Augustus
Ik kies ervoor om mijn leven te vullen met dingen waardoor de Geest wordt uitgenodigd.
‘Als er iets deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig is, dan streven wij dat na’ (Geloofsartikelen 1:13).
Lied: ‘Ik wil graag als Jezus worden’
(KL, pp. 40–41)
Vul de hier genoemde suggesties aan met uw eigen ideeën. Bedenk iedere week manieren om (1) vast te stellen wat de leer is, (2) de kinderen er begrip van bij te brengen, en (3) de kinderen aan te moedigen ze toe te passen. Vraag uzelf af: ‘Wat vraag ik de kinderen te doen waarvan ze kunnen leren, en hoe kan ik ertoe bijdragen dat ze de Geest voelen?’
Week 1: Met de hulp van goede vrienden kan ik het goede kiezen.
Begrip bevorderen en toepassing aanmoedigen (naar een verhaal luisteren): Vertel het volgende verhaal: ‘Twee jongens vonden een versleten paar schoenen langs de kant van de weg. Verderop zagen ze een man die op het veld aan het werk was. Een van de jongens wilde de schoenen verstoppen en dan kijken hoe de man zou reageren.’ Vraag de kinderen wat zij tegen die jongen zouden zeggen. Vertel dan de rest van het verhaal: ‘De andere jongen stelde voor om de schoenen niet te verstoppen, maar om in iedere schoen een zilveren munt te doen. Zo gezegd, zo gedaan. Toen de man terugkwam en de munten vond, was hij zo dankbaar dat hij neerknielde en een dankgebed uitsprak. Hij sprak over zijn vrouw, die ziek was, en zijn kinderen, die geen eten hadden. En hij vroeg de Heer om de mensen te zegenen die hem geholpen hadden. De jongens kregen een warm gevoel van binnen en waren dankbaar dat ze een goede beslissing hadden genomen.’ (Zie Gordon B. Hinckley, Conference Report, april 1993, p. 71; of Ensign, mei 1993, p. 54.) Laat enkele kinderen een voorval vertellen waarbij goede vrienden ze geholpen hebben om het goede te kiezen.
Week 2: Ik moet lezen, luisteren en kijken naar dingen die aangenaam in de ogen van onze hemelse Vader zijn.
Vaststellen wat de leer is (aanschouwelijk onderwijs): Laat een schaal zien die gevuld is met fruit en een schaal die gevuld is met vuil. Vraag de kinderen uit welke schaal ze willen eten, en waarom. Leg uit dat onze hemelse Vader ons verstand wil vullen met dingen die goed voor ons zijn en niet met dingen die schadelijk zijn. Laat ze opzeggen: ‘Ik moet lezen, luisteren en kijken naar dingen die aangenaam in de ogen van onze hemelse Vader zijn’, waarbij ze eenvoudige handgebaren maken voor lezen, luisteren en kijken.
Begrip bevorderen (de leer bespreken): Vertel de kinderen dat als we beslissingen nemen die niet aangenaam in de ogen van de Heer zijn, we iets heel belangrijks kunnen kwijtraken. Laat ze luisteren naar wat dat belangrijke is terwijl u de eerste alinea voorleest van ‘Amusement en zijn vormen’ in Voor de kracht van de jeugd (zie ook ‘Mijn evangelienormen’). Vraag de kinderen of zij gehoord hebben wat we kwijtraken als we verkeerde beslissingen nemen (de Geest). Deel de kinderen op in drie groepen en laat iedere groep om de beurt naar een post gaan: ‘Lezen’, ‘Luisteren’ en ‘Kijken naar’. Bij iedere post laat u de kinderen iets lezen, naar iets luisteren of naar iets kijken dat aangenaam in de ogen van onze hemelse Vader is. Bespreek hoe ze zich voelen als ze lezen, luisteren en kijken naar dingen die aangenaam in de ogen van God zijn.
Week 3 en 4: Op de sabbat behoor ik dingen te doen waardoor ik dicht bij mijn hemelse Vader blijf.
Vaststellen wat de leer is (een tekst uit het hoofd leren): Vertel de kinderen dat u ze enkele aanwijzingen zult geven om een belangrijke boodschap te ontdekken. Zet de eerste letter van ieder woord in Exodus 20:8 op het bord (G D S D G D H). Leg uit dat de letters de eerste letters zijn van ieder woord in de boodschap. Geef ze de volgende aanwijzing door ze een plaat te laten zien van Mozes en de tien geboden. Laat de kinderen dan Exodus 20:8 opzoeken en samen lezen. Laat de kinderen het verband ontdekken tussen de letters op het bord en de tekst. Help de kinderen de tekst uit het hoofd te leren door naar de letters op het bord te wijzen terwijl zij de tekst verscheidene malen opzeggen.
Begrip bevorderen (bespreken en kleuren): Deel de kinderen op in vier groepen. Laat iedere groep een alinea uit het hoofdstuk ‘zondagsheiliging’ in Voor de kracht van de jeugd lezen. Laat ze de alinea in hun groep bespreken en vervolgens aan de andere kinderen vertellen wat ze geleerd hebben. Geef ieder kind een vel papier, en laat ze een tekening maken van iets wat ze op zondag kunnen doen. Vraag enkele kinderen om hun tekening aan de rest van het jeugdwerk te laten zien. Moedig ze aan om thuis te vertellen wat ze hebben geleerd.
Begrip bevorderen (een schriftuuractiviteit doen): Maak van tevoren een mandje met stukjes papier dat manna voorstelt om tijdens deze activiteit te gebruiken. Zet de volgende vragen op het bord:
-
Wat voor voedsel had de Heer voor de Israëlieten in de wildernis?
-
Hoeveel moesten ze iedere dag verzamelen?
-
Wat moesten ze op de zesde dag doen?
-
Wat was er anders op de sabbat?
Laat de kinderen opletten of ze de antwoorden op die vragen ontdekken terwijl u het verhaal voorleest van de Israëlieten en het manna (Exodus 16:11–31). Laat ze gaan staan als ze het antwoord op een van de vragen gehoord hebben. Laat een van de kinderen het deel van het verhaal opnieuw vertellen waarin de vraag wordt beantwoord. Ga dan verder met de rest van het verhaal. Als u klaar bent, bespreekt u met de kinderen waarom de Heer niet wilde dat de Israëlieten op de sabbat manna verzamelden. Laat de kinderen hun ogen dichtdoen en doen alsof ze slapen. Verspreid het ‘manna’ vlug door het lokaal. Laat de kinderen hun ogen opendoen en het manna verzamelen (een of twee stukjes). Laat de kinderen het manna weer in het mandje doen. Terwijl ieder kind dat doet, vraagt u hem of haar naar een gepaste wijze om de sabbat te heiligen.
Tips voor de dirigente
Om de kinderen het liedje ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (KL, pp. 40–41) te leren, kunt u het volgende doen:
-
Zing het lied voor de kinderen. Laat ze op hun vingers natellen hoe vaak u de woorden ik wil of ik hoop zingt. Zing het lied opnieuw, en laat de kinderen op het ritme meeklappen.
-
Hang eenvoudige afbeeldingen met sleutelwoorden uit iedere zinsnede van het lied in het jeugdwerklokaal (zoals worden, volg voorbeeld, liefde, overal, kiezen en hoor). Laat de muur voorin het lokaal leeg. Laat de kinderen goed luisteren terwijl u het lied begint te zingen. Laat ze naar een afbeelding wijzen waarvan zij denken dat die overeenkomt met de woorden die u zingt. Laat een kind de afbeelding voorin het lokaal hangen. Laat iedereen het lied tot op dat punt zingen. Blijf zingen en herhaal de activiteit voor iedere afbeelding. Laat de kinderen vervolgens het hele lied enkele malen zingen. Geef in het kort uw getuigenis hoe belangrijk het is om op Jezus te lijken.