‘Hoofdstuk 5: De gave van keuzevrijheid’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)
‘Hoofdstuk 5’, Leringen: Thomas S. Monson
Hoofdstuk 5
De gave van keuzevrijheid
‘Al onze keuzes hebben gevolgen. Sommige hebben weinig of niets te maken met ons eeuwig heil, terwijl andere daar alles mee te maken hebben.’
Uit het leven van Thomas S. Monson
President Monson heeft gezegd: ‘Ik ben onze liefhebbende hemelse Vader heel dankbaar voor zijn gave van keuzevrijheid, ofwel het recht om te kiezen.’1 Onder zijn vele leringen over verstandig gebruik van keuzevrijheid heeft hij het volgende verhaal uit zijn eigen leven verteld:
‘Ik denk terug aan een dag kort voor mijn achttiende verjaardag. We waren allemaal erg angstig. De Tweede Wereldoorlog werd nog steeds gestreden en iedere jonge man wist dat hij een keuze moest maken. Er was niet veel te kiezen: hij kon kiezen om bij het leger te gaan of hij kon kiezen om bij de marine te gaan. Ik nam dienst bij de marine.
‘We stonden met 44 jongemannen bij het wervingskantoor. Ik zal nooit vergeten hoe de hoogste onderofficieren naar ons toekwamen en ons een keuze voorlegden. Ze zeiden: “Jonge mannen, jullie moeten een belangrijke keuze maken. Aan de ene kant kun je verstandig zijn en ervoor kiezen om bij de gewone marine te gaan. Je kunt je voor vier jaar aanmelden. Je ontvangt de beste opleiding. Je zult allerlei kansen krijgen omdat je echt bij de marine hoort. Als je ervoor kiest om die richting niet te nemen, kun je bij de reservisten van de marine gaan. De marine heeft op dit moment niet veel interesse in de reservisten. Je zult geen opleiding volgen. Je zult naar zee worden gestuurd. Niemand weet hoe je toekomst eruit zal zien.”
‘Toen vroegen ze ons om op de stippellijn te tekenen. Ik wendde me tot mijn vader en zei: “Wat moet ik doen, pa?”
‘Met een brok in zijn keel antwoordde hij: “Ik weet niets over de marine.” Dat was het geval voor iedere vader die daar die dag was.
‘42 van de 44 kozen voor vier jaar dienst bij de reguliere marine. De 43e haalde de lichamelijke test voor de reguliere marine niet, dus moest hij dienst bij de reservisten doen.
‘Toen kwamen ze bij mij; en ik beken u dat ik een gebed naar de hemel heb opgezonden, oprecht en met de hoop dat de Heer het zou beantwoorden. En dat deed Hij. De gedachte kwam zo helder bij me op alsof ik een stem had gehoord: “Vraag de hoogste onderofficieren wat zij gekozen hebben.”
‘Ik vroeg elk van die doorknede onderofficieren: “Hebt u voor de reguliere marine of voor de reservisten gekozen?”
‘Ieder van hen had voor de reservisten gekozen.
‘Ik keerde me om en zei: “Met alle wijsheid en ervaring die u hebt, wil ik aan uw kant staan.”
‘Ik koos voor de reservisten, wat betekende dat ik voor de duur van de oorlog plus zes maanden in dienst ging. De oorlog eindigde niet lang daarna en binnen een jaar kreeg ik eervol ontslag. Ik kon mijn opleiding voortzetten. Ik had het voorrecht om op veel manieren in de kerk te dienen. Wie weet hoe de loop van mijn leven veranderd zou zijn als ik niet dat moment had genomen om mijn hemelse Vader om leiding te vragen voor wat voor sommigen misschien een kleine beslissing leek!’2
Leringen van Thomas S. Monson
1
Toen we op aarde kwamen, brachten we de gave van keuzevrijheid met ons mee.
Wij weten dat we onze keuzevrijheid al hadden vóórdat deze wereld er was, en dat Lucifer probeerde ons die af te nemen. Hij had geen vertrouwen in het beginsel van keuzevrijheid, of in ons, en pleitte daarom voor een opgelegd heil. Hij hield vol dat er met zijn plan niemand verloren zou gaan, maar hij leek niet in te zien – of er misschien niet om te geven – dat daarnaast ook niemand wijzer, sterker, mededogender of dankbaarder zou worden als we zijn plan zouden volgen.3
Toen we op aarde kwamen, brachten we die grote gave van God mee: onze keuzevrijheid. We hebben het voorrecht om op duizenden manieren zelf te kiezen. We leren hier door ondervinding in de harde leerschool die het leven is. We onderscheiden goed van kwaad. We maken onderscheid tussen bitter en zoet. We leren dat we met beslissingen onze bestemming bepalen.4
In het begin, nadat [onze hemelse Vader] Adam had gewezen op de bomen in de hof waarvan hij vrijelijk kon eten, richtte Hij Adams aandacht op één boom en adviseerde hem om niet van de vrucht ervan te nemen. Vervolgens voegde hij daaraan toe: ‘Nochtans mag u voor uzelf kiezen, want het is u gegeven’ [Mozes 3:17].5
De profeet Lehi zegt: ‘Daarom zijn de mensen vrij naar het vlees; en worden hun alle dingen gegeven die voor de mens nuttig zijn. En zij zijn vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen door de grote Middelaar van alle mensen, of om gevangenschap en dood te kiezen, naar de gevangenschap en macht van de duivel; want hij streeft ernaar dat alle mensen ongelukkig zullen zijn, net als hijzelf’ [2 Nephi 2:27]. In wat voor omstandigheden we ons ook bevinden, we hebben altijd het recht om te kiezen.6
2
Onze Heiland moedigt ons aan om zijn voorbeeld te volgen.
Ik ben ervan overtuigd dat we onze Vader verlieten met het grote verlangen om naar Hem terug te keren zodat wij de verhoging die Hij voor ons gepland had, en waar wij zelf zo naar verlangden, konden verwerven. Hoewel wij zelf het pad terug naar onze Vader in de hemel moeten vinden en volgen, heeft Hij ons niet hierheen gestuurd zonder leiding en aanwijzingen. Hij heeft ons namelijk de hulpmiddelen gegeven die we nodig hebben, en Hij zal ons helpen als we daarom vragen en zelf alles doen wat we kunnen om tot het einde te volharden en het eeuwige leven te verwerven.
We hebben het woord van God en van zijn Zoon in onze heilige Schriften om ons te leiden. We hebben de raadgevingen en leringen van Gods profeten. En het allerbelangrijkste is dat we een volmaakt voorbeeld hebben gekregen – namelijk het voorbeeld van onze Heer en Heiland, Jezus Christus – en dat we de opdracht hebben gekregen om dat voorbeeld te volgen. De Heiland heeft gezegd: ‘De werken die u Mij hebt zien doen, die zult u eveneens doen’ [3 Nephi 27:21]. Hij stelde de vraag: ‘Wat voor [mensen] behoort u daarom te zijn?’ En Hij antwoordde: ‘Voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik ben’ [3 Nephi 27:27].
Zien wij op naar Jezus als ons Voorbeeld en volgen wij in zijn voetspoor, dan kunnen wij veilig voor eeuwig bij onze hemelse Vader terugkeren. […] We hoeven niet op de kusten van Galilea of in de heuvels van Judea te wandelen om te wandelen waar Jezus heeft gewandeld. Wij allen kunnen het pad bewandelen dat Hij bewandelde als wij, met zijn woorden in onze oren weerklinkend, met ons hart vervuld met zijn Geest, en met zijn leringen als leidraad, ervoor kiezen om Hem te volgen op onze reis door het sterfelijk leven.7
Richt uw hart en uw gedachten op Hem die heeft gezegd: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’ [Johannes 14:6]. Zijn woord is een onfeilbaar kompas om veilig een koers door de stormen van het leven uit te zetten. Hij onderwees in geloof, liefde, naastenliefde en hoop. Hij sprak over toewijding, moed, voorbeeld en trouw. Zijn leven was een weerspiegeling van zijn leringen.
Tegen Petrus, Filippus en Mattheüs zei hij: ‘Kom dan en volg Mij.’ Aan u doet zijn uitnodigende stem diezelfde oproep: ‘Kom dan en volg Mij.’ Als u dat doet, zult u niet ten prooi vallen aan de geslepenheid van de kwade en aan de valstrik van verleiding.8
3
Ieder van ons kan nu kiezen om op het pad te blijven dat naar het eeuwige leven leidt.
Ik herinner me een keer, jaren geleden, dat ik, huiswaarts kerend […] drie lifters [zag] die elk een zelfvervaardigd bordje vasthielden waar de gewenste bestemming op stond. Op het ene stond ‘Los Angeles, Californië’ en op het tweede ‘Boise, Idaho’. Het was echter het derde bordje dat niet alleen mijn aandacht trok, maar mij bovendien aan het denken zette over de boodschap die het inhield. Die lifter had geen ‘Los Angeles’ of ‘Boise’ op zijn kartonnen bordje geschreven, maar slechts één woord. Er stond gewoon: ‘Om het even waar’.
Dit was iemand die tevreden was met een lift in welke richting dan ook, die zijn bestemming overliet aan de chauffeur die zou stoppen om hem een gratis ritje aan te bieden. Wat een hoge prijs voor zo’n rit! Geen plan. Geen richtpunt. Geen doel. De weg die ‘om het even waar’ heenvoert, is een weg die eigenlijk nergens heenvoert, en de weg die nergens heenvoert, leidt tot opgeofferde dromen, verwaarloosde kansen en een onvervuld leven. […]
U en ik [hebben] de gave van God gekregen om zelf onze richting te kiezen. […] Iedereen moet zich afvragen: Waar ga ik heen? Hoe wil ik daar komen? En wat is mijn goddelijke bestemming?9
Er wordt gezegd dat de poort van de geschiedenis op kleine scharnieren draait, en dat geldt ook voor het leven van de mens. Onze keuzes bepalen onze bestemming.
Jozua vanouds heeft gezegd: ‘Kies voor u heden wie u zult dienen. […] Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heere dienen!’ [Jozua 24:15.]10
Wij kunnen niet neutraal zijn; er is geen middenweg. De Heer weet dat. Lucifer weet dat. Zo lang wij op deze aarde leven, geven Lucifer en zijn legers nooit de hoop op dat ze onze ziel kunnen opeisen. […]
Wij zijn omringd door – en worden soms gebombardeerd met – de boodschappen van de tegenstander. Luister maar eens naar enkele daarvan; ze zullen u ongetwijfeld bekend voorkomen: ‘Voor deze ene keer hindert het niet.’ ‘Maak je geen zorgen, niemand komt erachter.’ ‘Je kunt ophouden met roken, drinken of drugs wanneer je maar wilt.’ ‘Iedereen doet het, dus zo slecht kan het niet zijn.’ Er komt geen eind aan de leugens.
Hoewel wij op onze reis splitsingen en bochten tegenkomen, kunnen we ons gewoon niet de luxe veroorloven om een omleiding te volgen waarvan we misschien nooit terugkeren. Lucifer speelt als een soort rattenvanger van Hamelen zijn verleidelijke melodie en leidt nietsvermoedende mensen weg van het veilige pad dat ze hadden gekozen, weg van de raad van liefhebbende ouders, weg van de veiligheid van Gods leringen. […]
We lezen in 2 Nephi over hem: ‘Anderen zal hij sussen en paaien tot vleselijke gerustheid’ [2 Nephi 28:21]. ‘Anderen lokt hij met vleierij en vertelt hun dat de hel niet bestaat […] totdat hij hen grijpt met zijn verschrikkelijke ketenen’ [2 Nephi 28:22]. ‘En zo bedriegt de duivel hun ziel en voert hij hen bedachtzaam naar de hel’ [2 Nephi 28:21].
Als we voor belangrijke keuzes staan, hoe komen we dan tot een beslissing? Geven we ons over aan de belofte van tijdelijk plezier? Aan onze driften en hartstochten? Aan de druk van anderen?
Laten we zorgen dat we niet zo besluiteloos zijn als Alice in het klassieke verhaal van Lewis Carroll, Alice’s Adventures in Wonderland. U zult zich herinneren dat ze bij een kruising komt waar twee paden voor haar liggen. Elk strekt zich voor haar uit, maar in tegenovergestelde richting. Ze ontmoet de Kollummer Kat, en Alice vraagt hem: ‘Welk pad zal ik volgen?’
De kat antwoordt: ‘Dat hangt ervan af waar je naartoe wilt. Als je niet weet waar je naartoe wilt, maakt het niet uit welk pad je neemt.’ [Aangepast uit Lewis Carroll, Alice’s Adventures in Wonderland (1898), 89.]
In tegenstelling tot Alice weten wij allemaal waar we naartoe willen en maakt het wél uit waar wij heengaan, want met de keuze van ons pad kiezen we ook onze bestemming. […]
Ik smeek u om hier en nu een besluit te nemen dat u niet zult afwijken van het pad dat naar ons doel leidt: het eeuwige leven bij onze Vader in de hemel. Op dat rechte en ware pad bevinden zich tussendoelen: een zending, een tempelhuwelijk, actief zijn in de kerk, Schriftstudie, gebed, tempelwerk. Er zijn talloze goede doelen te bereiken op onze levensreis. We hebben toewijding nodig om ze te bereiken.11
Er is grote moed vereist om getrouw te blijven in de almaar toenemende druk om ons heen en bedrieglijke invloeden die de waarheid verbuigen, al het goede en deugdzame afbreken, en de filosofieën van de mens aanprijzen. Als de geboden door de mens geschreven waren, dan zou de mens het recht hebben om ze bij voorkeur, bij wet of wat dan ook te veranderen. Maar God heeft ons de geboden gegeven. We kunnen ze met onze keuzevrijheid verwerpen. Maar we kunnen ze niet veranderen, net zoals we ook de gevolgen niet kunnen veranderen als we ze overtreden.
Mogen we beseffen dat we in dit leven het gelukkigst zullen zijn als we Gods geboden onderhouden en zijn wetten gehoorzamen! Ik hou van de woorden in Jesaja 32, vers 17: ‘De vrucht van de gerechtigheid zal vrede zijn, en de uitwerking van de gerechtigheid: rust en veiligheid tot in eeuwigheid.’ Die vrede, die veiligheid vloeien alleen uit rechtschapenheid voort.12
Mogen we blijven kiezen voor de moeilijkere, maar betere keuze, in plaats van de makkelijkere, verkeerde. Als we bij het afwegen van onze dagelijkse beslissingen – het kiezen tussen de ene of de andere mogelijkheid – voor Christus kiezen, maken we de juiste keuze.13
4
Als we ons van onze zonden bekeren, zal de Heer ons vergeven.
Al onze keuzes hebben gevolgen. Sommige hebben weinig of niets te maken met ons eeuwig heil, terwijl andere daar alles mee te maken hebben.
Of u een groen of een blauw T-shirt draagt, maakt op de lange duur niets uit. Maar als u besluit een toets op uw computer in te drukken om naar pornografie te kijken, kan dat alle verschil maken. U hebt dan een stap naast het rechte, veilige pad gedaan. Als een vriend u onder druk zet om alcohol te drinken of drugs te proberen en u bezwijkt onder de druk, dan volgt u een omleiding waarvan u misschien niet terugkeert. […] We zijn hier [allemaal] vatbaar voor. Mogen wij onze ogen, ons hart en onze vastberadenheid gericht houden op het doel dat eeuwig is en dat elke prijs waard is, welke offers we ook moeten brengen om het te bereiken.
Geen verleiding, geen druk, geen verlokking kan ons overwinnen, tenzij we dat toelaten. […] De apostel Paulus heeft ons verzekerd: ‘Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan’ [1 Korinthe 10:13].
We hebben allemaal wel eens verkeerd gekozen. Als we die verkeerde keuzes niet al hebben goedgemaakt, dan verzeker ik u dat er een manier is om dat te doen. Die procedure heet bekering. Ik smeek u om uw vergissingen goed te maken. Onze Heiland is gestorven om u en mij die gezegende mogelijkheid te bieden. Hoewel het pad niet makkelijk begaanbaar is, is de belofte geldig: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw’ [Jesaja 1:18]. ‘En Ik, de Heer, denk er niet meer aan’ [Leer en Verbonden 58:42]. Breng uw eeuwige leven niet in gevaar. Als u hebt gezondigd, dan geldt dat hoe eerder u aan de terugweg begint, hoe eerder u de zoete gemoedsrust en vreugde zult smaken die gepaard gaan met het wonder van vergeving.14
Een van Gods grootste gaven aan ons is de vreugde van het blijven proberen, want geen enkele mislukking hoeft blijvend te zijn.15
5
De beloning van het eeuwige leven vergt verstandige keuzes en moedige, voortdurende inzet.
Onze hemelse Vader heeft ons het vermogen gegeven om te denken, te redeneren en beslissingen te nemen. Voor dat vermogen is zelfdiscipline een vereiste.
Wij moeten allemaal beslissingen nemen. U kunt u afvragen: ‘Zijn beslissingen echt zo belangrijk?’ Ik zeg u: beslissingen bepalen uw bestemming. U kunt geen eeuwige beslissingen nemen zonder de eeuwige gevolgen te aanvaarden.
Ik wil graag een eenvoudige formule bespreken aan de hand waarvan u kunt bepalen of uw keuzes juist zijn. Het is een eenvoudige formule: ‘Je kunt niet goed zitten als je fout doet, en je kunt niet fout zitten als je goed doet.’ […]
Er is moed voor nodig om het goede te denken, voor het goede te kiezen en het goede te doen; want zo’n koers is zelden de gemakkelijkste.16
U hebt een edele afkomst. Het eeuwige leven in het koninkrijk van onze Vader is uw doel. Zo’n doel bereikt u niet in één heldhaftige poging, maar pas na levenslange rechtschapenheid, een opeenstapeling van verstandige keuzes en het aanhouden van een bestendige koers. Net als alles wat echt de moeite waard is, vergt de beloning van het eeuwige leven inzet.
De Schriften zijn hier duidelijk over:
‘U moet […] nauwlettend handelen zoals de Heere, uw God, u geboden heeft; wijk niet af, naar rechts of naar links.
‘Heel de weg die de Heere, uw God, u geboden heeft, moet u gaan’ [Deuteronomium 5:32–33].17
Hopelijk zullen wij […] weten waar we heengaan. Hopelijk zijn wij bereid om de voortdurende inspanning te leveren om er te komen, elke omweg te vermijden, en gewillig om de vaak zeer hoge prijs van geloof en vastberadenheid te betalen om de race van het leven te winnen.
Mogen wij aan het eind van onze reis in de sterfelijkheid de woorden van Paulus kunnen nazeggen: ‘Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden’ [2 Timotheüs 4:7]. Daardoor zullen we de ‘kroon der gerechtigheid’ krijgen, die nooit vergaat, en de lovende woorden van de eeuwige Rechter horen: ‘Goed gedaan, goede en trouwe slaaf, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer’ [Mattheüs 25:21].
Dan hebben we onze reis volbracht. We zijn dan niet in een vaag ‘om het even waar’ aangekomen, maar in ons hemels thuis: het eeuwige leven in het celestiale koninkrijk van God.18
Suggesties voor studie en onderwijs
Vragen
-
Waarom is het noodzakelijk dat we in dit leven keuzevrijheid hebben? (Zie sectie 1.) Wat hebt u geleerd door uw keuzevrijheid te gebruiken?
-
President Monson beklemtoonde dat onze hemelse Vader ons hulp biedt om onze keuzevrijheid verstandig te gebruiken. (Zie sectie 2.) Wat zijn enkele ‘hulpmiddelen’ die onze hemelse Vader ons heeft gegeven om ons te helpen? Hoe hebben deze hulpmiddelen u geholpen om goede keuzes te maken? Hoe heeft het voorbeeld van de Heiland u geholpen om uw keuzevrijheid verstandig te gebruiken?
-
President Monson heeft gezegd: ‘Wij kunnen niet neutraal zijn; er is geen middenweg’ (sectie 3). Waarom wil de tegenstander dat we neutraal zijn? Hoe verleidt hij ons om onze keuzevrijheid te misbruiken? Hoe kunnen we zijn boodschappen herkennen en weerstaan?
-
Neem president Monsons leringen over bekering in sectie 4 door. Hoe heeft bekering u ‘gemoedsrust en vreugde’ gebracht? Hoe hebt u gezien dat ‘een van Gods grootste gaven de vreugde van het blijven proberen’ is?
-
President Monson heeft vaak gezegd: ‘Beslissingen bepalen onze bestemming’ (sectie 5). Welke raad geeft hij ons zodat we beslissingen nemen die ons naar het eeuwige leven leiden? Hoe kunnen we ons voornemen verbeteren om consequent goede keuzes te maken?
Relevante Schriftteksten
Jozua 24:15; 2 Nephi 2:14–16, 26; 31:17–20; Helaman 14:30–31; Leer en Verbonden 58:26–28; 101:78; Mozes 4:1–4.
Onderwijstip
‘Mensen zijn meer geneigd betekenisvolle veranderingen in hun leven aan te brengen als deze veranderingen voortkomen uit het gebruik van hun wilsvrijheid. Als u uitnodigt tot handelen, respecteer dan zeker de wilsvrijheid van hen die u onderwijst.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 35.)