Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 18


‘Hoofdstuk 18: Huwelijksgeluk’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)

‘Hoofdstuk 18’, Leringen: Thomas S. Monson

Hoofdstuk 18

Huwelijksgeluk

‘Kies uw partner zorgvuldig en gebedvol uit; en ga, als u eenmaal gehuwd bent, uitermate loyaal met elkaar om.’

Uit het leven van Thomas S. Monson

Toen president Thomas S. Monson een jonge man was, ontdekte hij tot zijn verbazing een nauwe band tussen zijn familie en de familie van het meisje met wie hij uitging, Frances Beverly Johnson, met wie hij later trouwde. Hij zei:

‘De vader van mijn vader kwam uit Zweden, en zijn vrouw uit Engeland. […] Zij trouwden in de Salt Laketempel en hij schreef in zijn dagboek: “Dit is de gelukkigste dag van mijn leven. Mijn liefste en ik zijn voor tijd en eeuwigheid in de heilige tempel getrouwd.”

‘Drie dagen later, op 23 april 1898, schreef hij: “Ik heb de trein vanaf het Rio Grande Western Depot genomen, op weg naar Scandinavië, waarnaar ik op zending ben geroepen.” Op weg naar Zweden, met achterlating van zijn bruid.

‘Zijn met potlood geschreven dagboek kreeg ik van een oom, die om de een of andere reden wilde dat ik het dagboek van zijn vader kreeg. De aantekening “mijn voeten zijn nat” komt het meest voor in het dagboek. Maar de mooiste aantekening was: “Vandaag zijn we naar het huis van Jansson [later naar Johnson veranderd] gegaan. We maakten kennis met zuster Jansson. Ze heeft een heerlijke maaltijd op tafel gezet. Ze is een goede kokkin.” En daarna schreef hij: “De kinderen zongen of speelden harmonica of deden een dansje. En toen betaalde ze haar tiende. Vijf kronen voor de Heer, één voor mijn collega, ouderling Ipson, en één voor mij.” En toen volgden de namen van de kinderen.

‘Toen ik in het dagboek las, zag ik de naam van de vader van mijn vrouw staan. Hij maakte deel uit van dat gezin en had waarschijnlijk een lied gezongen. Hij zou de vader worden van slechts één dochter, het meisje met wie ik getrouwd ben.’

President Monson heeft verteld wat er gebeurde toen hij Frances voor hun eerste afspraakje ging ophalen:

‘De eerste keer dat ik Frances zag, wist ik dat ik de ware gevonden had. De Heer bracht ons later weer met elkaar in contact en toen vroeg ik haar of ze met mij uit wilde. Ik ging naar haar huis om haar op te halen. Zij stelde mij voor en haar vader zei: “‘Monson’, dat is toch een Zweedse naam?”

‘Ik zei: “Ja.”

‘Hij zei: “Goed.”

‘Toen ging hij de kamer uit en kwam even later terug met een foto van twee zendelingen met hun hoge hoed op en een Boek van Mormon in de hand.

‘“Ben jij familie van deze Monson?”, vroeg hij, “Elias Monson?”

‘Ik zei: “Ja, hij is de broer van mijn opa. Ook hij was op zending in Zweden.”’

Toen Frances’ vader dat hoorde, begon hij te huilen. Toen zijn familie nog in Zweden woonde, waren ze vaak bezocht door ouderling Elias Monson. Frances’ vader ‘gaf mij een zoen op de wang’, herinnerde president Monson zich later, ‘en toen begon haar moeder te huilen, en die zoende mij op de andere wang. Ik keek naar Frances. Ze zei: “Ik ga mijn jas halen.”’1

Tom en Frances trouwden in oktober 1948. Tijdens de algemene aprilconferentie van 2008 – president Monsons eerste conferentie als president van de kerk – sprak hij deze dank uit voor zuster Monson en haar levenslange inzet en steun:

‘Ik dank mijn Vader in de hemel voor mijn lieve vrouw, Frances. In oktober zullen we vieren dat we 60 jaar gelukkig getrouwd zijn. Hoewel mijn werk voor de kerk al op jonge leeftijd begon, heeft ze nooit geklaagd als ik het huis verliet om vergaderingen bij te wonen of opdrachten uit te voeren. Jarenlang moest ik als ik lid van de Twaalf vaak Salt Lake City verlaten – soms wel vijf weken lang – waardoor zij alleen achterbleef om voor onze kleine kinderen en ons huis te zorgen. Vanaf het moment dat ik op 22-jarige leeftijd als bisschop werd geroepen, hebben we bijna nooit bij elkaar in de kerk kunnen zitten. Ik had niet om een trouwere, lievere en begripvollere vrouw kunnen vragen.’2

Na veel problemen met haar gezondheid overleed zuster Monson op 17 mei 2013. Een paar maanden later beschreef president Monson in een algemene ZHV-bijeenkomst liefdevol wat ze voor hem betekende: ‘Ze was een trouwe dochter van onze hemelse Vader, dierbare partner en mijn innigste vriendin. Ik mis haar meer dan ik onder woorden kan brengen.’3

Thomas S. en Frances Monson

‘Onze dierbaarste vriend of vriendin is onze huwelijkspartner.’

Leringen van Thomas S. Monson

1

Geluk is overvloedig aanwezig als er oprecht wederzijds respect is tussen man en vrouw.

Onze dierbaarste vriend of vriendin is onze huwelijkspartner. Deze wereld zou zoveel beter zijn als onze dankbaarheid voor onze man of vrouw dagelijks weerspiegeld werd in vriendelijkheid en respect.4

Geluk is overvloedig aanwezig als er oprecht wederzijds respect is. Vrouwen groeien dichter naar hun man toe, de man zal zijn vrouw meer waarderen en kinderen zijn gelukkig, zoals God het voor hun bedoeld heeft.5

Van mensen die trouwen om een blijvende relatie op te bouwen, worden bepaalde eigenschappen en een bepaalde mentaliteit vereist. Ze moeten zich naar elkaar kunnen schikken. Het vereist inzicht om de gezamenlijke problemen op te kunnen lossen. Ze hebben de bereidheid nodig om naar harmonie te streven door te geven en nemen. Ze moeten een hoge mate van onzelfzuchtigheid bezitten en hun partner boven hun eigen verlangens kunnen plaatsen.6

President Howard W. Hunter heeft dit over het huwelijk gezegd: ‘Een gelukkig en succesvol huwelijk is niet zozeer een zaak van met de juiste persoon trouwen, maar de juiste persoon zijn.’ Goed gezegd. ‘De bewuste keuze om je volledig in te zetten is de belangrijkste bijdrage aan het succes.’ [The Teachings of Howard W. Hunter, Clyde J. Williams (red., 1997), 130.]7

Ik zal mij altijd een bezoek herinneren aan president Hugh B. Brown [van het Eerste Presidium]. Het was de dag van de diploma-uitreiking aan de Brigham Young University. De plechtigheid stond onder leiding van president Brown en ik moest de openingstoespraak houden. Ik haalde hem thuis op en begeleidde hem naar mijn auto. Toen ik wilde wegrijden, zei hij echter: ‘Wacht nog heel even, alstublieft. Mijn vrouw, [Zina], komt zo meteen naar het raam.’

Ik keek op, merkte dat het gordijn opzijgeschoven was, en zag zuster Brown in haar rolstoel achter het raam, die haar glimlachende echtgenoot liefdevol toezwaaide met een klein wit zakdoekje. Gelijk haalde president Brown zijn grote witte zakdoek tevoorschijn en zwaaide ermee naar zijn vrouw, kennelijk tot haar grote genoegen. Vervolgens trokken we langzaam op richting Provo.

Ik vroeg: ‘Wat heeft het zwaaien met een witte zakdoek te betekenen?’

Hij antwoordde: ‘Mijn vrouw en ik doen dat al zo lang we getrouwd zijn. Het is een symbool en betekent dat alles die dag goed zal verlopen totdat we ’s avonds weer bij elkaar zijn.’8

2

In het huwelijk wandelen man en vrouw zij aan zij als zoon en dochter van God.

Broeders, laten we onze vrouw koesteren en met respect behandelen. Zij is onze eeuwige metgezellin. Zusters, houd uw man in ere. Hij heeft behoefte aan een zacht woord. Hij heeft behoefte aan een glimlach. Hij heeft behoefte aan een warme uiting van ware liefde.9

Ik houd van de woorden die president David O. McKay dikwijls citeerde: ‘De vrouw is genomen uit de man – niet uit zijn voeten om vertreden te worden, maar uit zijn zijde om aan hem gelijk te zijn, onder zijn arm om zijn bescherming te genieten, en dicht bij zijn hart om te worden bemind.’

De gedachte echter die mijn ziel altijd ontroert, is de eenvoudige maar o zo wijze raad: ‘Mannen moeten ervoor waken vrouwen aan het huilen te brengen, want God telt hun tranen.’10

In het huwelijk is geen van de partners superieur of inferieur aan de ander. U wandelt zij aan zij als zoon en dochter van God.11

echtpaar bij de tempel

‘In het huwelijk is geen van de partners superieur of inferieur aan de ander.’

3

Uw huwelijksverbonden indachtig zijn, kan helpen in tijden van huwelijksproblemen.

Als iemand van u huwelijksproblemen heeft, dring ik er bij u op aan om al het mogelijke te doen om die op te lossen, zodat u weer net zo gelukkig bent als u was toen u in het huwelijk trad. Wij die in het huis des Heren in het huwelijk treden, doen dat voor tijd en voor alle eeuwigheid, en dan moeten we al het nodige doen om dat te bewerkstelligen. Ik besef dat er situaties zijn waarin een huwelijk niet te redden is, maar ik ben oprecht van mening dat de meeste dat wel zijn. Doe er alles aan om uw huwelijk niet in de gevarenzone terecht te laten komen.12

Vele jaren geleden was er in de wijk die ik als bisschop presideerde een echtpaar dat vaak hele ernstige en heftige meningsverschillen had. Ik bedoel echte meningsverschillen. Beiden waren overtuigd van hun gelijk. Geen van beiden gaf een duimbreed toe. En als ze niet met elkaar in de clinch lagen, was er sprake van een ‘ongemakkelijke wapenstilstand’.

Ze belden mij een keer om twee uur ’s nachts. Ze wilden met mij praten en wel meteen. Ik gleed uit bed, kleedde mij aan en ging bij hen langs. Ze zaten zo ver mogelijk van elkaar vandaan en zeiden geen woord tegen elkaar. De vrouw communiceerde met haar man via mij. Ook hij antwoordde haar via mij. Ik dacht: hoe gaan we dit echtpaar in hemelsnaam weer nader tot elkaar krijgen?

Ik bad om inspiratie en kreeg de ingeving om hen een vraag te stellen. Ik vroeg: ‘Hoelang is het geleden dat u naar de tempel bent geweest en bij een huwelijksverzegeling aanwezig was?’ Ze bekenden dat het al een hele tijd geleden was. Ze waren anderszins waardig en hadden beiden een tempelaanbeveling. Ze gingen ook naar de tempel om verordeningswerk voor anderen te doen.

Ik zei tegen hen: ‘Gaat u aanstaande woensdagmorgen om acht uur met mij mee naar de tempel? Dan gaan we naar een verzegelingsceremonie.’

In koor vroegen ze: ‘Ceremonie van wie?’

Ik antwoordde: ‘Dat weet ik niet. Van iemand die woensdagmorgen in het huwelijk treedt.’

De daaropvolgende woensdag troffen we elkaar op het vastgestelde tijdstip bij de Salt Laketempel. We liepen een van de prachtige verzegelkamers binnen, en kenden niemand van de personen die in de kamer waren, uitgezonderd ouderling ElRay L. Christiansen, die toen assistent van het Quorum der Twaalf Apostelen was, een functie die toentertijd bestond. Ouderling Christiansen zou die morgen de verzegeling voltrekken van de aanwezige bruid en bruidegom. Ik ben ervan overtuigd dat de bruid en haar familie dachten: dat moeten vrienden van de bruidegom zijn. En dat de familie van de bruidegom dacht: dat moeten vrienden van de bruid zijn. Mijn echtpaar zat op een klein bankje met ruim een halve meter ruimte tussen hen in.

Ouderling Christiansen gaf het paar dat in de echt zou worden verbonden eerst nog wat goede raad, wat hij op schitterende wijze deed. Hij merkte op dat een man zijn vrouw behoort lief te hebben en haar met respect en hoffelijkheid moet behandelen, en eren als de spil van het gezin. Toen sprak hij tot de bruid en zei haar hoe ze haar man kon eren als het hoofd van het gezin en hem altijd haar steun kon geven.

Ik merkte dat mijn echtpaar, terwijl ouderling Christiansen zich tot de bruid en bruidegom richtte, steeds een beetje naar elkaar toe schoven. Spoedig zaten ze vlak naast elkaar. Wat mij aangenaam trof, was dat ze beiden evenveel naar elkaar toe waren gekomen. Aan het einde van de ceremonie zat mijn paar zo dicht tegen elkaar aan alsof zij de pasgehuwden waren. Beiden glimlachten.

We verlieten die dag de tempel en niemand heeft ooit geweten wie we waren en waarom we waren gekomen, maar mijn vrienden hielden elkaars hand vast terwijl zij door de voordeur naar buiten liepen. Hun meningsverschillen waren naar de achtergrond geschoven. Ik had niet één woord hoeven te zeggen. Ze herinnerden zich namelijk hun eigen trouwdag en de verbonden die ze in het huis van God hadden gesloten. Ze hadden zich voorgenomen om opnieuw te beginnen en dit keer wat meer hun best te doen.13

Wij moeten als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen heilige verbonden eren. En als we gelukkig willen zijn, moeten we ze nakomen. Ja, ik heb het bijvoorbeeld over het verbond van de doop, het verbond van het priesterschap, en het verbond van het huwelijk.14

Verzegelkamer Rometempel (Italië)

‘Wij die in het huis des Heren in het huwelijk treden, doen dat voor tijd en voor alle eeuwigheid, en dan moeten we al het nodige doen om dat te bewerkstelligen.’

4

Voor een succesvol huwelijk is toewijding vereist.

Als kleine jongen ging ik graag naar mijn oma, die […] in Salt Lake City woonde. Oma was altijd zo blij om ons te zien en ons dicht bij zich te hebben. Wij zaten dan bij haar op schoot terwijl zij ons verhalen voorlas.

Toen mijn oma overleden was, gingen haar jongste zoon, oom Ray, en zijn vrouw daar wonen. Toen ik oom Ray vlak voor zijn dood bezocht, viel het mij op dat de brandweerkraan op de stoep kleiner leek dan toen ik die zoveel jaren geleden had beklommen. De vriendelijk uitziende veranda was hetzelfde – de rustige, vredige sfeer was onveranderd. Aan de keukenmuur hing een ingelijste uitspraak die mijn tante had geborduurd. Het was een uiterst praktische uitspraak: ‘Kies wie je liefhebt; heb je keuze lief.’ Vaak is daar een compromis voor nodig, of vergeving, en misschien wel excuses. We moeten het succes van ons huwelijk altijd voorop stellen.15

De treurigste en ontmoedigendste taak die ik elke week af te handelen heb, [is] de annulering van verzegelingen. Aan elke annulering is een vreugdevolle huwelijksverzegeling in het huis des Heren voorafgegaan, waar een lieftallig paar samen een nieuw leven begon en ernaar uitkeek om de rest van de eeuwigheid gezamenlijk door te brengen. En dan gaan er maanden, jaren voorbij, waarna om de een of andere reden de liefde een stille dood sterft. Dat kan het resultaat zijn van financiële problemen, gebrek aan communicatie, onbeteugelde driftbuien, inmenging van schoonfamilie, zondige praktijken. Er kunnen allerlei redenen zijn. In de meeste gevallen hoeft het niet in een echtscheiding te eindigen. […]

Kies uw partner zorgvuldig en gebedvol uit; en ga, als u eenmaal gehuwd bent, uitermate loyaal met elkaar om. […] Trouw in het huwelijk is absoluut onontbeerlijk.16

Wij moeten ons niet door de onenigheid – en soms wreedheid – tussen levensgezellen […] laten ontmoedigen, en denken dat de deugd verdwenen is en de lamp van de liefde niet meer schijnt. Twee dierbare vrienden van mij liggen […] wegens een zwakke gezondheid hulpeloos op bed. Zij zijn niet alleen. Hun trouwe levensgezellen verzorgen hen liefdevol. Mijn vriend Pres, die de zijde van zijn vrouw slechts zelden verlaat, zei over haar: ‘Christine is zwakker, maar nog steeds mooi. Ik houd zoveel van haar.’ Wat een edel eerbetoon aan trouw, liefde en huwelijk!17

Besef dat u niet elk probleem dat op uw pad komt voor kunt zijn, maar vertrouw erop dat er voor bijna alles een oplossing is als u vindingrijk bent en als u bereid bent om aan uw huwelijk te werken. […] Als u een verstandige keuze maakt, en als u veel tijd stopt in uw huwelijk, is er niets in het leven dat u meer geluk zal brengen.18

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Monson heeft gezegd dat geluk in het huwelijk ‘overvloedig aanwezig [is] als er oprecht wederzijds respect is’ (sectie 1). Wat kunnen we van het verhaal van president en zuster Brown leren? Hoe kunnen man en vrouw leren zich aan elkaar aan te passen? Hoe kunnen we problemen leren oplossen? Waarom is ‘een hoge mate van onzelfzuchtigheid’ noodzakelijk in het huwelijk?

  • President Monson heeft gezegd: ‘In het huwelijk is geen van de partners superieur of inferieur aan de ander’ (sectie 2). Hoe kunnen echtparen dit beginsel in hun huwelijk toepassen? Wat zijn de gevolgen als een huwelijkspartner zich superieur of inferieur voelt? Bent u getrouwd, bedenk dan wat u kunt doen om uw partner beter te laten zien dat u van hem of haar houdt.

  • Hoe kan de raad van president Monson in sectie 3 nuttig zijn in tijden van huwelijksproblemen? Hoe sterkt het sluiten, nakomen en overdenken van huwelijksverbonden een huwelijk? Wat kan een huwelijk nog meer sterken?

  • Hoe kunnen man en vrouw elkaar trouw zijn? (Zie sectie 4.) Hoe kunnen ze hun communicatie verbeteren? Wat bent u te weten gekomen over hoe man en vrouw samen meer geluk kunnen vinden?

Relevante Schriftteksten

Genesis 2:21–24; Mattheüs 19:3–6; 1 Korinthe 11:11; Leer en Verbonden 42:22; 49:15–16; 132:18–19.

Studietip

‘Uw evangeliestudie is het doelmatigst als u door de Heilige Geest wordt onderricht. Begin uw evangeliestudie altijd met een gebed, waarin u om hulp van de Heilige Geest vraagt.’ (Predik mijn evangelie [2004], 18.)

Noten

  1. Overvloedig gezegend’, Liahona, mei 2008, 111. President Monsons oudoom Elias Monson heeft van 1906 tot 1908 een zending in Zweden vervuld. President Monsons grootvader Nels (Nils) Monson had de familie Jansson enkele jaren eerder ontmoet, toen hij van 1898 tot 1900 in de Scandinavische Zending werkzaam was.

  2. Terugkijken en vooruitgaan’, Liahona, mei 2008, 89.

  3. Wij staan er nooit alleen voor’, Liahona, november 2013, 121.

  4. Een dankbare houding’, Liahona, mei 2000, 8.

  5. Een voorbeeld voor de gelovigen’, De Ster, januari 1993, 88.

  6. Een voorbeeld voor de gelovigen’, 88.

  7. Priesterschapsmacht’, Liahona, mei 2011, 68.

  8. Vensters’, De Ster, januari 1990, 62.

  9. Overvloedig gezegend’, 112.

  10. De vuurtoren van de Heer’, De Ster, januari 1991, 90.

  11. Priesterschapsmacht’, 68.

  12. Priesterschapsmacht’, 69.

  13. Priesterschapsmacht’, 68–69.

  14. Happiness—The Universal Quest’, Ensign, oktober 1993, 4.

  15. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 7.

  16. Priesterschapsmacht’, 68.

  17. Kenmerken van een gelukkig gezin’, De Ster, januari 1989, 60.

  18. Priesterschapsmacht’, 67.