Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Had pornografie mijn vermogen om liefde te voelen en tonen kapotgemaakt?
Ik had me van pornografiegebruik bekeerd, maar was nog steeds niet genezen.
Toen ik 14 was, besefte ik dat ik een pornografieprobleem had. Ik zei steeds tegen mezelf: ‘Ik weet dat dit niet goed is. Ik moet ermee ophouden.’
Maar ik trapte steeds weer in dezelfde valstrik. Ik worstelde een paar jaar met deze cyclus. En na talloze pogingen om ermee op te houden, wist ik dat ik die gewoonte niet alleen kon overwinnen. Omdat ik wist dat de profeten ons altijd hadden gewaarschuwd om er van weg te blijven, schaamde ik me om hulp te vragen, zelfs aan mijn Heiland. Ik had het te vaak verknoeid. Ik had het gevoel dat ik geen verlossing verdiende. Maar uiteindelijk besloot ik om hulp te vragen.
Toen ik met mijn bisschop over mijn worstelingen sprak, reageerde hij liefdevol. Maar ik begon iets te beseffen: mijn worstelingen met pornografie hadden mijn vermogen om liefde te herkennen en te ontvangen vertroebeld – mijn vermogen van mezelf te houden, van anderen te houden en van God te houden.
Omdat ik jarenlang in leugens verstrikt was geweest, dacht ik dat als anderen wisten waar ik mee worstelde, ze niet van me zouden houden. Ik dacht ook dat liefde van voorbijgaande aard en onrealistisch was.
Uiteindelijk, toen ik me bekeerde, betere gewoonten aankweekte, en zelfbeheersing en gezonde denkpatronen ontwikkelde, ging ik beseffen dat Jezus Christus mijn lijden had gevoeld en dat Hij en mijn hemelse Vader me konden vergeven. Ik begon hoop in plaats van schaamte te voelen. Maar het zou nog even duren voordat ik liefde zo ging ervaren.
Gods liefde voelen en uitdragen
Een paar jaar later ging ik op zending! Ik was heel blij dat ik mijn Heiland diende, maar ik kreeg in mijn leven als zendeling ook met de blijvende gevolgen van mijn geheime worsteling te maken. Ik had nog steeds moeite om van anderen te houden en liefde te voelen, vooral van mijn hemelse Vader.
Ik had mezelf nog steeds niet vergeven. Ik dacht nog steeds dat ik geen liefde waard was, ook al had ik zo hard gewerkt om mijn vroegere gewoonte te overwinnen. Ik was bang om me kwetsbaar op te stellen of liefde uit te nodigen uit angst voor pijn, teleurstelling en lijden. Daarom sloot ik mensen vaak buiten en stond ik ze niet toe om dicht bij me te komen.
Toen ik me op een avond wanhopig eenzaam voelde, smeekte ik mijn hemelse Vader om hulp. Ik vertelde Hem dat ik bang was om mezelf lief te hebben, Hem lief te hebben en zijn kinderen zo lief te hebben als ik wilde.
Terwijl ik begon te huilen, kwam er een duidelijke, zachte ingeving in mijn gedachten op. Ik had het gevoel dat God me vertelde dat het geen probleem is om innig lief te hebben. Die liefde is een geschenk dat Hij me heeft gegeven – een talent dat ik had verborgen. Ik had het gevoel dat ik het moest gebruiken en vermenigvuldigen. Net zoals Gods liefde voor mij nooit opraakt, moest ik inniger liefhebben.
Deze barmhartige ingeving van de Geest raakte me meer dan iets wat ik ooit had gevoeld. Ik voelde de liefde van mijn hemelse Vader echt – wat het betekent om zijn kind te zijn. Het was een gevoel dat ik niet onder woorden kan brengen.
Ik wilde deze liefde beter met anderen leren delen, en anderen toelaten die liefde aan mij te tonen. Ik bad om gelegenheden om dat vermogen tot liefde te vergroten, en na verloop van tijd werd ik gezegend met veel ervaringen waarbij ik haar naar mijn broeders en zusters kon uiten.
Christelijke liefde kan alles veranderen
Ik had me van pornografiegebruik bekeerd, maar ik moest nog steeds mijn hart genezen. En die genezing gebeurde niet in één keer. De macht van de Heiland kwam toen ik Hem zocht door waarheden in de Schriften te bestuderen en oprecht om hulp te bidden. Ik begon te geloven dat Hij en onze hemelse Vader genoeg van me hielden om me verlossing te bieden. Ik voelde mijn pijn en zelfverachting langzaam wegebben.
Van het verhaal van de boom des levens in 1 Nephi 8 leerde ik hoe ik Jezus Christus kan zoeken. Iedereen bevindt zich op een andere plek in het leven. Soms kost het tijd om Hem te vinden. Maar ik weet dat eeuwige vreugde ons wacht als we op het verbondspad stappen naar Hem toe zetten.
Onze fouten bepalen niet wie we zijn. Satan wil dat we denken dat we ongeliefd en onwaardig zijn. Maar dat is niet waar. Onze hemelse Vader heeft ons volmaakt lief. En Christus kan ons helpen om boven onze zonden uit te stijgen.
Er zijn veel mensen die worstelen met pornografie of andere gewoonten die ze niet willen. En vaak gedijen die gewoonten, zoals in mijn geval, in geheimhouding en isolement. Maar ik heb gezien hoe christelijke liefde alles kan veranderen voor wie het moeilijk hebben.
Wie het moeilijk hebben, kunnen eerst door eerlijkheid licht zoeken. Sterke, rechtschapen relaties met onze hemelse Vader en Jezus Christus, je familie en je vrienden kunnen je helpen om betere gewoonten te ontwikkelen en tot Christus te komen.
Ouderling Ulisses Soares van het Quorum der Twaalf Apostelen gaf liefdevol raad aan wie met pornografie worstelen:
‘De uitnodiging om tot de Heiland te komen, betekent hoop. […] Als we op die uitnodiging ingaan, verootmoedigen we ons voor Hem. […] En wat betekent ons voor Hem verootmoedigen? Misschien betekent het […] hulp vragen aan onze leiders, familieleden en zelfs professionele hulpverleners. […] Het betekent ook dat we het proberen nooit moeten opgeven. Niemand is volmaakt. We maken allemaal fouten. […] De Heiland heeft volmaakte liefde voor ons allemaal. Hij begrijpt onze smart, onze moeilijkheden en onze problemen.
‘Dus als we ons hart tot Hem wenden, [kan] de Heer ons vergeven, Hij kan ons omarmen, ons liefhebben, begrijpen, en ons helpen en de kracht geven om het nooit op te geven. Vergeet niet dat de genade van de Heer voor, tijdens en “na alles wat wij kunnen doen” (2 Nephi 25:23) voor jou beschikbaar is.’1
We hoeven ons niet uit schaamte te verbergen. We kunnen toenadering zoeken, eerlijk zijn en om hulp vragen. Weten dat mijn hemelse Vader en de mensen om mij heen van mij houden, was de grootste factor in mijn vermogen om van pornografiegebruik en de gevolgen ervan te genezen, omdat ik door die kennis ben gaan inzien dat ik verlosbaar, geliefd, en de hulp van Christus waardig ben.
Dat zijn we allemaal als we Hem zoeken.