Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Ik had geen zin om naar de tempel te gaan. Maar ik voelde me zo gezegend toen ik toch ging
We kunnen troost in de Heer vinden als we naar de tempel gaan en aan Gods grote werk voor zijn kinderen deelnemen.
Ik wist dat ik naar de tempel moest gaan. Met de auto was het maar een korte rit naar de dichtstbijzijnde tempel, maar ik was er al maanden niet meer geweest.
Op een avond las ik de toespraak van ouderling Neil L. Andersen uit de algemene oktoberconferentie 2022. Dit kwam sterk bij me binnen: ‘Als we de tempel binnengaan, zijn we tijdelijk vrij van de wereldse invloeden die ons overstelpen. We leren er over ons doel in het leven en de eeuwige gaven die onze Heiland, Jezus Christus, ons aanbiedt.’1
Ik wilde me vrij van de wereld voelen. Ik was vastberaden en maakte een afspraak om plaatsvervangende voorverordeningen te doen.
Op de dag van de afspraak kwam ik zonder reden moe en mopperig van het werk thuis. Ik had geen zin om naar de tempel te gaan.
Maar ik herinnerde me mijn eerdere verlangen, ook al voelde ik het op dat moment niet. Ik stapte terug in de auto en begon te rijden.
Twintig minuten later kwam de tempel in zicht.
Er kwamen tranen in mijn ogen. Op dat moment keerde mijn verlangen terug. De tempel was de plek waar ik die avond moest zijn. Ik moest mijn tranen inhouden zodat ik het verkeer nog goed in de gaten kon houden.
De tempel is een toevluchtsoord voor wereldse invloeden en de moeilijkheden in ons leven. President Russell M. Nelson heeft ons gevraagd om ‘een gewoonte [te maken] van regelmatig tempelbezoek’.2 Als we dat doen, zullen we de zegeningen genieten van keer op keer naar het huis des Heren terugkeren.
Hier zijn enkele zegeningen die ik die dag in de tempel heb opgemerkt:
Troost voelen
Toen ik die dag naar de tempel ging, verdween mijn slechte bui. Die werd vervangen door ‘de vrede van God, die alle begrip te boven gaat’ (Filippenzen 4:7).
De vrede die we in de tempel voelen, komt rechtstreeks van God. We kunnen ons door zijn Geest overal met God verbinden, maar de tempel is ervoor bestemd om rechtstreeks met de Heer te communiceren.
President Nelson heeft gezegd: ‘[De tempel] is zijn huis. Vol van zijn macht. […] Ik beloof u dat meer tijd in de tempel u meer tot zegen zal zijn dan wat dan ook.’3 Als we naar de tempel gaan, kunnen we Gods macht voelen. Die macht kan komen als openbaring, als helder inzicht of als een gevoel van troost.
Kracht uit mijn verbonden voelen
Ik voelde me niet alleen vredig, maar herinnerde me ook de verbonden die ik eerder had gesloten. Toen ik als plaatsvervanger bij de voorverordeningen optrad, concentreerde ik me op de woorden van de verordening. Die woorden herinnerden me eraan dat God me kracht zou geven en me in mijn beproevingen zou helpen volharden.
Als we naar de tempel terugkeren, denken we aan de beloften die we God doen en de eeuwige beloften die Hij ons doet.
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘We bouwen en betreden heilige tempels niet alleen om er een gedenkwaardige individuele of gezinsherinnering aan over te houden. Nee, de verbonden die we er aangaan en de verordeningen die we er verrichten zijn van essentieel belang voor de heiliging van ons hart en de uiteindelijke verhoging van Gods zonen en dochters.’4
Aan Gods werk deelnemen
Hoewel we in de tempel persoonlijke zegeningen ontvangen, moeten we ook denken aan het werk dat we voor de doden doen. Als we plaatsvervangende verordeningen verrichten, zijn die voor het heil van mensen aan de andere kant van de sluier.
De namen van de mensen die ik hielp, werden me door de tempel ter beschikking gesteld. Ik kende geen van de vrouwen voor wie ik die dag plaatsvervanger was. Maar ik voelde de heilige macht die ze door de voorverordeningen kregen.
Ons tempelbezoek is deel van Gods plan voor zijn kinderen. Op onze eigen kleine manier nemen we deel aan het werk om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). Ouderling Bednar zei: ‘Zijn we gedreven met dit heilige werk bezig, dan gehoorzamen we de geboden om God en onze naasten lief te hebben en te dienen [zie Mattheüs 22:34–40]’.5
Eenvoudig maar krachtig
Wie dichtbij een tempel woont, vergeet misschien makkelijk de zegeningen die we door tempelbezoek ontvangen. Zoals president Russell M. Nelson heeft beloofd: ‘Meer tijd in de tempel [zal] u meer tot zegen zijn dan wat dan ook.’6 Voor wie ver van een tempel wonen, kan het moeilijk zijn om tempelbezoek in te plannen. Maar de kracht van tempelbezoek is constant en de zegeningen zijn echt.
Wanneer we meer tijd in de tempel doorbrengen, kunnen we rust van onze moeilijkheden en pijn vinden. We kunnen met God communiceren en deel uitmaken van zijn grote werk – voor onze eigen ziel en de ziel van al zijn kinderen.