Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 17


‘Hoofdstuk 17: Kenmerken van een gelukkig gezin’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)

‘Hoofdstuk 17’, Leringen: Thomas S. Monson

Hoofdstuk 17

Kenmerken van een gelukkig gezin

‘Als we werkelijk ons best doen, kan ons thuis een stukje hemel op aarde zijn.’

Uit het leven van Thomas S. Monson

President Thomas S. Monson heeft over zijn vormingsjaren gezegd: ‘Sommige dingen waarmee je in je kinderjaren wordt opgevoed, blijven je je hele leven bij.’1 Voor hem was een van de belangrijkste dingen leren wat er nodig is om een gelukkig gezin op te bouwen – eigenschappen zoals dienen, werken en medeleven hebben. Hij zag deze eigenschappen dagelijks bij zijn ouders en andere familieleden.

President Monson heeft over zijn vaders voorbeeld van liefdewerk en liefde gezegd: ‘Ik [herinner] me dat hij zijn schaarse vrije tijd besteedde aan de zorg voor een invalide oom, bejaarde tantes en andere familieleden. Hij was werkzaam in het zondagsschoolpresidium waarbij hij het liefste wat met kinderen deed. Net als de Meester hield hij van kinderen. Ik heb hem nooit één woord van kritiek op iemand horen uiten.’2

President Monson vertelde ook dat hij zijn werkethos van zijn vader had geleerd: ‘Ik […] had op mijn veertiende mijn eerste bijbaantje in de drukkerij waar [mijn vader] manager was. Ik herinner me niet veel dagen na mijn veertiende dat ik niet werkte, behalve op zondag. Als je op jonge leeftijd leert werken, blijft dat een gewoonte. Ik ben het gelukkigst als ik het druk heb.’3

De moeder van president Monson had ook een grote invloed. Hij sprak vaak over de moeilijkheden die de crisisjaren teweegbrachten en hoe zijn moeder voor mensen in nood zorgde:

‘Omdat we vlakbij de spoorweg woonden, stapten er vaak werkloze mannen zonder enig bezit uit de trein om bij ons thuis iets te eten. Ze waren altijd beleefd. Ze boden aan om in ruil voor het eten karweitjes te doen. Het beeld van één van die mannen staat nog in mijn geheugen gegrift: mager en hongerig stond hij in de deuropening, met zijn hoed in de hand, en smeekte om voedsel.

‘Moeder liet zo’n bezoeker altijd binnen, bracht hem naar de keuken waar hij zich kon wassen terwijl zij voor hem wat te eten maakte. Ze beknibbelde nooit op de hoeveelheid of kwaliteit; de bezoeker kreeg precies hetzelfde te eten als mijn vader. Als hij dan zijn eten naar binnen werkte, greep mijn moeder de gelegenheid aan om hem te adviseren naar zijn gezin terug te gaan. Als hij van tafel opstond, was hij zowel lichamelijk als geestelijk gelaafd. Deze mannen vergaten nooit om te bedanken. De tranen in hun ogen waren het stille bewijs van hun diepe dankbaarheid.’4

President Monson zei dat zijn moeder hem ‘leerde […] door haar eigen leven en gedrag wat er in [de Bijbel] stond. De zorg voor de armen, de zieken en de behoeftigen waren dagelijkse bezigheden van haar die ik nooit zal vergeten.’5

Wanneer president Monson sprak over het opbouwen van sterke gezinnen, citeerde hij vaak de volgende instructies van de Heer over de bouw van de Kirtlandtempel: ‘Vestig een huis […] van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God’ (Leer en Verbonden 88:119). Op een keer vroeg hij daarna: ‘Waar in de hele wereld kunnen we een betere blauwdruk vinden om het huis, het thuis, het gezin en onszelf vorm te geven?’ Hij zei dat een thuis dat volgens die geopenbaarde blauwdruk wordt gebouwd, voldoet aan het bouwvoorschrift in Mattheüs: ‘een huis op de rots gebouwd (zie Mattheüs 7:24–25). Het zal de regens van tegenspoed, de stromen van tegenstand en de winden van twijfel overal in onze moeilijke wereld weerstaan.’6

Afbeelding
De familie Monson

Thomas S. en Frances Monson met hun kinderen en hun gezinnen in 2008

Leringen van Thomas S. Monson

1

Een gelukkig thuis is gemaakt van liefde, opoffering en respect.

Geluk bestaat niet uit een overvloed aan luxe, waarvan de wereld vindt dat het de enige manier is om ‘plezier’ te hebben. We moeten het ook niet zoeken in verafgelegen oorden met vreemd klinkende namen. Geluk vindt men thuis.7

Een thuis is meer dan een huis. Een huis is gebouwd van hout en steen. Een thuis is gemaakt van liefde, opoffering en respect. Een huis kan een thuis zijn, en een thuis kan een hemel zijn.8

We kunnen van ons huis een thuis en van ons thuis een hemel maken als de Heiland het middelpunt van ons leven wordt en zijn voorbeeld van liefde en dienstbaarheid betekenisvol tot uiting komt in ons eigen leven.9

Binnen ons gezin moeten we aardig en lief voor elkaar zijn. Ons gezin moet meer zijn dan een toevluchtsoord. Het moet een plek zijn waar de Geest van God kan vertoeven, waar de storm niet verder dan de voordeur komt, waar liefde en rust heersen.10

Maar al te vaak geloven we ten onrechte dat onze kinderen meer materiële dingen nodig hebben, terwijl ze in werkelijkheid alleen in stilte vragen dat we meer tijd voor hen vrijmaken.11

Geluk is overvloedig aanwezig als er oprecht wederzijds respect is. […] Wanneer er in de gezinnen respect heerst, zullen kinderen niet het gevoel hebben dat ze in dat afgrijselijke ‘niemandsland’ leven – waar ze zorg en de leiding ontberen.12

Wij herinneren ons allemaal ons ouderlijk huis. Het is interessant dat wij dan niet stil blijven staan bij de vraag of het huis groot of klein was, of de buurt aanzien had of verpauperd was. Nee, we denken met vreugde aan de dingen die we samen als gezin deden. Het gezin is het laboratorium van ons leven en wat we daar leren, bepaalt grotendeels wat we gaan doen wanneer we het verlaten. […]

Wij zijn verantwoordelijk voor wat voor thuis wij ervan maken. We moeten wijs bouwen, want de weg naar de eeuwigheid is niet kort. We zullen onderweg windstilte en storm hebben, zonlicht en schaduw, vreugde en verdriet. Maar als we werkelijk ons best doen, kan ons thuis een stukje hemel op aarde zijn. Wat wij denken, wat wij doen, hoe wij leven, dat beïnvloedt niet alleen het succes van onze reis op aarde, maar bepaalt ook onze koers naar onze eeuwige doelen.

In 1995 hebben het Eerste presidium en de Raad der Twaalf Apostelen een proclamatie aan de wereld over het gezin uitgevaardigd. Daarin staat onder meer: ‘De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen. Een geslaagd huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op en in stand gehouden met de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning.’ [‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, ChurchofJesusChrist.org.]

Gelukkige gezinnen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Sommige bestaan uit vader, moeder, broers en zussen, die in een sfeer van liefde samenwonen. Andere bestaan uit een alleenstaande ouder met een of twee kinderen, terwijl weer andere uit slechts één persoon bestaan. Er zijn echter kenmerken die gelden voor elk gelukkig gezin, hoeveel of wat voor gezinsleden er ook zijn. Ik noem ze de ‘kenmerken van een gelukkig gezin’. Ze zijn:

1. De gewoonte van gebed.

2. Kasten vol kennis.

3. Het legaat van liefde.

4. De gave van een getuigenis.13

2

Er moet thuis een gewoonte van gebed zijn.

Tot de ouders zeg ik […] roep elke dag de hulp van uw hemelse Vader in bij de opvoeding van uw kinderen en bij de problemen die onlosmakelijk met het ouderschap komen. U hebt meer dan uw eigen wijsheid nodig om hen op te voeden.14

‘Het gebed, uitgesproken of niet, is het verlangen van de ziel.’ [Naar Hymns, nr. 145.] Gebed is het eerste kenmerk van een gelukkig gezin omdat het zo algemeen toegepast kan worden en het resultaat zo heilzaam is. Ouders die luisteren naar het gebed van een kind, komen zelf nader tot God. Die kleintjes, die nog maar zo kort geleden bij hun hemelse Vader waren, hebben geen remmingen die verhinderen dat zij tegenover Hem hun gevoelens, wensen en dank uiten.

Het gezinsgebed is de beste manier om zonde te verhinderen en is dus de weldadigste bron van vreugde en geluk. Het oude gezegde ‘Het gezin dat samen bidt, blijft samen op de rit’, is nog steeds van toepassing. […]

Mijn vrouw, Frances, en ik zijn nu 53 jaar getrouwd. Ons huwelijk is in de Salt Laketempel voltrokken. Degene die het huwelijk voltrok, Benjamin Bowring, gaf ons deze raad: ‘Mag ik jullie pasgehuwden een manier meegeven waarmee je er gegarandeerd voor kunt zorgen dat geen enkel meningsverschil langer dan een dag duurt? Kniel iedere avond voor uw bed neer. De ene avond, broeder Monson, spreekt u het gebed uit, hardop, geknield. De andere avond, zuster Monson, spreekt u het gebed uit, hardop, geknield. Ik kan u verzekeren dat ieder misverstand dat overdag ontstaat, bij het bidden zal verdwijnen. Het is onmogelijk minder prettige gevoelens te koesteren voor iemand met wie je samen bidt.’

Toen ik 38 jaar geleden geroepen werd als lid van de Raad der Twaalf Apostelen, stelde president David O. McKay, de negende president van de kerk, mij vragen over mijn gezin. Ik vertelde hem over deze manier van bidden en getuigde van de goede uitwerking ervan. Hij leunde achterover in zijn grote leren stoel en zei met een glimlach: ‘Dezelfde aanpak waarvan u zoveel profijt hebt, is ons ook alle jaren van ons huwelijk tot zegen geweest.’15

3

Er moeten thuis kasten vol kennis zijn.

Het tweede kenmerk van een gelukkig gezin ontdekt u als er thuis kasten vol kennis zijn. […] De inhoud van onze kasten vol kennis is van essentieel belang: goede boeken. […]

Lezen is een van de ware genoegens van het leven. In deze tijd van massacultuur, waarin zoveel ingekort, aangepast, vervalst, versnipperd en samengevat wordt, is het rustgevend en inspirerend om je even met een geschikt boek terug te trekken.

Kleine kinderen houden ook van boeken en vinden het fijn als hun ouders eruit voorlezen.

De Heer heeft gezegd: ‘Put woorden van wijsheid uit de beste boeken; zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof’ [Leer en Verbonden 88:118].

De standaardwerken zijn zowel voor ons als onze kinderen prima vulling voor onze kasten vol kennis.

Enkele jaren geleden maakten we samen met onze kleinkinderen een rondgang door de drukkerij van de kerk. Daar zagen we de zendingsuitgave van het Boek van Mormon van de band rollen – gedrukt, gebonden en gesneden, klaar om te lezen. Ik zei tegen de kinderen: ‘De operator zegt dat je een exemplaar van het Boek van Mormon mag pakken voor jezelf. Kies er maar een, dan mag je het hebben.’

Elk kleinkind pakte één exemplaar en zei hoeveel hij of zij van het Boek van Mormon hield.

Ik herinner me niet goed meer wat we de rest van de dag gedaan hebben, maar ik zal nooit die oprechte uitingen van liefde voor het Boek van Mormon vergeten – uitingen die rechtstreeks uit het hart van die kinderen kwamen.

Wij, als ouders, moeten onthouden dat ons leven het boek in de boekenkasten van het gezin is dat onze kinderen het meest koesteren. Is ons voorbeeld het navolgen waard? Leven we zo dat een zoon of dochter kan zeggen ‘Ik wil mijn vader volgen’, of ‘Ik wil mijn moeder volgen’? In tegenstelling tot andere boeken in de kast, waarvan de kaft de inhoud verbergt, kunnen wij ons leven niet verbergen. Ouders, wij zijn echt een open boek.16

Afbeelding
een vader en zoon lezen de Schriften

‘De standaardwerken zijn zowel voor ons als onze kinderen prima vulling voor onze kasten vol kennis.’

4

Er moet thuis een legaat van liefde zijn.

Het derde kenmerk van een gelukkig gezin is een legaat van liefde. […]

Ogenschijnlijk onbelangrijke lessen in liefde worden door kinderen gezien; in stilte nemen zij het voorbeeld van hun ouders in zich op. Mijn vader, een drukker, werkte bijna elke dag van zijn leven lang en hard. Ik ben ervan overtuigd dat hij het fijn had gevonden als hij de sabbat gewoon in de huiselijke kring had kunnen doorbrengen. Maar in plaats daarvan bezocht hij oudere familieleden en vrolijkte ze op.

Een van hen was zijn oom, die door artritis zo kreupel was geworden dat hij niet kon lopen of voor zichzelf zorgen. Op zondagmiddag zei mijn vader tegen me: ‘Kom, Tommy, laten we oom Elias eens meenemen voor een ritje.’ Dan klommen we in de Oldsmobile uit 1928 en reden naar Eighth West, waar ik voor het huis van oom Elias in de auto wachtte terwijl vader naar binnen ging. Al gauw kwam hij weer naar buiten met in zijn armen, als een porseleinen pop, zijn kreupele oom. Ik deed dan het portier open en keek terwijl mijn vader oom Elias voorzichtig en liefdevol op de voorbank zette zodat hij een goed uitzicht had, terwijl ik achterin ging zitten.

Het was een kort ritje en er werd niet veel gezegd, maar o, wat een legaat van liefde! Vader heeft me nooit uit de Bijbel over de barmhartige Samaritaan voorgelezen. In plaats daarvan nam hij me met oom Elias mee in die oude Oldsmobile uit 1928 over de weg naar Jericho.17

Bij ons thuis krijgen we enkele van de beste kansen om onze liefde te tonen. Ons gezinsleven zou om liefde moeten draaien, maar vaak is dat niet het geval. Er is soms teveel ongeduld, teveel gekibbel, teveel geruzie en teveel gehuil. President Gordon B. Hinckley beklaagde zich: ‘Hoe komt het dat [degenen] die we het [meeste] liefhebben zo vaak het mikpunt worden van onze hardvochtige woorden? Hoe komt het dat [we] soms zulke scherpe bewoordingen gebruiken dat we iemand diep kwetsen?’ Ieder van ons zou misschien een ander antwoord hebben op die vragen, maar uiteindelijk doet de reden er niet toe. Om het gebod elkaar lief te hebben te onderhouden, moeten we elkaar vriendelijk en respectvol behandelen.

Natuurlijk is het wel eens nodig om iemand te disciplineren. Maar laten we denken aan de raad in de Leer en Verbonden – namelijk dat we, als het nodig is om elkaar te vermanen, daarna een toename van liefde moeten tonen [zie Leer en Verbonden 121:43].18

Moge er bij u thuis een sfeer van liefde en hoffelijkheid heersen, en moge de Geest van de Heer daar zijn. Heb uw gezinsleden lief. Als er meningsverschillen of twisten onder u zijn, dan spoor ik u aan om die nu op te lossen.19

En geven wij een voorbeeld van een legaat van liefde? En ons gezin? Bernadine Healy heeft eens in een inaugurele rede deze raad gegeven: ‘Als arts die het enorme voorrecht heeft gehad om de diepst doorvoelde momenten van het leven van mensen mee te maken, inclusief hun laatste momenten, wil ik u een geheim vertellen. Mensen die gaan sterven, denken niet aan de diploma’s die zij hebben gehaald, de posities die zij bekleed hebben, of de rijkdommen die zij vergaard hebben. Het enige dat uiteindelijk telt, is wie u hebt liefgehad, en wie u heeft liefgehad. De cirkel van liefde is alles, en is een goede maatstaf voor een leven dat voorbij is. Het is het geschenk met de grootste waarde.’ [‘On Light and Worth: Lessons from Medicine’ (inaugurele rede, Vassar College, 29 mei 1994), 10, speciale collecties.]20

5

Er moet thuis een gave van getuigenis aanwezig zijn.

Het vierde kenmerk van een gelukkig gezin is de gave van een getuigenis. ‘De allerbelangrijkste kans om kerkelijk onderricht te geven, is thuis’, heeft president David O. McKay opgemerkt. [In Priesthood Home Teaching Handbook, herziene uitgave (1967), II.] ‘Een waar mormoons gezin is een gezin waarin Christus, als Hij er binnen zou komen, graag nog even zou blijven om uit te rusten.’ [Gospel Ideals (1953), 169.]

Wat doen wij om ervoor te zorgen dat ons gezin aan die beschrijving voldoet? Het is niet genoeg als alleen de ouders een sterk getuigenis hebben. Kinderen kunnen maar een beperkte tijd blijven drijven op de overtuiging van hun ouders.

President Heber J. Grant heeft gezegd: ‘Het is onze plicht om onze kinderen in hun jeugd te onderwijzen. […] Ik kan weten dat het evangelie waar is, en mijn vrouw ook; maar ik wil u duidelijk maken dat onze kinderen niet zullen weten dat het evangelie waar is, als zij het niet bestuderen en zelf een getuigenis ontvangen.’ [In Conference Report, april 1902, 80.]

Liefde voor de Heiland, eerbied voor zijn naam en oprecht respect voor elkaar vormen vruchtbare grond om thuis een zaadje tot een getuigenis te laten uitgroeien.

Het evangelie bestuderen, getuigenis geven en een gezin leiden zijn zelden gemakkelijke zaken. De levensreis wordt gekenmerkt door drukke wegen en deiningen op zee – ofwel de beroering van onze tijd.

Afbeelding
gezin leest samen

‘Laten we ernstig besluiten, wat onze omstandigheden ook zijn, om van ons gezin een gelukkig gezin te maken.’

Enkele jaren geleden was ik tijdens een bezoek aan leden en zendelingen in Australië getuige van een subliem voorbeeld van hoe de gave van een getuigenis een gezin tot zegen en heiliging kan dienen. Ik was met de zendingspresident, Horace D. Ensign, onderweg van Sydney naar Darwin, waar ik de eerste spade zou steken voor het eerste kerkgebouw in die stad. Onderweg maakte het vliegtuig een tussenlanding in een mijnwerkersstadje dat Mount Isa heette. Toen we het kleine gebouw van de luchthaven van Mount Isa inliepen, kwamen een vrouw en haar twee kinderen op ons af. Zij zei: ‘Ik ben Judith Louden. Ik ben lid van de kerk en dit zijn mijn kinderen. We dachten al dat u misschien deze vlucht genomen had, daarom zijn we gekomen om tijdens uw oponthoud even met u te praten.’ Ze legde uit dat haar man geen lid was van de kerk en dat zij en de kinderen de enige leden in de hele omtrek waren. Wij spraken over geestelijke zaken en gaven ons getuigenis.

De tijd verstreek. We maakten ons op om weer aan boord te gaan. Zuster Louden zag er zo verlaten uit, zo eenzaam. Ze smeekte: ‘Ga nog niet. Ik heb de kerk zo gemist.’ Plotseling werd er door de luidspreker een vertraging van een half uur om technische redenen aangekondigd. Zuster Louden fluisterde: ‘Mijn gebed is zojuist verhoord.’ Toen vroeg ze hoe ze haar man dusdanig kon beïnvloeden dat hij belangstelling in het evangelie zou tonen. Wij adviseerden haar hem te betrekken bij hun wekelijkse jeugdwerkles thuis en een levend getuigenis van het evangelie voor hem te zijn. Ik zei dat we haar een abonnement op The Children’s Friend zouden geven, en haar wat aanvullend materiaal voor gezinsonderwijs zouden sturen. Wij drukten haar op ’t hart om het nooit op te geven met haar man.

We vertrokken uit Mount Isa. Ik ben daar nooit meer teruggeweest. Ik zal echter altijd de herinnering koesteren aan die lieve moeder en die fijne kinderen, die ons in tranen en vervuld van dankbaarheid nawuifden.

Verscheidene jaren later sprak ik in Brisbane in een priesterschapsleidersvergadering en beklemtoonde het belang van evangeliestudie thuis en van het naleven van het evangelie en een voorbeeld zijn van de waarheid. Ik vertelde de aanwezige mannen het verhaal van zuster Louden en de indruk die haar geloof en vastberadenheid op mij gemaakt hadden. Tot slot zei ik: ‘Ik zal er wel nooit achter komen of zuster Loudens man ooit lid van de kerk geworden is, maar hij had geen beter voorbeeld kunnen vinden.’

Een van de leiders stak zijn hand op, ging staan en zei: ‘Broeder Monson, ik ben Richard Louden. Die vrouw over wie u spreekt, is mijn vrouw. Die kinderen [zijn stem beefde] zijn onze kinderen. Nu zijn wij een eeuwig gezin, wat mede aan het doorzettingsvermogen en het geduld van mijn lieve vrouw te danken is. Ik heb dit allemaal aan haar te danken.’ Het was doodstil. De stilte werd alleen verbroken door gesnif, vergezeld van tranen.

Broeders en zusters, laten we ernstig besluiten, wat onze omstandigheden ook zijn, om van ons gezin een gelukkig gezin te maken. Laten we het venster van ons hart opendoen zodat elk gezinslid zich welkom en ‘thuis’ zal voelen. Laten we de deur van onze ziel opendoen opdat Christus kan binnenkomen. Denk aan zijn belofte: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen’ [Openbaring 3:20].

Hoe welkom zal Hij zich voelen, hoeveel vreugde zullen wij hebben als Hij bij ons de ‘kenmerken van een gelukkig gezin’ aantreft.21

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Monson beklemtoonde: ‘geluk vindt men thuis’ (sectie 1). Hoe kunnen we thuis meer geluk scheppen? Hoe kunnen we van de Heiland het middelpunt van ons gezin maken? Hoe kunnen gezinsleden oprecht respect voor elkaar ontwikkelen?

  • Waarom is bidden belangrijk bij het opbouwen van een gelukkig gezin? (Zie sectie 2.) Welke zegeningen hebt u ontvangen door regelmatig als gezin te bidden? Hoe worden man en vrouw gezegend door samen te bidden?

  • In welke opzichten moeten er thuis ‘kasten vol kennis’ zijn? (Sectie 3.) Hoe kunnen we kinderen leergierigheid bijbrengen? Hoe kunnen we onze Schriftstudie verbeteren?

  • Hoe kunnen we thuis ‘een legaat van liefde’ creëren? (Sectie 4.) Wat hebt u als kind van uw moeder, vader of iemand anders over liefde geleerd? Hoe kunnen we twist in ons gezin verminderen?

  • Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen bij het ontwikkelen van een getuigenis van het evangelie? (Zie sectie 5.) Hoe kunnen we onze plicht om kinderen te onderwijzen beter vervullen? Wat kunnen we leren van het verhaal over Judith en Richard Louden?

Relevante Schriftteksten

Deuteronomium 11:19; Kolossenzen 3:19–21; Mosiah 4:14–15; 3 Nephi 18:21; 4 Nephi 1:15; Leer en Verbonden 68:25–28; 93:40–50; Mozes 5:1–5, 10–12.

Onderwijstip

‘Houd in gedachten dat iemands geloof opbouwen en meer op Christus gaan lijken niet [ineens gaat] gebeuren. Als u diegenen die u onderwijst uitnodigt om naar de ware leer te handelen, zult u hen helpen de leerervaring thuis en in hun dagelijkse leven verder te laten gaan.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 35.)

Noten

  1. In Heidi S. Swinton, To the Rescue: The Biography of Thomas S. Monson (2010), 33. Gebruikt met toestemming van Deseret Book Company.

  2. Een dankbare houding’, Liahona, mei 2000, 5.

  3. Friend to Friend’, Friend, oktober 1981, 7.

  4. De grote kracht van de zustershulpvereniging’, De Ster, januari 1998, 98.

  5. Een dankbare houding’, 4–5.

  6. Follow the Lord’s Blueprint for Strong Homes, Families Urged’, Ensign, maart 1986, 82.

  7. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 3.

  8. Teachings of Thomas S. Monson, samengesteld door Lynne F. Cannegieter (2011), 136. Gebruikt met toestemming van Deseret Book Company.

  9. Teachings of Thomas S. Monson, 283.

  10. Terugkijken en vooruitgaan’, Liahona, mei 2008, 90.

  11. Vrede vinden’, Liahona, maart 2004, 5.

  12. Een voorbeeld voor de gelovigen’, De Ster, januari 1993, 88.

  13. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 3–4.

  14. Liefde in het gezin’, Liahona, augustus 2011, 4.

  15. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 4–5

  16. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 5–6.

  17. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 6–7.

  18. Liefde – de kern van het evangelie’, Liahona, mei 2014, 92–93.

  19. Tot besluit van deze conferentie’, Liahona, mei 2012, 116.

  20. Inwijdingsdag’, Liahona, januari 2001, 78–79.

  21. Kenmerken van een gelukkig gezin’, Liahona, oktober 2001, 7–9.

Afdrukken