‘“Kom naar Mij toe”: de geestelijke zoektocht van ons leven’, Liahona, augustus 2023.
‘Kom naar Mij toe’: de geestelijke zoektocht van ons leven
De Heer Jezus Christus leren kennen en liefhebben, is een levenslang proces.
Als discipelen van de Heer Jezus Christus verheugen wij ons in zijn uitnodiging: ‘Kom naar Mij toe.’ Hij nodigt ons uit om zijn juk op ons te nemen en van Hem te leren (zie Mattheüs 11:28–29). Dat betekent dat we in Hem geloven en zijn naam, leringen en geboden graag omarmen.
We komen allemaal met verschillende talenten en eigenschappen naar de aarde, en we hebben allemaal unieke levenservaringen. Maar voor ons allemaal is Jezus Christus op de eerste plaats zetten een zoektocht die ons hele leven duurt. Door een leven vol geloof, studie, gebed en bekering leren we Hem steeds beter kennen en gaan we Hem meer liefhebben.
We leven in deze wereld vol moeilijkheden en afleiding. Om ons gedurende de jaren van ons leven op eeuwige zaken te blijven concentreren, een leven van geloof in Jezus Christus te leiden en voortdurende bekering door te maken, hebben we moed, toewijding en hemelse hulp nodig.
Put kracht uit verordeningen en verbonden
Een grote hulp uit de hemel komt in de vorm van tempelverordeningen en -verbonden die ons ‘gefundeerd, geworteld, versterkt en vast’1 houden bij onze zoektocht om naar de Heiland toe te komen.
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Als we een verbondsrelatie met God zijn aangegaan, bindt dat ons aan Hem op een manier die ons leven in alle opzichten makkelijker maakt.’ Hij zei niet dat verbonden sluiten het leven makkelijk maakt, ‘maar als u het juk van de Heiland opneemt, krijgt u toegang tot zijn kracht en verlossende macht.’2
Sommigen vragen zich misschien af waarom de Heer zijn profeet opdraagt om wereldwijd zoveel tempels te bouwen en in te wijden. In deze chaotische wereld zijn de veiligheid van en herinneringen aan onze verordeningen en verbonden essentieel. Ze blijven ons voortstuwen op wat we nu het verbondspad noemen.
President Nelson heeft gezegd: ‘De verordeningen van de tempel en de verbonden die u sluit, zijn de sleutel tot het versterken van uw leven, uw huwelijk en gezin, en uw vermogen om de aanvallen van de tegenstander te weerstaan. Uw aanbidding in de tempel […] zal uw voornemen versterken om op het verbondspad te blijven.’3
Blijf de Heilige Geest waardig
Ik vind deze woorden van de apostel Paulus mooi, die bijna tweeduizend jaar geleden zijn opgeschreven, maar nu nog steeds helemaal waar zijn:
‘Niemand [kent] de dingen van God dan de Geest van God.
‘En wij hebben […] ontvangen […] de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn.
‘Die dingen […] die de Heilige Geest ons leert. […]
‘Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden’ (1 Korinthe 2:11–14).
Geestelijke waarheden en leiding van de Heilige Geest kunnen met woorden niet volledig worden beschreven. Het zijn ‘de diepten van God’ (vers 10), bereid ‘voor hen die Hem liefhebben’ (vers 9).
Wanneer we bij de doop de gave van de Heilige Geest ontvangen, moeten we ernaar streven om de voortdurende invloed van de Geest waardig te zijn door te letten op wat we doen, wat we zeggen en met wie we onze tijd doorbrengen. Als we dat doen, ontvangen we met meer zekerheid geestelijk licht in onze ziel, waardoor we niet ‘bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God’ (vers 5).
President Nelson heeft ons de raad gegeven om ‘ons [te] onthouden van alles wat de Geest wegjaagt’4 en ‘het geestelijk werk te verzetten dat nodig is om de gave van de Heilige Geest te genieten en de stem van de Geest vaker en duidelijker te horen’.5
Houd u aan geestelijke ervaringen vast
Paulus zei over zijn krachtige bekering terwijl hij naar Damascus onderweg was: ‘Plotseling [omstraalde] vanuit de hemel een fel licht mij’ (Handelingen 22:6) – zo fel dat hij verblind werd – en hij hoorde de stem van de Heer.
Het is interessant dat de mensen die bij Paulus waren ook het licht zagen, maar de stem niet hoorden (zie Handelingen 22:9). Waarom niet? Geloofden ze Paulus of probeerden ze hem ervan te overtuigen dat hij zich die ervaring had ingebeeld?
Na bijzondere geestelijke ervaringen vragen sommigen zich misschien af: ‘Heb ik dat echt gevoeld?’ of ‘Heb ik me dat niet gewoon ingebeeld?’ Maar wie wijs zijn, zoals Paulus, vergeten geestelijke ervaringen niet en zetten die niet opzij. Ze houden ze vast en denken er vaak aan.
In de jaren na het eerste visioen kreeg de profeet Joseph Smith met veel tegenstand en vervolging te maken, maar hij bleef stoutmoedig getuigen dat de Vader en de Zoon aan hem waren verschenen. ‘Ik wist het’, zei Joseph, ‘en ik wist dat God het wist, en ik kon het niet loochenen’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:25).
Joseph vergat of ontkende zijn geestelijke ervaringen nooit. Hij hield zich er zijn hele leven aan vast. In moeilijke tijden dacht hij terug aan deze momenten, waardoor hij van Gods liefde verzekerd werd en gesterkt werd in het werk dat de Heer hem had opgedragen.
Wij zullen misschien nooit een hemels visioen zien of de stem van de Heer horen, maar we krijgen wel geestelijke ervaringen. We moeten ons daaraan vasthouden. Ze sterken ons in onze zoektocht om naar Christus te komen, en onze bekering duurt voort.
Kies voor geloof
Wanneer zendelingen mij in mijn tijd als zendingspresident kwamen vertellen dat ze het moeilijk hadden, vertelde ik ze vaak over de moeilijkheden van de apostel Paulus en wat we van zijn beproevingen kunnen leren.
Paulus vertelt dat hij vijf keer met de zweep kreeg en drie keer met de roede werd gegeseld. Hij werd een keer gestenigd en had drie keer schipbreuk geleden (zie 2 Korinthe 11:24–25). Tijdens zijn reizen werd Paulus geconfronteerd met ‘gevaar door rivieren […] gevaar door rovers’, ‘gevaar van de kant van volksgenoten […] van heidenen’ en zelfs van ‘valse broeders’. Hij werd uit steden verdreven, werd gevangengezet en leed onder ‘inspanning en moeite’, ‘honger en dorst’ en ‘koude en naaktheid’ (2 Korinthe 11:26–27).
De meeste mensen zullen niet zo zwaar beproefd worden als Paulus, maar we zullen allemaal beproevingen krijgen. Niemand is er immuun voor. En vaak komen de beproevingen wanneer we ze het minst verwachten. Hoe doorstond Paulus zijn ‘verdrukkingen’, ‘benauwdheden’, ‘oproer’ en ‘ingespannen arbeid’? (2 Korinthe 6:4–5.) Paulus kon ‘als bedroefden, maar toch steeds blij’ zijn en ‘niets hebben en toch alles bezitten’ (2 Korinthe 6:10), omdat hij koos voor geloof in Jezus Christus.
Het is niet zo moeilijk om voor geloof in Jezus Christus te kiezen als het ons voor de wind gaat, maar we moeten ook voor geloof kiezen als het leven moeilijk is. We zullen merken dat de Heiland niet aan het eind van onze zoektocht staat te wachten tot wij bij Hem komen. Hij staat juist naast ons en wijst ons de weg. Ja, Hij is de weg (zie Johannes 14:6). President Nelson heeft gezegd: ‘De Heiland tilt ons boven de invloed van deze gevallen wereld uit. Dat doet Hij door ons met meer naastenliefde, ootmoed, ruimhartigheid, goedheid, zelfdiscipline, vrede en rust te zegenen.’6
Hij vervult zijn beloften
Ik ben dankbaar dat ik zeker weet dat Jezus de Christus is. Hij is onze Heiland, onze Verlosser, onze geliefde Vriend en onze Voorspraak. Ik ben gedurende mijn leven steeds meer zijn liefde gaan voelen en weet steeds zekerder dat Hij leeft. Ik getuig dat Hem leren kennen en Hem gaan liefhebben een heilig voorrecht van het sterfelijk leven is.
Als we naar Jezus Christus toe komen, belooft Hij ons vergeving van onze zonden, een ‘nieuw leven’ (Romeinen 6:4) en rust ‘voor [onze] ziel’ (Mattheüs 11:29). Uiteindelijk belooft Hij ons het eeuwige leven, met Hem, zijn Vader, zijn toegewijde discipelen en onze rechtschapen familieleden.
Op een dag zullen we aan zijn voeten neerknielen. Op die dag zal onze ziel zich verheugen als Hij al zijn beloften vervult aan hen die ‘met een volmaakt voornemen van hart tot [Hem]’ zijn gekomen (3 Nephi 18:32), die meer liefde voor Hem hebben ontwikkeld en die hun hele leven ernaar hebben gestreefd zijn goddelijke tegenwoordigheid te voelen.
Het zal een allerheiligst hoogtepunt op onze geestelijke tocht zijn!