2023
De munt in de bek van de vis
Augustus 2023


‘De munt in de bek van de vis’, Liahona, augustus 2023.

De wonderen van Jezus

De munt in de bek van de vis

Wat kunnen we uit dit wonder leren over de manier waarop de Heer zijn werk volbrengt?

vis met munt in zijn bek

Illustraties, David Green

We lezen zo nu en dan een verhaal in het Nieuwe Testament dat opvalt tussen de andere gelijkenissen en wonderen. Dat geldt ook voor het wonder van de tempelbelasting in de bek van de vis.

Er wordt weinig aandacht en discussie aan dit wonder besteed, en het wordt vaak over het hoofd gezien omdat het slechts vier verzen lang is:

‘Toen zij Kapernaüm binnengekomen waren, gingen zij die de twee drachmen inden, naar Petrus toe en zeiden: Betaalt uw Meester de twee drachmen niet?

‘Hij zei: Jawel. En toen hij in huis gekomen was, was Jezus hem voor en zei: Wat denkt u, Simon? De koningen van de aarde, van wie ontvangen zij tol of belasting, van hun zonen of van vreemden?

‘Petrus zei tegen Hem: Van vreemden. Jezus zei tegen hem: Dan zijn de zonen dus vrijgesteld.

‘Maar om hun geen aanstoot te geven: ga naar de zee, werp een vishaak uit, en pak de eerste vis die bovenkomt. Doe zijn bek open en u zult een stater vinden. Neem die en geef hem aan hen voor Mij en voor u’ (Mattheüs 17:24–27).

Het wonder

Waarom heeft alleen Mattheüs dit wonder in zijn verslag van de bediening van de Heer opgenomen? Kwam het doordat Mattheüs, die zelf tollenaar was geweest, zich meer in deze situatie herkende? Kwam het doordat Mattheüs uit Kapernaüm kwam, waar dit plaatsvond? Of was het om een ander voorbeeld van de wonderbaarlijke macht van Jezus Christus te tonen om niet alleen de elementen te gebieden (zie Mattheüs 8:23–27), maar ook de vissen in de zee? (Zie Genesis 1:28.)

Als we over deze verzen nadenken, kunnen we veel leren van de manier waarop de Heiland op zijn apostel Petrus reageerde. De meeste wonderen die Jezus Christus verrichtte, waren goddelijke daden die gebruikt werden om anderen tot zegen te zijn. Dit wonder leek daarentegen bedoeld te zijn als leermoment voor Petrus en de andere apostelen om hen voor te bereiden om leiders in het koninkrijk te worden. Door woord en daad onderwees Jezus in zijn identiteit als de Zoon van God, zijn vermogen om te onderscheiden wat Petrus net tegen de tollenaars had gezegd, zijn ‘verbluffende alwetendheid’ door precies te weten waar een bepaalde vis zou zijn1 en zijn verlangen om nooit iemand onnodig te beledigen of aanstoot te geven aan mensen met een zwak geloof (zie 1 Korinthe 8:9–10; 9:22).

Een hedendaagse apostel heeft gezegd dat dit wonder Jezus in staat stelde om ‘zijn goddelijke Zoonschap op wonderbaarlijke wijze aan Petrus te bevestigen. Hij staat op het punt om een ongebruikelijk en uniek wonder te verrichten, dat anders is dan al zijn andere wonderen. Hij zal belasting betalen die Hij niet verschuldigd is, met geld dat Hij niet heeft verdiend, om mensen te behagen die Hij liever niet beledigt.’2

Historische context

De jaarlijkse tempelbelasting, of het hefoffer, bedroeg twee drachmen, ofwel een halve sikkel, en werd van alle volwassen mannen in Israël verwacht, hoewel priesters en rabbi’s zich doorgaans als vrijgesteld beschouwden. Dat geld was bestemd voor het onderhoud van en de werkzaamheden in de tempel. Het was een religieuze verplichting, geen overheidseis.

Deze belasting werd in de tijd van Mozes oorspronkelijk ‘verzoeningsgeld’ genoemd. Als er ooit iemand van die belasting zou moeten worden vrijgesteld, was het wel de Messias, Hij die verzoening voor de zonden van de hele mensheid zou brengen.3 Ondanks de vlugge toezegging van Petrus aan de tollenaars berispte de Heiland hem niet, maar leerde Hij hem een waardevolle les.

Zoals vaak onderwees Jezus door eerst diepzinnige vragen te stellen. Deze vragen maakten Petrus duidelijk dat een dergelijke belasting niet op de Heer van toepassing was, omdat Hij de Zoon van God is, en de tempel het huis van zijn Vader en de Zoon is. Maar toen ondersteunde Hij met volmaakte zachtmoedigheid de toezegging van zijn apostel en liet Hij hem inzien dat het op dat moment onnodig was om iemand aanstoot te geven. Hoewel het makkelijk zou zijn geweest om de benodigde halve sikkel op een gewone manier te verkrijgen, gebruikte Hij deze gelegenheid om het geloof van zijn apostelen te versterken door Petrus te laten zien dat Hij de wonderbaarlijke macht had om zelfs een vis in de zee te gebieden.

Geleerde lessen

Denk na over de lessen die Petrus en de andere apostelen hebben geleerd en hoe ze op ons van toepassing zijn:

1. Petrus ontdekte dat Jezus Christus zijn gedachten kende. Voordat Petrus sprak, wist Jezus al wat Petrus had gezegd tegen de mensen die waren gekomen om de belasting te innen. Later gebruikte Petrus diezelfde gave van onderscheid toen Ananias en Saffira over hun offergaven logen (zie Handelingen 5:1–11).

2. Jezus heeft gezegd dat de Heer, wat de materiële of financiële eisen ook zijn, ervoor zal zorgen dat zijn werk voorwaarts kan gaan, hetzij door wonderbaarlijke of door alledaagse middelen.

open koffer met geld en andere voorwerpen

Een hedendaags voorbeeld van de ‘munt in de vis’ vond plaats toen Brigham Young en Heber C. Kimball per postkoets door Indiana en Ohio reisden op weg naar hun zending in Engeland. Ze begonnen hun reis met 13,50 dollar en verwachtten niet dat ze lang per postkoets zouden kunnen reizen, maar bij elke pleisterplaats vond Brigham Young op wonderbaarlijke manier in zijn koffer het geld dat ze nodig hadden om de reis naar de volgende pleisterplaats te betalen.4 Bij aankomst hadden ze ruim 87 dollar betaald. Dat is vermeld in een dagboek van het Eerste Presidium van 1860: ‘[Brigham Young] was naar zijn koffer gegaan en had daar tot zijn grote verbazing wat [geld] gevonden, en tot op de dag van vandaag wist hij [niet hoe] het daar was gekomen, behalve door een onzichtbare vertegenwoordiger van de hemelse wereld om de verkondiging van het evangelie voort te stuwen.’5

3. Zo nodig verricht de Heer wonderen om de beloften van kerkleiders tot stand te brengen. In 1967 beloofde president Spencer W. Kimball dat het IJzeren Gordijn in Europa en het Bamboegordijn in Azië zouden vallen, zodat het zendingswerk over de hele wereld kon floreren, als de kerkleden hun deel zouden doen.6 Op dat moment leek die gebeurtenis ver weg, vergezocht en zelfs ondenkbaar. Toch kwamen die muren binnen twintig jaar op onverwachte, zelfs wonderbaarlijke, manieren naar beneden.

4. Hoewel we als discipel van Christus misschien weten dat we gelijk hebben, zijn er soms momenten waarop aandringen of eisen dat anderen inzien dat we het bij het juiste eind hebben onnodig aanstoot geeft. En erger nog, het kan een struikelblok voor de geestelijke vooruitgang van een ander worden.

Een prachtig voorbeeld van deze zachtmoedigheid en onwil om een struikelblok te worden, is te vinden in deze ervaring van president James E. Faust (1920–2007), voormalig raadgever in het Eerste Presidium. ‘Zijn zoon, Marcus, wilde […] met hem naar de Washington D.C.-tempel (VS) gaan om aan een begiftigingsdienst deel te nemen. Toen president Faust bij de ontvangstbalie zijn tempelaanbeveling liet zien – een speciale aanbeveling voor algemene autoriteiten – herkende de tempelwerker hem en de aanbeveling niet en liet hem niet binnen. “In plaats van de man in verlegenheid te brengen door hem te vertellen wie hij was, verontschuldigde mijn vader zich beleefd waarna we allemaal weggingen.”’7

Ik ben dankbaar voor het verhaal van Mattheüs over de munt in de vis. Petrus, de visser, zo menselijk en impulsief, wordt opnieuw een wonder getoond dat met vissen te maken heeft.8 Het geeft ons de hoop dat de Heer ons ondanks onze fouten ook zal helpen groeien. Net als Petrus leren we van het voorbeeld van onze Meester, die geduld had met fouten en zachtmoedig was, hoewel Hij alle macht had.

Mogen wij, net als de apostelen vanouds, de Heer als de Zoon van God erkennen en erop vertrouwen dat Hij ons op wonderbaarlijke manieren de middelen kan verschaffen om zijn doeleinden te verwezenlijken. En mogen wij bij onze hulp aan en onze omgang met anderen overwegen welke woorden of daden een struikelblok kunnen zijn, in het bijzonder voor hen die zwak in het geloof zijn.

Noten

  1. Zie Neal A. Maxwell, in ‘We Can’t Comprehend the Capacity of God’, Church News, 22 februari 2003, thechurchnews.com.

  2. Bruce R. McConkie, The Mortal Messiah (1980), deel 3, 76.

  3. Zie James E. Talmage, Jesus the Christ (1916), 383.

  4. Zie Historical Department office journal, 16 februari 1859, 164, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis.

  5. President’s Office Journals, 18 januari 1860, 28, in Brigham Young office files, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis.

  6. Zie The Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball (1982), 582.

  7. Carrie A. Moore, ‘Remembering President James E. Faust’, Deseret News, 11 augustus 2007, deseret.com.

  8. Zie Lukas 5:4–11; zie ook Johannes 21:1–24 (dit wonder vond later plaats).