken worden verdrietig. Ze rouwen om het verlies van hun geloof. Ik werd er juist boos van. Ik vond dat de kerk me had misleid. Ik wist niet wat waar was en wie ik kon vertrouwen.
Ik vond het moeilijk om nog naar de kerk te gaan. Ik vroeg om van mijn roeping te worden ontheven. De relatie met mijn vrouw, Cheri, en met mijn gezin was gespannen. Ik ging nog wel naar de kerk, maar dat was voor de vorm, en om mijn gezin bij elkaar te houden. Mijn leven was een knoeiboel. Ik kon de Geest niet meer voelen en ik twijfelde of ik de Heilige Geest ooit echt had gevoeld.
Toen mijn oudste kind, Kayson, op zending ging, wierp ik een donkere schaduw over iets wat een blije gebeurtenis had moeten zijn. Na twee jaar wisten de meesten van mijn familieleden wat ik doormaakte. Toen ze met zijn allen met Kayson naar de tempel gingen voor zijn eerste keer, was ik er niet bij.
Ik voelde me de hele tijd erg eenzaam.
Steun van alle kanten
Op een dag kwamen mijn broers samen om met me te praten over wat ik doormaakte. Ik weet niet meer wat ze zeiden, maar ik wist dat ze het uit liefde deden. Tijdens het gesprek realiseerde ik me wat ik miste. Dit werd de katalysator voor verandering. Ik had Kayson zelf tot ouderling moeten ordenen. Ik had hem zelf moeten begeleiden door de tempel. Ik had hem zelf een vaderlijke zegen moeten geven voor zijn vertrek. Bij deze enorm belangrijke gebeurtenissen had ik er voor hem moeten zijn, niet iemand anders. Ik weet nog dat ik me afvroeg: Waar ben ik mee bezig?
Kort daarna had een goede vriend de ingeving om me voor te stellen aan een lid van zijn ringpresidium. Deze vriendelijke man luisterde aandachtig naar mijn verhaal en leek te weten wat ik ging zeggen voordat ik het zei. We praatten urenlang. Mijn verhaal, mijn vragen en de logica waaraan ik was blootgesteld leken sterk op wat anderen hem hadden verteld. Ik realiseerde me dat er redelijke antwoorden bestonden voor veel van mijn bezwaren en dat veel van mijn vragen, die wel oprecht waren, waren ingegeven door mensen die het geloof wilden beschadigen.
Werden al mijn vragen en bezwaren meteen opgelost? Nee, natuurlijk niet. Maar mijn hart werd genoeg verzacht om een belangrijke waarheid te kunnen begrijpen: vragen zijn goed, maar sommige vragen zijn belangrijker dan andere.1 Waren een paar onbeantwoorde vragen het waard om mijn gezin en mijn status voor God te verliezen? Toen ik me richtte op de vragen die het belangrijkst waren, en God weer de eerste plaats in mijn hart gaf, begon ik antwoorden te vinden die me geruststelden dat ik weer op de goede weg was.
Mijn ringpresident en bisschop namen ook contact met me op. Ze hebben mij en Cheri geweldig geholpen in moeilijke tijden. Ze gaven niet op. Ook mijn familie, aan beide kanten van de sluier, was een grote hulp. Ik weet dat onze hemelse Vader ons kent en liefheeft. Hij zet mensen op ons pad wanneer we ze nodig hebben. We moeten alleen hun hulp willen accepteren.
Wat te doen als dit u treft?
Ik weet dat er anderen zijn die misschien iets soortgelijks meemaken. Misschien is het iemand die u kent.
Ik weet dat de Heiland zijn kerk heeft gesticht met het gezag om de verordeningen en verbonden te bieden die we nodig hebben om naar Hem terug te keren. Satan doet zijn uiterste beste om de kerk van de Heer op alle mogelijke manieren in diskrediet te brengen. Vragen stellen en twijfel zaaien is makkelijk. Iedereen kan weleens in zijn val trappen. Vertrouwen op de informatie en antwoorden van anderen kan veel makkelijker zijn dan zelf op zoek gaan naar de waarheid ‘door studie en ook door geloof’ (Leer en Verbonden 88:118; cursivering toegevoegd). Maar dat is uiteindelijk wel wat God eist.
Als u worstelt met vragen of twijfels over de kerk of uw geloof, vindt u geen waarheid door blogs te lezen of te luisteren naar podcasts van mensen die het niet eens zijn met de kerk of die de kerk hebben verlaten. Maar u bent waarschijnlijk ook niet tevreden met gemakkelijke antwoorden, en u bent vast niet blij met de suggestie ‘stop je vragen maar even in de ijskast’.
Ik heb geleerd dat we niet altijd op geleend licht kunnen leven, maar dat we ons zelf naar God moeten wenden. Hij is de bron van alle licht en waarheid (zie Leer en Verbonden 93:26). We moeten het in onze gedachten uitvorsen, maar we moeten ook aan God vragen of het juist is wat we denken (zie Leer en Verbonden 9:8). We moeten er zelf achter komen, zoals Joseph Smith deed (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:20) en geduldig zijn in ons zoeken (zie Alma 32:41). Maar leren door geloof betekent dat we de waarheid moeten bewijzen door die na te leven Johannes 7:17; 1 Thessalonicenzen 5:21).
Toen ik zaken bestudeerde die strijdig waren met de kerk, voelde ik me letterlijk in de mist van duisternis (zie 1 Nephi 8:23–24; 12:17). Toen ik Gods woord vastgreep en die eerste stap in zijn richting zette, was dat voldoende voor Hem om mijn hart aan te raken met zijn geest.
Is hoop genoeg?
Een paar weken nadat Kayson op zending was vertrokken, kreeg ik bezoek van mijn ringpresident. Ik vertelde hem wat er was gebeurd in de weken nadat mijn broers met me hadden gesproken. Ik zei dat ik graag een nieuwe tempelaanbeveling zou krijgen. Hij vroeg of ik de aanbevelingsvragen op de juiste manier kon beantwoorden. Ik bekende: ‘President, ik kan denk ik nog niet zeggen dat ik zeker weet dat de kerk waar is. Maar ik hoop van ganser harte dat dit zo is. En ik zal mijn leven leiden volgens die hoop. Is dat genoeg?’
Hij was even stil en zei toen: ‘Travis, dat is altijd genoeg.’
Sommige dingen begrijp ik nog niet, maar andere zijn mij heel duidelijk geworden. Ik weet dat mijn hemelse Vader van mij houdt. Ik weet dat we af en toe kunnen afdwalen en worstelen. Maar ik weet dat het door Christus, zijn verzoening en de hoop die daaruit voortkomt, mogelijk is om het pad weer te vinden dat naar Hem leidt.
De auteur woont in Utah (VS).