September
In de tien geboden staat dat ik God en zijn kinderen moet liefhebben
‘Indien gij Mij liefhebt, zult gij Mij dienen en al mijn geboden onderhouden’ (LV 42:29).
Vul de hier genoemde suggesties aan met uw eigen ideeën. Bedenk iedere week manieren om (1) vast te stellen wat de leer is, (2) de kinderen er begrip van bij te brengen, en (3) de kinderen aan te moedigen ze toe te passen. Vraag uzelf af: ‘Wat vraag ik de kinderen te doen waarvan ze kunnen leren, en hoe kan ik ertoe bijdragen dat ze de Geest voelen?’
Week 1: Wij worden gezegend als we de geboden onderhouden.
Vaststellen wat de leer is (aanschouwelijk onderwijs): Vraag een moeder om met haar baby naar de participatieperiode te komen. Vraag de kinderen naar enkele regels om ervoor te zorgen dat de baby veilig is. Vertel de kinderen dat we allemaal kinderen van onze hemelse Vader zijn. Hij houdt van ons en geeft ons regels of geboden om ons te beschermen en gelukkig te maken. Laat een plaat zien van Mozes en de tien geboden. Vertel in het kort hoe Mozes de geboden keeg (zie Exodus 19–20).
Begrip bevorderen (liedjes zingen): Zet de volgende drie zinsneden op het bord: ‘God respecteren en aanbidden’, ‘ouders eren’ en ‘anderen respecteren’. Leg uit dat de tien geboden in drie verschillende categorieën onderverdeeld kunnen worden. Deel de kinderen op in groepen en geef iedere groep een lied dat met een van de categorieën te maken heeft. Laat iedere groep beslissen wie het lied gaat zingen (bijvoorbeeld: alleen de jongens, alleen de meisjes, of kinderen die iets roods aanhebben). Nadat het lied is gezongen, laat u een kind de titel onder de juiste categorie zetten. U kunt de volgende liederen gebruiken: ‘Zaterdag’ (KL, p. 105), ‘Als je moeder roept’ (KL, p. 71), ‘Mijn vader’ (KL, p. 111), ‘De Kerk van Jezus Christus’ (KL, p. 48), en ‘Ik wil zo graag lief zijn’ (KL, p. 83).
Toepassing aanmoedigen (een lied zingen): Zing ‘Wees gehoorzaam aan de geboden’ (KL, pp. 68–69), en laat de kinderen luisteren naar de beloften die we ontvangen als we de geboden onderhouden. Laat ze vertellen hoe ze gezegend worden als ze de geboden onderhouden.
Week 2: Ik moet God respecteren en aanbidden.
Begrip bevorderen en toepassing aanmoedigen (teksten lezen): Leg uit dat de eerste vier geboden die onze hemelse Vader aan Mozes gaf ons leren dat we God moeten respecteren en aanbidden. Zet de volgende zinnen op het bord. Noteer de tekstverwijzingen op vier velletjes papier.
-
Gij gult geen andere voor mijn aangezicht hebben (Exodus 20:3).
-
Gij zult u geen maken (Exodus 20:4).
-
Gij zult de naam van de Here, uw God, gebruiken (Exodus 20:7).
-
Gedenk de dat gij die heiligt (Exodus 20:8).
Deel de kinderen op in vier groepen. Geef iedere groep een van de tekstverwijzingen, laat ze hun tekst lezen en de bijbehorende zin op het bord zoeken. Laat de eerste groep het ontbrekende begrip op het bord invullen, en laat ze hun zin met de andere kinderen samen opzeggen. Bespreek de betekenis van het gebod en vraag de kinderen hoe ze het kunnen onderhouden. Zet hun ideeën op het bord. Herhaal dit met de andere drie groepen. Moedig de kinderen aan om een van de ideeën op het bord te kiezen en daar gedurende de week aan te werken.
Week 3: Ik moet mijn ouders eren.
Vaststellen wat de leer is (een tekst uit het hoofd leren): Herhaal in het kort de geboden die de kinderen vorige week geleerd hebben. Vraag enkele kinderen wat ze hebben gedaan om die geboden na te leven. Deel de kinderen op in vier groepen, en geef iedere groep een van de woordstroken die hieronder staan (zie Exodus 20:12).
Laat de eerste groep gaan staan, de woorden op hun woordstrook herhalen, en gaan zitten, gevolgd door de andere groepen. Laat de groepen hun woordstrook aan een andere groep geven, en de activiteit herhalen totdat alle groepen iedere woordstrook hebben gelezen. Laat alle kinderen opstaan en het gebod gezamenlijk opzeggen.
Toepassing aanmoedigen (een spel spelen): Deel de kinderen op in groepjes. Vraag iedere groep wat zij kunnen doen om hun ouders te eren. Laat iedere groep uitbeelden wat ze hebben bedacht. Laat de andere kinderen raden wat ze doen. Als ze goed raden, laat u een van de kinderen in de groep hun idee op het bord zetten.
Week 4: Ik moet anderen respecteren.
Vaststellen wat de leer is(over respect praten): Vertel de kinderen dat er vandaag een belangrijk persoon naar het jeugdwerk komt. Laat de kinderen demonstreren hoe ze respect voor die persoon kunnen tonen. Laat ze raden wie de persoon kan zijn. Neurie ‘Ik ben een kind van God’ terwijl u bij ieder kind een papieren ster opspeldt. Leg uit dat iedereen belangrijk is en dat we iedereen met respect moeten behandelen. Leg uit dat verscheidene van de tien geboden ons leren dat we respect voor anderen moeten hebben.
Begrip bevorderen (praktijkgevallen bespreken): Leg uit dat de tien geboden ons leren dat we niet mogen stelen of liegen. Dat is een van de manieren waarop we respect voor anderen kunnen tonen. Bereid enkele praktijkgevallen voor (zie OGGR, pp. 170–171) met situaties waarin de kinderen moeten kiezen of ze eerlijk zijn. Deel de kinderen op in groepen en geef elke groep enkele praktijkgevallen. Laat ze hun praktijkgevallen lezen en bespreken hoe ze in iedere situatie eerlijk kunnen zijn.