Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 11: Openbaring van God aan zijn kinderen


Hoofdstuk 11

Openbaring van God aan zijn kinderen

Onze hemelse Vader leidt ons individueel en als kerk door de Heilige Geest.

Uit het leven van George Albert Smith

Ter illustratie van het belang van openbaring om de kerk te leiden, vertelde George Albert Smith over een ervaring die hij op een vlucht van Los Angeles naar Salt Lake City had gehad:

‘Boven Milford (Utah) vlogen we plotseling in een van de dichtste misten die ik ooit had gezien. Ik probeerde uit het raampje van het vliegtuig naar buiten te kijken, maar ik zag niets door de mist. Waar je ook naar buiten keek, er was niets te zien.

‘Ik wist dat we de bergen naderden met een kruissnelheid van vijf kilometer per minuut en dat we over die bergen heen moesten vliegen om de Salt Lake Valley te bereiken. Ik maakte mij zorgen en vroeg mij af hoe de piloot de weg zou vinden als hij niets kon zien? Hij had zijn kompas, maar het vliegtuig zou uit koers kunnen raken. Er waren instrumenten die de vlieghoogte boven zeeniveau aangaven, maar hij had geen idee hoe hoog we boven de grond vlogen. Volgens mij vloog hij hoog genoeg om over de bergen tussen ons en de Salt Lake Valley te komen en aan de hand van de lichtbakens de landingsbaan te vinden, maar ik rilde bij de gedachte om uit de koers te raken en zo de bakens en het vliegveld te missen.

‘Ongerust liep ik naar voren naar de piloot en de co-piloot om erachter te komen of zij nog wisten waar we waren. Ik kon niet zien of we dertig meter, driehonderd meter of drieduizend meter boven de grond vlogen en ik vroeg hoe zij dat bij benadering konden inschatten. Ik zag dat de piloot een apparaatje tegen zijn oor hield, zoals telefonistes in een telefooncentrale gebruiken om gesprekken te ontvangen. Ik informeerde bij de co-piloot hoe ze wisten in welke richting we vlogen of wanneer we uit de koers waren geraakt. Hij antwoordde: “Als ons zicht slecht is, vliegen we op radiosignalen.”

‘“Hoe werkt dat?” vroeg ik. Hij legde uit dat het signaal vergeleken kan worden met een elektrische snelweg tussen twee punten, en in ons geval waren de punten Milford en Salt Lake City. Hij zei dat het apparaat tegen het oor van de piloot zo werkte dat als het vliegtuig binnen het signaalbereik vliegt er een laag, zoemend geluid te horen is, dat in een klikkend geluid verandert, als van een telegraaftoestel, als waarschuwing voor de piloot dat het vliegtuig naar rechts of links afwijkt. Als hij (…) terugstuurt naar het signaal of de snelweg, ofwel de veilige weg, maakt het klikken weer plaats voor zoemen. Als we het signaal volgen, bereiken we veilig onze bestemming.

‘Ik ging gerustgesteld terug naar mijn zitplaats, omdat ik wist dat we, hoewel we door dikke mist en duisternis vlogen en we niet konden zien of raden waar we waren, de piloot constant informatie ontving dat we op de snelweg waren en wist dat we spoedig op de plaats van bestemming zouden aankomen. Kort daarna voelde ik dat het vliegtuig de daling had ingezet. We vlogen over de bergen en naderden het vliegveld. We bleven dalen en zagen al gauw de lichtbakens die aangaven waar zich de landingsbaan bevond. Kort daarna werd het vliegtuig met zijn kostbare lading als een zeemeeuw die op het water neerstrijkt zachtjes aan de grond gezet, waarna het langzaam tot stilstand kwam en we konden uitstappen, blij dat we weer thuis waren. (…)

‘Ik heb vaak nagedacht over de les die ik toen in het vliegtuig leerde en heb die in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in praktijk gebracht. (…)

‘Niet alleen heeft de Heer ons al in de Schriften van advies voorzien, Hij heeft bovendien een leider in zijn kerk geplaatst, een van zijn zoons, die Hij heeft gekozen, geordend en aangesteld om president te zijn. Hij is onze piloot en laat zich leiden door een stem, die hem in staat stelt om ons naar de juiste bestemming te leiden. Als we verstandig zijn laten we onze eigen mening niet prevaleren boven die van hem, maar zullen we hem met genoegen in ere houden, zolang de Heer hem steunt.’

President Smith greep zijn ervaring in het vliegtuig ook aan om de leden van de kerk te leren dat we allemaal openbaring tot leiding kunnen ontvangen als we die waardig zijn:

‘Als we leven zoals het hoort, hebben we recht op de influisteringen van de stille zachte stem, die ons wijst op gevaar en zegt dat dit het veilige pad is dat we moeten bewandelen. (…) Als we zondigen zal de stem ons influisteren: “Keer terug, je hebt een fout gemaakt; je hebt het advies van je hemelse Vader in de wind geslagen.” Maak uw fout goed zo lang het nog kan, want als u te ver van het rechte pad afdwaalt, zult u de stem niet horen en zult u hopeloos verdwalen. (…)

‘Mijn advies is de Geest Gods te ontvangen en die bij u te houden, en de enige manier om die bij u te houden is door de geboden na te leven. (…) Luister naar de stille zachte stem die u, als u dat waardig bent, altijd zal leiden op het pad dat naar eeuwig geluk leidt.’1 [Zie suggestie 1 op p. 119.]

Leringen van George Albert Smith

Net als in het verleden openbaart God Zichzelf aan zijn kinderen.

Wat is het een voorrecht om in een tijd te leven waarin we weten dat God leeft, waarin we weten dat Jezus Christus de Heiland van de wereld en onze Verlosser is, en waarin we weten dat de Heer Zich blijft openbaren aan zijn kinderen die bereid zijn om zijn zegeningen te ontvangen! Ik kijk deze morgen naar de gezichten van een geweldig publiek [in een bijeenkomst van de algemene conferentie], van wie de meesten de inspiratie van de Almachtige genieten. En als ze bidden, bidden ze tot hun Vader in de hemel met het vertrouwen dat Hij hun gebeden verhoort en zegeningen op hun hoofd zal uitstorten. (…) We weten dat er een God in de hemel is, dat Hij onze Vader is, dat Hij belang stelt in ons doen en laten, en dat doet Hij al sinds het begin van de wereld, toen zijn eerste kinderen op aarde kwamen.2

Het verschil tussen deze geweldige kerk en alle andere kerken is altijd al geweest dat wij in goddelijke openbaring geloven; wij geloven dat onze Vader in deze tijd tot de mens spreekt, zoals Hij ook in de tijd van Adam heeft gedaan. Wij geloven en weten — wat meer is dan een vaag besef — dat onze Vader zijn hand in deze wereld heeft opgeheven voor het heil van de mensenkinderen.3

Het is niet alleen omdat we in deze boeken geloven [het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde] dat men ons beschouwt als een vreemd volk, maar ook omdat we het volste vertrouwen hebben dat onze hemelse Vader in dit tijdperk heeft gesproken. We weten zonder twijfel dat er contact met de hemelen is. We geloven dat Jehova dezelfde gevoelens voor ons heeft, dezelfde invloed over ons heeft als Hij voor en over zijn kinderen had die eerder op aarde hebben geleefd.

Voor de ongelovigen zijn de leden van de Kerk van Jezus Christus in alle tijden een vreemd volk geweest. Als de Heer sprak bij monde van zijn dienstknechten waren er in de verschillende tijdsperiodes altijd mensen op aarde die zeiden: ‘Ik geloof niet in openbaring.’ Deze tijd vormt daar geen uitzondering op. De duizenden, ja, miljoenen, kinderen van onze hemelse Vader die in deze tijd loochenen dat God zijn wil weer aan de mensenkinderen openbaart en zeggen dat ze geen behoefte hebben aan verdere openbaring, herhalen slechts wat mensen eerder in de wereldgeschiedenis hebben gezegd.4

Wij geloven niet dat de hemelen gesloten zijn, wij geloven dat dezelfde Vader die de kinderen Israëls liefhad en koesterde ons liefheeft en koestert. We geloven dat we de hulp en leiding van onze hemelse Vader net zo hard nodig hebben als zij. We weten dat het zegel is verbroken in het tijdperk waarin wij leven en dat God weer uit de hemelen heeft gesproken.5 [Zie suggestie 2 op p. 120.]

De Heer leidt zijn volk door middel van openbaring aan de president van de kerk.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is op rechtstreeks gebod van onze hemelse Vader gesticht. Deze kerk is gegrondvest op de rots van openbaring en wordt door middel van openbaring geleid.6

Het is uniek om in deze tijd tot een kerk te behoren waarvan de leden geloven dat de Heer bij monde van zijn leiders spreekt. Als we instructie van de president van de kerk krijgen, geloven wij dat hij ons vertelt wat de Heer van ons verwacht. Voor ons is het meer dan slechts het advies van een mens. Dat geloven wij, en het brengt ons ertoe om naar binnen te kijken en ons voor te nemen om te worden wat God wil dat we worden.7

We hebben misleide zielen in de kerk gehad die, in hun onwetendheid, tegen het advies van de [president van de kerk] ingingen en niet in de gaten hadden dat ze tegen de Heer kanten. Duisternis en verdriet waren het gevolg, en tenzij zij zich bekeren, zullen zij niet in het celestiale koninkrijk worden toegelaten.

Laten we eraan denken dat de president van de kerk officieel is aangewezen als de piloot van de kerk om de Meester van hemel en aarde te vertegenwoordigen.8

In het geval dat er iemand op eigen voordeel uit is, zoals soms gebeurt, en naar een of meerdere mensen toegaat en zegt: ‘Ik heb een droom gehad en dit is wat de Heer wil dat we doen’, dan kunt u er zeker van zijn dat die persoon niet aan de kant van de Heer staat. De dromen, visioenen en openbaringen van God voor de mensenkinderen komen altijd via zijn officieel benoemde dienstknecht. U kunt dromen hebben en gezichten zien voor uw eigen troost of genoegen, maar die zijn niet voor de hele kerk bestemd. (…) We hoeven niet misleid te worden.9

Mijn ziel is vervuld van dank dat we door getrouwheid in de kerk een piloot hebben die de weg weet; en als we zijn aanwijzingen opvolgen (…) zullen ons de geestelijke rampen bespaard blijven waarmee de wereld wordt geconfronteerd; maar wij zullen rondgaan en goeddoen, het mensdom tot zegen zijn en ons verheugen in het gezelschap van onze dierbaren.10 [Zie suggestie 3 op p. 120.]

Als we de geboden onderhouden, hebben we recht op inspiratie van de Heilige Geest.

Ik geloof in u, broeders en zusters. (…) U hebt recht op dezelfde kennis als de man die deze kerk presideert. U hebt recht op dezelfde inspiratie die de mannen toevloeit die op aanwijzing van God tot leider zijn geordend. U hebt recht op dezelfde inspiratie van de Geest, en de kennis dat Hij uw Vader is. En als ik ‘u’ zeg, bedoel ik daar iedereen mee die de geboden van de Vader onderhoudt en deelgenoot is van de aangename invloed van de Geest des Heren in de Kerk van Christus. (…) Ieder van ons heeft recht op de inspiratie van de Heer al naargelang het rechtschapen leven dat we leiden.11

Waar u ook gaat, u zult nergens een groep zoals wij vinden, ieder vervuld van geloof in God; en als we u ieder zouden vragen wie er een getuigenis heeft, niet een vaag idee op basis van wat anderen zeggen, maar wie zeker weet dat dit Gods werk is, dat Jezus de Christus is, dat we een eeuwig leven leiden, dat Joseph Smith een profeet van de levende God was, zou u antwoorden dat u dat getuigenis heeft, dat het u bemoedigt en versterkt, en u voldoening schenkt op uw levenspad. (…)

(…) Ik leerde al vroeg in mijn leven dat dit het werk van de Heer is. Ik wist al jong dat er profeten op aarde waren. Ik leerde dat de inspiratie van de Almachtige rust op wie dat waardig zijn, zodat we niet afhankelijk zijn van een of twee of een half dozijn mensen. Er zijn duizenden leden van deze kerk die weten — en het is geenszins een kwestie van inbeelding — dat God leeft en dat Jezus de Christus is en dat we kinderen van God zijn.12

U bent niet alleen afhankelijk van de geschiedenis of van de leringen van mensen om te weten dat dit werk het werk des Heren is, want die kennis is door de gave van de Heilige Geest in uw ziel gegrift. Als u het in u gestelde vertrouwen niet beschaamt, zal er geen twijfel in uw hart bestaan over uw herkomst of over de plek waar u naartoe gaat als dit leven voorbij is.13

Een ander kan ons geen getuigenis geven. Die overtuiging komt van onze hemelse Vader.14

Door de kennis die ik heb ontvangen, sta ik hier vandaag ontzettend dankbaar voor u. Ik ben dankbaar dat ik voor het getuigenis dat ik bezit van niemand afhankelijk ben. Uiteraard ben ik dankbaar voor de aanmoedigingen die ik heb gekregen van anderen die licht en waarheid bezitten en wier rechtschapen leven een stimulans voor mij is, maar ik ben niet afhankelijk van hen voor de kennis dat God leeft, dat Jezus Christus de Verlosser van het mensdom is en dat Joseph Smith een profeet van de Heer is. Dat weet ik uit mijzelf.

(…) Ik getuig met vreugde dat ik weet dat het evangelie waar is, en met heel mijn ziel dank ik mijn hemelse Vader dat Hij mij dat geopenbaard heeft.15

Van alle zegeningen die mij ten deel zijn gevallen, is de kostbaarste wel de kennis dat God leeft en dat dit zijn werk is, omdat die ten grondslag ligt aan alle andere zegeningen die ik in dit leven of het volgende leven hoop te krijgen.16 [Zie suggestie 4 op p. 120.]

De Heilige Geest is een betrouwbare gids op ons levenspad.

Het gezelschap van [Gods] Geest (…) is een betrouwbare gids op ons levenspad en een zekere voorbereiding op een thuis in zijn celestiale koninkrijk.17

We lezen in Job dat er een geest in de mens is en dat de inspiratie van de Almachtige hem begrip geeft [zie Job 32:8]. Als we de geboden van God onderhouden, hebben we recht op die inspiratie; en als we leven zoals zoons van God behoren te leven, zullen we die inspiratie ontvangen, en niemand kan dat verhinderen. Het gevolg is dat we ons lichamelijk, mentaal en moreel ontwikkelen, en dat die ontwikkeling zich in de eeuwigheid zal voortzetten.18

Het gezelschap van de Geest des Heren is een tegengif tegen vermoeidheid, (…) tegen angst en alle andere zaken die ons soms de voet dwars zetten.19

Toen de discipelen van Jezus bij Hem waren, bewonderden zij Hem, hoewel ze niet echt begrepen hoe groot Hij werkelijk was, maar pas toen de kracht van de Heilige Geest over hen kwam, pas toen zij de doop met vuur hadden ondergaan, konden zij de problemen aan en de vervolgingen verduren die hun het leven bijna ondraaglijk maakten. Toen de inspiratie van de Almachtige hun begrip verschafte, wisten ze dat ze [een] eeuwig leven leidden; en het leed voor hen geen twijfel dat hun lichaam, bij getrouwheid, na hun dood in heerlijkheid en onsterfelijkheid uit het graf zou voortkomen.

Dat was het gevolg van de inspiratie van de Geest Gods die op hen was uitgestort, de inspiratie van de Almachtige die hen van kennis voorzag. (…)

Ik bid dat de Geest die ons op het pad van waarheid en rechtschapenheid houdt bij ons zal blijven, en ik bid ook dat dit verlangen, dat voortvloeit uit de inspiratie van onze hemelse Vader, ons tot leidraad zal zijn op ons levenspad.20

Moge het zo zijn dat na ons leven zal blijken dat we naar de influisteringen van de stille zachte stem hebben geluisterd die ons altijd op het pad der gerechtigheid tot leiding is, en dat de deur van het celestiale koninkrijk voor ons en onze dierbaren is geopend, zodat we in alle eeuwigheid gelukkig kunnen zijn.21 [Zie suggestie 5 op p. 120.]

Ideeën voor studie en onderwijs

Denk na over de onderstaande ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u voorbereidt op uw les. Zie pp. V–VII voor meer informatie.

  1. Lees ‘Uit het leven van George Albert Smith’ (pp. 111–114) en overweeg hoe president Smiths analogie van toepassing is op onze levensreis. Waar kunnen de mist, het radiosignaal en het klikkende geluid voor staan? Hoe heeft de Heer u voor gevaar gewaarschuwd en u geholpen om op het pad naar het eeuwige leven te blijven?

  2. Op pp. 114–115, verklaart president Smith dat openbaring nu net zo hard nodig is als in Bijbelse tijden. Wat zou u tegen iemand zeggen die beweert dat de openbaringen in de Schriften toereikend zijn voor onze tijd? Hoe is het u duidelijk geworden dat onze hemelse Vader ‘belang stelt in ons doen en laten’?

  3. Neem de paragraaf door die op p. 115 begint. Hoe bent u gaan inzien dat de raad van de profeet van de Heer afkomstig is en ‘meer [is] dan slechts het advies van een mens’? (p. 116.) Hoe kan persoonlijke openbaring u van pas komen bij het aanvaarden en toepassen van de openbaringen die de profeet ontvangt?

  4. Bestudeer de paragraaf die op pagina 116 begint en overweeg hoe u een getuigenis van het evangelie hebt gekregen. Hoe heeft het getuigenis van anderen u geholpen? Wat hebt u gedaan om zelf de waarheid te weten te komen?

  5. Kijk in de laatste paragraaf van leringen (pp. 118–119), naar woorden en zinsneden die aangeven hoe de Heilige Geest ons hulp kan bieden. Overweeg wat u kunt doen om het gezelschap van de Heilige Geest vaker waardig te zijn.

Relevante teksten: Johannes 15:26; 1 Nephi 10:17–19; 2 Nephi 32:5; Moroni 10:3–5; Leer en Verbonden 1:38; 42:61; 76:5–10; Geloofsartikelen 1:9

Onderwijstip: ‘Het is niet erg als het een paar seconden stil is nadat u een vraag hebt gesteld. Beantwoord uw eigen vraag niet. Geef de leerlingen voldoende tijd om erover na te denken. Als het echter te lang stil blijft, kan het zijn dat ze de vraag niet begrijpen en dat u de vraag anders moet stellen’ (Onderwijzen — geen grotere roeping, p. 69).

Noten

  1. Conference Report, oktober 1937, pp. 50–53.

  2. Conference Report, april 1946, p. 4.

  3. Conference Report, april 1917, p. 37.

  4. ‘Some Points of “Peculiarity”’, Improvement Era, maart 1949, p. 137.

  5. Verloop van de inwijdingsdienst voor het Joseph Smith Memorial Monument, p. 55.

  6. ‘Message to Sunday School Teachers’, Instructor, november 1946, p. 501.

  7. Conference Report, oktober 1930, p. 66.

  8. Conference Report, oktober 1937, pp. 52–53.

  9. Conference Report, oktober 1945, pp. 118–119.

  10. Conference Report, oktober 1937, p. 53.

  11. Conference Report, oktober 1911, p. 44.

  12. Conference Report, april 1946, pp. 124–125.

  13. Conference Report, april 1905, p. 62.

  14. ‘Opportunities for Leadership’, Improvement Era, september 1949, p. 557.

  15. Conference Report, oktober 1921, p. 42.

  16. Conference Report, april 1927, p. 82.

  17. ‘To the Latter-day Saints Everywhere’, Improvement Era, december 1947, p. 797.

  18. Conference Report, april 1944, p. 31.

  19. Conference Report, oktober 1945, pp. 115–116.

  20. Conference Report, april 1939, pp. 124–125.

  21. Conference Report, april 1941, p. 28.

George Albert Smith en zijn vrouw, Lucy. President Smith gebruikte een ervaring in een vliegtuig om het belang van openbaring te onderstrepen.

‘Ieder van ons heeft recht op de inspiratie van de Heer al naargelang het rechtschapen leven dat we leiden.’