‘Hoofdstuk 23: “Wees een voorbeeld voor de gelovigen”’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)
‘Hoofdstuk 23’, Leringen: Thomas S. Monson
Hoofdstuk 23
‘Wees een voorbeeld voor de gelovigen’
‘Als we het voorbeeld van de Heiland volgen en leven zoals Hij leefde en zoals Hij ons leerde, zal dat licht in ons branden en de weg voor anderen verlichten.’
Uit het leven van Thomas S. Monson
President Thomas S. Monson was als kind gezegend met het goede voorbeeld van zijn ouders, leiders en leerkrachten. President Monson heeft over zijn jongemannenleiders gezegd: ‘We werden onderricht door wijze en geduldige mannen die ons uit de heilige Schriften onderwezen en ons goed kenden. […] Ze waren een voorbeeld voor ons. Hun leven was een weerspiegeling van hun getuigenis.’1 Hij sprak ook vaak over het voorbeeld van zijn zondagsschoolleerkrachten, die hem ‘niet zozeer beïnvloedden door wat ze zeiden, maar door wie ze waren en hoe ze de Heer liefhadden’.2
Na in zijn jeugd te hebben geleerd hoe belangrijk het is om een goed voorbeeld te zijn, zette president Monson dat zijn hele leven voort. Zo’n gebeurtenis vond plaats nadat hij zich als reservist bij de Amerikaanse marine had aangemeld en naar San Diego (Californië) ging voor een basisopleiding. Jaren later schreef een van zijn marinevrienden, die ook lid van de kerk was, hem de volgende brief over zijn voorbeeld in die tijd:
‘Er waren zoveel ogen op je gericht. […] We waren op een werk-strandfeestje bij La Jolla Shores. Er werd bier geserveerd. […] Zelfs toen was je al een soort natuurlijke leider onder ons. Ze lieten je maar niet met rust. […] Ik zie je nu nog heel duidelijk voor me: die magere, lange jongen die met een glimlach en gevoel voor humor lachend nee zei, zodat niemand zich beledigd zou voelen, het steeds wegduwde en bleef herhalen, nee, nee. Hoe zou het jou hebben geschaad? Het zou ons hebben geschaad, Tom – degenen die naar je keken. De Heer had je nog steeds apostel kunnen maken als je dat biertje had gedronken, maar wat zou dat hebben gedaan met ons die zich dat moment van zo lang geleden herinneren? Ik ben jou, president Monson, zo dankbaar voor dat voorbeeld, voor hoe standvastig je als jonge man in militaire dienst was en voor wat het voor me betekent om mijn hand op te steken om je zonder enige twijfel te steunen.’3
Leringen van Thomas S. Monson
1
Als we een goed voorbeeld zijn, zijn we een licht voor de wereld.
Ieder van ons is met de gave van het licht van Christus geboren. Als we het voorbeeld van de Heiland volgen en leven zoals Hij leefde en zoals Hij ons leerde, zal dat licht in ons branden en de weg voor anderen verlichten.4
De apostel Paulus schreef een brief aan zijn geliefde collega, Timotheüs, waarin hij hem geïnspireerde raad gaf die voor ons in deze tijd net zo goed van toepassing is. Luister aandachtig naar zijn woorden: ‘Veronachtzaam de genadegave niet die in u is’, ‘maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid’ [1 Timotheüs 4:14, 12].5
[Als we leven volgens deze] zes kenmerken van een gelovige [die de apostel Paulus opnoemt], [kunnen] we ons licht laten schijnen. Laten we ze nader bekijken.
Ik noem de eerste twee kenmerken samen: een voorbeeld in woord en in wandel zijn. Onze woorden kunnen opbouwen en inspireren, of ze kunnen afbreken en kleineren. In de huidige wereld is vloeken aan de orde van de dag en lijkt het ons vrijwel overal te belagen. We ontkomen er bijna niet aan dat we anderen de namen van de Godheid achteloos en nonchalant in de mond horen nemen. Grof taalgebruik lijkt gemeengoed te zijn geworden in televisieprogramma’s, films, boeken en muziek. Lasterlijke opmerkingen en boze retoriek voeren de boventoon. Laten we elkaar met liefde en respect bejegenen, ons taalgebruik netjes houden en stekende of kwetsende woorden vermijden. Mogen wij het voorbeeld van de Heiland volgen, die tijdens zijn hele bediening verdraagzaamheid en vriendelijkheid in zijn woorden betrachtte.
Het volgende kenmerk dat Paulus noemt, is liefde, of naastenliefde, die ‘de reine liefde van Christus’ [Moroni 7:47] wordt genoemd. Ik weet zeker dat er binnen onze invloedssfeer mensen zijn die eenzaam, ziek of ontmoedigd zijn. Wij zijn in de gelegenheid hen te helpen en hun geest op te beuren. De Heiland schonk hoop aan de hopelozen en kracht aan de zwakken. Hij genas de zieken; Hij liet de verlamden lopen, de blinden zien, de doven horen. Hij wekte zelfs de doden tot leven. Gedurende zijn bediening reikte Hij in liefde ieder in nood de helpende hand. Als wij zijn voorbeeld volgen, zullen wij anderen, en onszelf, tot zegen zijn.
We moeten ook een voorbeeld in geest zijn. Dat betekent voor mij dat we naar vriendelijkheid, dankbaarheid, vergevensgezindheid en welwillendheid streven. Die eigenschappen vormen in ons een geest waarmee we iets voor de mensen om ons heen kunnen betekenen. Door de jaren heen heb ik talloze mensen leren kennen die een dergelijke geest bezitten. We ervaren een speciaal gevoel in hun nabijheid, waardoor we met hen om willen gaan en hun voorbeeld willen volgen. Zij stralen het licht van Christus uit en helpen ons zijn liefde voor ons te voelen.
Ter illustratie dat het licht van een zuivere en liefdevolle geest uitgaat en door anderen wordt herkend, vertel ik u een voorval van vele jaren geleden.
In die periode waren leiders van de kerk met functionarissen in Jeruzalem in gesprek over een leaseovereenkomst van een stuk grond waarop het Jerusalem Center van de kerk gebouwd zou worden. De vereiste vergunningen zouden alleen verleend worden als de kerk akkoord ging dat onze leden die het centrum gingen gebruiken, geen zendingswerk zouden doen. Na het sluiten van die overeenkomst merkte een van de Israëlische functionarissen, die de kerk en de kerkleden goed kende, op dat hij wist dat de kerk de afspraak om geen zendingswerk te doen zou nakomen. ‘Maar’, zei hij, doelend op de studenten die er zouden komen, ‘wat gaan we aan het licht in hun ogen doen?’ [Zie James E. Faust, ‘Het licht in hun ogen’, Liahona, november 2005, 20.] Moge dat speciale licht altijd in ons schijnen, zodat het door anderen herkend en op waarde geschat wordt.
Een voorbeeld van geloof zijn, houdt in dat we vertrouwen in de Heer en in zijn woord hebben. Het betekent dat we het geloof bezitten en voeden dat onze gedachten en daden stuurt. Ons geloof in de Heer Jezus Christus en in onze hemelse Vader werkt door in alles wat we doen. Te midden van de verwarring van onze tijd, de gewetensconflicten en de beroering van het dagelijks leven, wordt een standvastig geloof een anker voor ons leven. Bedenk dat niemand tegelijkertijd geloof en twijfel kan hebben, want het ene zal het andere verdrijven. Ik herhaal de noodzaak van wat al veel vaker is gezegd: dat we het nodige geloof verwerven en behouden door de Schriften te lezen, te bestuderen en te overpeinzen. Communicatie met onze hemelse Vader door middel van gebed is essentieel. We kunnen ons niet veroorloven om die dingen te verwaarlozen. De tegenstander en zijn trawanten speuren meedogenloos naar een gat in onze wapenrusting, een hiaat in onze getrouwheid. De Heer heeft gezegd: ‘Zoek ijverig, bid altijd en wees gelovig, en alle dingen zullen voor uw welzijn samenwerken’ [Leer en Verbonden 90:24].
Tot slot: wij moeten rein zijn, rein naar lichaam en geest en in onze gedachten. We weten dat ons lichaam een tempel is die met eerbied en respect behandeld moet worden. We moeten onze gedachten met opbouwende en verheffende zaken vullen en verre van zaken houden die onreinheid in de hand werken. We kunnen de Heilige Geest als constante metgezel bij ons hebben, mits we daartoe waardig zijn. Broeders en zusters, reinheid schenkt ons gemoedsrust en laat ons aanspraak maken op de beloften van de Heiland. Hij heeft gezegd: ‘Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien’ [Mattheüs 5:8].
Als wij een voorbeeld zijn in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid, zijn wij geschikt om een licht voor de wereld te zijn.6
2
Onze Heiland, Jezus Christus, is ons voorbeeld en onze kracht.
Onze Heiland, Jezus Christus, [is] ons voornaamste voorbeeld. Zijn geboorte is voorzegd door profeten; engelen kondigden het begin van zijn aardse zending aan. Hij ‘groeide op en [Hij] werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem’ [Lukas 2:40].
Jezus liet Zich door Johannes in de rivier dopen die de Jordaan genoemd wordt, en begon zijn formele bediening onder de mensen. Jezus keerde zich af van de bedrieglijke redeneringen van Satan. Hij richtte zich op de taak die zijn Vader Hem had toegewezen, wijdde er zijn hart aan en gaf er zijn leven voor. En wat een zondeloos, onzelfzuchtig, edel en goddelijk leven was het. Jezus werkte. Jezus had lief. Jezus diende. Jezus getuigde. We zullen geen beter voorbeeld vinden om te volgen. Laten we nu […] daarmee beginnen. Leg voor altijd uw oude zelf af en daarmee ook verslagenheid, wanhoop, twijfel en ongeloof. Dan beginnen we aan een nieuw leven – een leven van geloof, hoop, moed en vreugde. Geen taak lijkt dan te groot, geen verantwoordelijkheid weegt ons dan te zwaar, geen plicht is een last. Alles wordt mogelijk.
Vele jaren geleden heb ik gesproken over iemand die de Heiland als voorbeeld nam, die standvastig en trouw was, sterk en rechtschapen in alle stormen van het leven. Hij maakte moedig zijn priesterschapsroepingen groot. Hij is een voorbeeld voor ons allemaal. Zijn naam was Thomas Michael Wilson, zoon van Willie en Julia Wilson uit Lafayette, in Alabama.
Al in zijn tienerjaren – het gezin was toen nog geen lid van de kerk – kreeg hij kanker. Er volgde een pijnlijke bestralingstherapie, waarna het weer een poosje goed met hem ging. Deze ziekte bracht het gezin niet alleen tot het besef dat het leven waardevol is, maar ook dat het kort kan zijn. Zij wendden zich tot godsdienst om hen door deze moeilijke periode heen te helpen. Na enige tijd kwamen ze in contact met de kerk en uiteindelijk lieten allen behalve de vader zich dopen. Toen hij het evangelie had aangenomen, hunkerde de jonge broeder Wilson ernaar om op zending te gaan, ook al was hij ouder dan de meeste jonge mannen die op zending gaan. Hij was 23 toen hij werd geroepen om in het zendingsgebied Salt Lake City (Utah) te werken.
Ouderling Wilsons collega’s beschreven zijn geloof als onvoorwaardelijk, onwrikbaar en vastberaden. Hij was een voorbeeld voor iedereen. Maar na elf maanden zending kwam de ziekte terug. Wegens botkanker moesten zijn arm en schouder geamputeerd worden. Toch zette hij zijn zendingswerk door.
De moed die ouderling Wilson tentoonspreidde en zijn vurige verlangen om op zending te blijven, troffen zijn vader, die geen lid was, zozeer dat hij de leringen van de kerk onderzocht en zich ook liet dopen.
Ik vernam dat iemand die door ouderling Wilson onderwezen was, zich had laten dopen en bevestigd wilde worden door ouderling Wilson, omdat zij hem zo respecteerde. Met enkele anderen ging ze naar het ziekenhuis waar ouderling Wilson lag. Daar legde hij zijn overgebleven hand op haar hoofd en bevestigde haar tot lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Maand in maand uit ging ouderling Wilson door met zijn dierbare maar pijnlijke werk als zendeling. Er werden zalvingen gegeven en gebeden opgezonden. Door zijn voorbeeld van toewijding, leefden zijn medezendelingen dichter bij God.
De lichamelijke toestand van ouderling Wilson verslechterde. Het einde naderde en hij moest terug naar huis. Hij smeekte om nog een maand te mogen blijven, en dat verzoek werd ingewilligd. Hij stelde zijn geloof in God en Hij op wie Thomas Michael Wilson in stilte vertrouwde, deed de vensters van de hemel open en zegende hem overvloedig. Zijn ouders, Willie en Julia Wilson, en zijn broer Tony gingen naar Salt Lake City om hun zoon en broer naar Alabama te brengen. Maar er moest nog een zegen, waar lang om gebeden en naar verlangd was, verleend worden. Het gezin nodigde mij uit hen te vergezellen naar de Jordan Rivertempel, waar de heilige verordeningen die gezinsleden voor eeuwig en voor dit leven samenbinden, werden verricht.
Ik nam afscheid van de familie Wilson. Ik zie ouderling Wilson nog voor me, zoals hij me bedankte omdat ik hem en zijn dierbaren vergezeld had. Hij zei toen: ‘Het doet er niet toe wat er in dit leven met ons gebeurt, als we het evangelie van Jezus Christus maar hebben en ernaar leven. Het maakt niet uit of ik het evangelie aan deze kant of aan de andere kant van de sluier verkondig, zolang ik het maar verkondig.’ Wat een moed. Wat een vertrouwen. Wat een liefde. De familie Wilson maakte de lange reis terug naar Lafayette, waar ouderling Thomas Michael Wilson van deze aarde naar de eeuwigheid overging. Hij werd begraven met zijn zendelingennaamplaatje opgespeld.7
3
Als we Christus het middelpunt van ons leven maken, hebben we de moed om een goed voorbeeld te zijn.
We zijn ons ervan bewust dat we in een tijd leven waarin sommigen spotten met deugd, pornografie aanbieden in de vorm van kunst en cultuur, en hun ogen en oren afsluiten en hun hart verharden voor de normen en de leringen van Jezus Christus. Vele van onze jonge mensen hebben zich in de verkeerde richting laten meeslepen en zich laten verleiden om mee te doen aan de zonden van de wereld. Smachtend zoeken zij naar de kracht om standvastig voor de waarheid te blijven staan. Door rechtschapen te leven, de helpende hand te reiken en begrip te tonen, kun je anderen redden. Hoe groot zal je vreugde dan zijn. Je zult een ander tot eeuwige zegen zijn.8
Nu de wereld steeds verder van de beginselen en richtlijnen afdwaalt die ons door een liefdevolle hemelse Vader gegeven zijn, [zullen] wij ons van de massa onderscheiden omdat we anders zijn. We onderscheiden ons omdat we ons fatsoenlijk kleden. We zijn anders omdat we niet vloeken en omdat we geen middelen gebruiken die schadelijk voor ons lichaam zijn. We zijn anders omdat we bedenkelijke humor en kleinerende opmerkingen mijden. We zijn anders doordat we onze gedachten niet laten overspoelen met mediakeuzes die grof en denigrerend zijn en die de Geest bij ons thuis en uit ons leven verdrijven. We onderscheiden ons zeker door onze keuzes op moreel gebied – keuzes die op evangeliebeginselen en -normen gebaseerd zijn. De zaken die ons onderscheiden van de meeste andere mensen in de wereld, verschaffen ons ook dat licht en die geest die in een steeds duisterdere wereld zullen schijnen.
Het is vaak moeilijk om anders te zijn en alleen te staan in een menigte. Het is normaal om bang te zijn voor wat anderen zullen denken of zeggen. De woorden in Psalmen bieden troost: ‘De Heere is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Heere is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?’ [Psalmen 27:1.] Als we Christus het middelpunt van ons leven maken, zal onze angst het veld ruimen voor de moed van onze overtuiging.9
We hoeven niet te wachten met ons goed voorbeeld totdat er in de wereld een dramatische gebeurtenis plaatsvindt of totdat we daartoe een uitnodiging ontvangen. Er zijn genoeg gelegenheden om nu een goed voorbeeld te zijn. Maar ze gaan voorbij als wij ze niet grijpen. Waarschijnlijk doen ze zich voor in ons gezin en in het leven van alledag.10
4
We hebben dagelijks kansen om een licht voor anderen te zijn.
Het leven is voor niemand perfect. Soms worden onze uitdagingen en moeilijkheden ons teveel, waardoor ons licht zwakker schijnt. Maar met de hulp van onze hemelse Vader, gekoppeld aan de steun van anderen, kunnen we het licht opnieuw verkrijgen dat ons eigen pad weer zal verlichten en het licht verschaffen dat anderen wellicht nodig hebben. […]
Broeders en zusters, elke dag zijn er gelegenheden genoeg om te schijnen, wat onze omstandigheden ook zijn. Als we het voorbeeld van de Heiland volgen, krijgen we de gelegenheid om een licht voor anderen te zijn. Dat kunnen onze eigen familieleden en vrienden, onze collega’s, kennissen of volslagen vreemden zijn.
Tot ieder van u zeg ik dat u een zoon of dochter van onze hemelse Vader bent. U bent uit zijn tegenwoordigheid gekomen om enige tijd op deze aarde te vertoeven, om de liefde en leringen van de Heiland uit te stralen, en uw licht moedig te laten schijnen zodat allen het kunnen zien. Als uw tijd op aarde erop zit en u uw deel hebt gedaan, valt u de heerlijke zegen ten deel van terug te keren en eeuwig bij Hem te wonen.
De woorden van de Heiland zijn uitermate geruststellend: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben’ [Johannes 8:12]. Van Hem getuig ik. Hij is onze Heiland en Verlosser, onze Voorspraak bij de Vader. Hij is ons Voorbeeld en onze kracht. Hij is ‘het licht dat in de duisternis schijnt’ [Leer en Verbonden 6:21]. Ik bid dat ieder […] zich mag verbinden om Hem te volgen en zo een stralend licht voor de wereld mag worden.11
Suggesties voor studie en onderwijs
Vragen
-
President Monson citeerde de apostel Paulus en ging dieper in op manieren waarop ieder van ons ‘een voorbeeld voor de gelovigen’ dient te zijn (sectie 1). Wat betekent het voor u om ‘in woord en in wandel’ een voorbeeld te zijn? Hoe bent u beïnvloed door iemand die een voorbeeld van naastenliefde was? Hoe kunnen we een voorbeeld van geloof zijn? Waarom is het belangrijk dat we een voorbeeld van reinheid zijn?
-
Neem de vele manieren door waarop onze Heiland, Jezus Christus, ons een voorbeeld gaf (zie sectie 2). Welke invloed heeft het voorbeeld van de Heiland op u gehad? Bedenk enkele manieren waarop u zijn voorbeeld beter kunt volgen.
-
Waarom is het soms moeilijk om een goed voorbeeld te zijn en pal te staan voor het goede? (Zie sectie 3.) Welke moeilijkheden bent u hierbij tegengekomen? Hoe kunnen we de moed ontwikkelen om een goed voorbeeld te zijn? Hoe is het goede voorbeeld van een ander u tot zegen geweest?
-
President Monson heeft gezegd: ‘Elke dag zijn er gelegenheden genoeg om te schijnen’ (sectie 4). Hoe kunnen wij een licht voor anderen zijn? Wanneer is iemand anders een licht voor u geweest? Bedenk wat u kunt doen om ‘een stralend licht voor de wereld’ te zijn.
Relevante Schriftteksten
Mattheüs 5:13–16; 2 Nephi 31:16–17; Alma 17:11; 3 Nephi 18:16; 27:2.
Onderwijstip
‘Uw voorbeeld heeft een grote invloed op de houding van de aanwezigen. […] Laat uit uw woorden en daden merken dat u het evangelie liefhebt en dat u om hun geestelijke groei geeft.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 15.)