Februari
Wanneer we het goede kiezen, worden we gezegend
‘Indien gij dus zijn geboden onderhoudt, zegent Hij u en maakt Hij u voorspoedig’ (Mosiah 2:22).
Lied: ‘Kies toch goed’
(Lofzangen, 162)
Vul de hier genoemde suggesties aan met uw eigen ideeën. Bedenk iedere week manieren om (1) vast te stellen wat de leer is, (2) de kinderen er begrip van bij te brengen, en (3) de kinderen aan te moedigen ze toe te passen. Vraag uzelf af: ‘Wat vraag ik de kinderen te doen waarvan ze kunnen leren, en hoe kan ik ertoe bijdragen dat ze de Geest voelen?’
Week 1: Noach werd gezegend omdat hij het goede koos.
Vaststellen wat de leer is (een memoryspel spelen): Teken een eenvoudige ark op het bord. Bereid verscheidene sets met twee identieke dierenplaatjes voor. Geef ieder kind een plaatje. Laat de kinderen gaan staan en het geluid maken van het dier op hun plaatje waarbij ze luisteren of ze iemand horen die hetzelfde geluid maakt. Als de kinderen met dezelfde plaatjes elkaar gevonden hebben, gaan ze bij elkaar staan totdat alle dieren elkaar gevonden hebben. Laat de kinderen in paren naar voren komen en hun dieren op de tekening van de ark bevestigen. Vraag de kinderen: ‘Welke profeet moest van de Heer dieren in de ark verzamelen?’ Leg uit dat het waarschijnlijk een moeilijke taak was om zoveel dieren in de ark te verzamelen, maar dat Noach het gebod van de Heer gehoorzaamde.
Begrip bevorderen (teksten lezen): Laat een afbeelding zien van Noach die predikt, en lees Mozes 8:20 voor. Vraag de kinderen waarom de mensen volgens hen niet naar Noach luisterden. Verdeel het bord in tweeën, en zet de volgende vragen aan de ene kant, en de tekstverwijzingen in willekeurige volgorde aan de andere kant: Wat zou de Heer doen om de goddelozen te vernietigen? (Genesis 6:17). Wat moest Noach doen om zijn familie te redden? (Genesis 6:18). Wat deed Noach om te laten zien dat hij het goede koos? (Genesis 7:5). Laat de kinderen de teksten lezen en bij elke vraag het juiste antwoord zoeken. Laat een plaat zien van Noach die de ark bouwt. Leg uit dat het soms moeilijk is om het goede te kiezen. Vraag: ‘Hoe werd Noach gezegend omdat hij het goede koos?’ Vraag de kinderen hoe zij gezegend zullen worden als zij het goede kiezen.
Week 2: De discipelen van Jezus werden gezegend omdat ze het goede kozen.
Begrip bevorderen (teksten lezen, kleuren, en poppetjes gebruiken): Lees met de kinderen de volgende verslagen van de manier waarop de discipelen van Jezus het goede kozen: Lucas 10:38–42 (Maria); Matteüs 4:18–20 (Petrus en Andreas); Handelingen 9:1–9, 17–20 (Paulus). Bespreek enkele van de zegeningen die deze mensen ontvingen omdat ze het goede kozen. Teken enkele eenvoudige poppetjes voor ieder kind (of gebruik de schriftfiguren in ‘Veel plezier’, Liahona, januari 2006, p. K13; en ‘Veel plezier’, Liahona, februari 2006, p. K11). Laat de kinderen hun tekening kleuren, uitknippen en er een poppetje op een stokje of een papieren zak van maken. Laat de kinderen met behulp van hun poppetje opnieuw een van de verhalen vertellen. Bijvoorbeeld: ‘Ik heet Paulus. Ik vervolgde de mensen die Jezus volgden. Ik zag een visioen van Jezus. Jezus zei dat ik Hem niet mocht vervolgen. Ik koos ervoor om Jezus te volgen en ben de rest van mijn leven een zendeling geweest.’
Toepassing aanmoedigen (verhalen uit de Schriften herhalen): Laat de kinderen met hun poppetjes thuis de verhalen uit de Schriften opnieuw vertellen. Moedig ze aan om met hun familieleden te bespreken dat de personen in de verhalen het goede kozen en dat ze gezegend werden. Vraag de kinderen hoe ze gedurende de komende week het goede kunnen kiezen.
Week 3: Nephi werd gezegend omdat hij het goede koos.
Begrip bevorderen (deelname aan toneelstukjes): Laat de kinderen voorbeelden uitbeelden van toen Nephi gehoorzaam was aan zijn vader en aan de Heer (zie bijvoorbeeld 1 Nephi 16:18–24, 30–32; 1 Nephi 17:8, 17–18, 48–53; 1 Nephi 18:9–21). U kunt ze eenvoudige kostuums laten dragen of rekwisieten laten gebruiken (zie OGGR, pp. 175–176 voor meer informatie over toneelstukjes). Lees gezamenlijk wat Nephi in 1 Nephi 17:3 heeft gezegd.
Toepassing aanmoedigen (een lied zingen): Laat de stok met ‘keuze en gevolgen’ zien die u in januari hebt gebruikt. Vraag de kinderen wat ze zich kunnen herinneren over keuzen en gevolgen. Vertel ze dat veel zegeningen die we ontvangen, gevolgen zijn van de goede beslissingen die we nemen. Laat de kinderen manieren bedenken waarop ze net als Nephi goede beslissingen kunnen nemen. Laat de kinderen ‘Nephi’s moed’ (KL, pp. 64–65) zingen en de stok met de ‘keuze en gevolgen’ doorgeven. Stop de muziek op willekeurige momenten. Laat het kind dat de stok vastheeft als de muziek stopt, iets zeggen over een goede beslissing die hij of zij heeft genomen. Laat het kind de stok aan een ander kind geven, en laat hem of haar vertellen wat voor zegeningen uit die goede beslissing kunnen voortkomen. Herhaal dit als de tijd het toelaat.
Week 4: De leden van de kerk worden gezegend als ze het goede kiezen.
Begrip bevorderen (verhalen vertellen): Nodig enkele ouders of grootouders van de kinderen in uw jeugdwerk uit om verhalen te vertellen hoe zij of hun voorouders het goede kozen. Dat kunnen verhalen zijn over hoe zij lid van de kerk zijn geworden. Moedig de kinderen voor ieder verhaal aan om goed op te letten hoe deze leden het goede kozen en hoe ze daarvoor zijn gezegend. Na ieder verhaal vraagt u de kinderen hoe de leden gezegend werden omdat zij het goede kozen. U kunt de kinderen tekeningen laten maken over deze verhalen en ze aanmoedigen die tekeningen in het jeugdwerk en thuis te laten zien.