‘Hoofdstuk 3: De Geest maakt levend’, Leringen van kerkpresidenten: Thomas S. Monson (2020)
‘Hoofdstuk 3’, Leringen: Thomas S. Monson
Hoofdstuk 3
De Geest maakt levend
‘Wij luisteren naar die stille, zachte stem. Wanneer die spreekt, gehoorzamen de wijze mannen en vrouwen. Gehoor geven aan ingevingen van de Geest moet niet worden uitgesteld.’
Uit het leven van Thomas S. Monson
President Monson leerde uit ervaring om op de ingevingen van de Heilige Geest te vertrouwen en onmiddellijk te reageren. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft het volgende verhaal verteld:
‘De 23-jarige Tom Monson, relatief nieuw als bisschop van de wijk 6–7 in de ring Temple View, was tijdens een priesterschapsleidersvergadering van de ring ongewoon onrustig. Hij had duidelijk het gevoel dat hij de vergadering onmiddellijk moest verlaten en naar het veteranenziekenhuis hoog in de oude lanen van Salt Lake City moest gaan. Voordat hij die avond van huis was gegaan, had hij een telefoontje gekregen waarin hem gezegd was dat een ouder lid van zijn wijk ziek in het ziekenhuis was opgenomen. De beller vroeg of de bisschop wat tijd kon uittrekken om langs het ziekenhuis te gaan en een zegen te geven. De jonge leider legde uit dat hij op het punt stond om naar een ringvergadering te gaan, maar dat hij na afloop bij het ziekenhuis zou langsgaan.
‘De ingeving was nu sterker dan ooit: “Verlaat de vergadering en ga onmiddellijk naar het ziekenhuis.” Maar de ringpresident was aan het spreken! Het zou niet gepast zijn om middenin de boodschap van de presiderende functionaris op te staan, langs een hele rij broeders te gaan en dan het gebouw te verlaten. Hij zat op hete kolen tijdens de laatste momenten van de boodschap van de ringpresident, en rende vervolgens naar de deur nog voor het slotgebed werd uitgesproken.
‘In het ziekenhuis rende hij op de vierde verdieping door de gang. Toen de jonge bisschop bij de juiste kamer aankwam, trof hij daar een hectische drukte aan. Een verpleegster vroeg hem: “Bent u bisschop Monson?”
‘“Ja”, was zijn angstige antwoord.
‘“Het spijt me”, zei ze. “De patiënt riep uw naam vlak voordat hij overleed.”
‘Thomas S. Monson had moeite om zijn tranen in te houden toen hij de avondlucht weer inliep. Hij nam zich vast voor om voortaan altijd te reageren op een ingeving van de Heer. Hij zou de ingevingen van de Geest opmerken en hij zou die volgen waar ze hem ook heen leidden, om altijd “in dienst van de Heer” te zijn.’1
De influisteringen van de Geest herkennen en er gehoor aan geven, werd een centraal thema in het leven en de bediening van Thomas S. Monson. Jaren later zei hij:
‘Ik heb geleerd dat onze hemelse Vader, als we bij het uitvoeren van onze taken naar een stille ingeving luisteren en er onverwijld gehoor aan geven, ons leidt en dat Hij ons en anderen tot zegen is. Ik ken geen fijnere ervaring of gevoel dan dat u gehoor geeft aan een ingeving en daarna ontdekt dat de Heer het gebed van iemand anders door u verhoord heeft.’2
Leringen van Thomas S. Monson
1
De taal van de Geest is rustig, opbouwend en geruststellend voor de ziel.
Onlangs bezocht ik het opleidingscentrum voor zendelingen in Provo (Utah), waar zendelingen die geroepen zijn om over de hele wereld zendingswerk te doen, vol toewijding fundamentele kennis opdoen van de taal waarin zij zullen prediken en waarin zij zullen getuigen.
De gesprekken in het Spaans, Frans, Duits en Zweeds klonken mij enigszins bekend in de oren. Maar de geluiden van het Japans, Chinees en het Fins waren mij, en misschien ook wel de meeste zendelingen, volkomen vreemd. Men verbaast zich over de toewijding en totale concentratie van die jonge mannen en vrouwen die worstelen met het onbekende en die het moeilijke leren. […]
Er is echter één taal die dezelfde is voor alle zendelingen – de taal van de Geest. Die leert men niet uit studieboeken die geschreven zijn door geleerde mannen, noch wordt die verkregen door te lezen en uit het hoofd te leren. De taal van de Geest is weggelegd voor wie met heel zijn hart verlangt God te kennen en zijn goddelijke geboden te onderhouden. Wie deze taal goed kent, kan versperringen doorbreken, hindernissen overwinnen en het mensenhart raken.
De apostel Paulus dringt er in zijn tweede brief aan de Korinthiërs op aan ons af te keren van de beperkingen van de letter der wet en ons te richten op de vergezichten die de Geest ons biedt. Ik houd van deze uitspraak: ‘De letter doodt, maar de Geest maakt levend’ (2 Korinthe 3:6).
In een tijd van beproeving of gevaar kan dergelijke kennis, dergelijke hoop en dergelijk begrip troost brengen aan de bezorgde geest en het rouwende hart. De hele boodschap van het Nieuwe Testament ademt een geest van ontwaking voor de mensenziel. Schaduwen van wanhoop worden verjaagd door stralen van hoop, en het gevoel verloren te zijn geraakt in de menigte verdwijnt met het verkrijgen van de zekere kennis dat onze hemelse Vader aan ons denkt.
De Heiland verschafte ons zekerheid aangaande die waarheid toen Hij onderrichte dat er zelfs geen musje op de aarde valt zonder dat onze Vader dat opmerkt. Die prachtige gedachte sloot Hij af met deze uitspraak:
‘Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.
‘Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is’ (zie Mattheüs 10:29–32).
Wij leven in een ingewikkelde wereld die ons dagelijks voor moeilijkheden stelt. Dan kan men zich vervreemden van de Gever van alle goede gaven, of zich zelfs in de steek gelaten voelen. Wij zijn bezorgd dat wij er alleen voor staan.
Maar wij worden van ons bed van pijn en van ons kussen dat nat is van de tranen hemelwaarts geheven met deze goddelijke zekerheid en waardevolle belofte: ‘Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten’ (Jozua 1:5).
Een dergelijke troost is van onschatbare waarde op onze reis door het sterfelijk leven, een reis die ons voert over een pad met veel splitsingen en bochten. Die zekerheid wordt ons zelden gegeven in de vorm van een spectaculair teken of een luide stem. Integendeel, de taal van de Geest wordt zacht gesproken, is rustig, verheft het hart en geeft de ziel rust.
Soms krijgen we antwoord op onze vragen en gebeden door de stille ingevingen van de Geest. […] Wij kijken. Wij wachten. Wij luisteren naar die stille, zachte stem. Wanneer die spreekt, gehoorzamen de wijze mannen en vrouwen.3
2
Laten we de taal van de Geest leren en het gehoor geven aan een ingeving nooit uitstellen.
Stan, een dierbare vriend van me, had kanker gekregen. Hij had altijd een goede gezondheid genoten, was atletisch gebouwd, en was op allerlei gebieden actief geweest. Nu kon hij niet meer lopen of zelfs staan. Zijn rolstoel was zijn thuis. De beste artsen zorgden voor hem, en familieleden en vrienden hadden vol hoop en vertrouwen voor hem gebeden. Toch bleef Stan gekluisterd aan zijn bed in het academisch ziekenhuis.
Ik was een keer laat in de middag aan het zwemmen in Deseret Gym. Ik staarde naar het plafond terwijl ik op mijn rug mijn baantjes trok. Stil maar duidelijk kreeg ik de volgende gedachte: ‘Jij zwemt hier bijna zonder moeite, terwijl je vriend Stan zich niet eens kan bewegen.’ En ik voelde dat ik de ingeving kreeg: ‘Ga naar het ziekenhuis en zalf hem.’
Ik kwam het bad uit, kleedde me aan en haastte me naar Stans ziekenhuiskamer. Zijn bed was leeg. Een verpleegster zei dat hij in zijn rolstoel naar het zwembad toe was gereden om zich voor te bereiden op zijn therapie. Ik haastte me naar het zwembad en zag Stan daar, helemaal alleen, aan het eind van het diepe. We begroetten elkaar en gingen terug naar zijn kamer, waar hij een zalving kreeg.
Langzaam maar zeker kreeg Stan weer kracht in zijn benen. Aanvankelijk kon hij slechts wankelend op de been blijven. Maar toen leerde hij stap voor stap weer lopen. Dat Stan zo dicht bij de dood was geweest, zonder enige hoop op herstel, was moeilijk in te denken voor wie niet beter wist.
Stan sprak vervolgens tijdens kerkbijeenkomsten van de goedheid van de Heer voor hem. Sommigen onthulde hij de duistere, depressieve gedachten die hem overspoeld hadden toen hij die middag bij het zwembad had gezeten, naar het leek veroordeeld tot een leven vol wanhoop. Hij vertelde dat hij het alternatief had overwogen. Het zou zo makkelijk zijn geweest om de gehate rolstoel het stille water van het diepe zwembad in te rijden. Dan was het leven voorbij geweest. Maar precies op dat moment zag hij mij, zijn vriend. Op die dag leerde Stan letterlijk dat wij niet alleen staan. Ook ik had die dag een les geleerd: stel nooit, maar dan ook nooit, het gehoor geven aan een ingeving uit.
Toen Stans zoon later voor tijd en alle eeuwigheid huwde, en de familie bijeen was in de heilige tempel van de Heer, stonden we even stil bij onze herinnering aan het wonder waarvan wij getuige waren geweest. Uit harten die met emotie vervuld zijn, komen niet gemakkelijk woorden voort, maar een stilzwijgend koor van dankbaarheid sprak uit de gevoelens die niet onder woorden konden worden gebracht.
Laten wij op onze reis door het leven de taal van de Geest leren begrijpen. Mogen wij altijd denken en gehoor geven aan de liefdevolle uitnodiging van de Meester: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen’ (Openbaring 3:20). Dat is de taal van de Geest. Hij sprak die. Hij onderrichtte die. Hij leefde ernaar. Mogen wij dat allen ook doen.4
3
We worden gezegend als we zo leven dat we de ingevingen en leiding van de Geest kunnen ontvangen.
Jaren geleden ontving ik een brief van een goede vriend van mij. Hij gaf zijn getuigenis in die brief. Daar zou ik u vanavond uit willen voorlezen, aangezien het de macht van het priesterschap illustreert in iemand die leerde wat hij moest leren, deed wat hij moest doen, en altijd probeerde te zijn wat hij moest zijn. Ik zal passages voorlezen uit de brief van mijn vriend Theron W. Borup, die drie jaar geleden op 90-jarige leeftijd is overleden:
‘Toen ik op mijn achtste werd gedoopt en de Heilige Geest ontving, kreeg ik vaak te horen dat ik goed moest zijn, zodat ik mijn hele leven de hulp van de Heilige Geest waardig zou zijn. Men zei mij dat de Heilige Geest alleen in goed gezelschap wilde zijn en dat Hij bij ons weg ging als we kwaad deden. Daar ik niet wist wanneer ik zijn hulp en ingevingen nodig zou hebben, probeerde ik zo te leven dat ik die gave niet verloor. Dat heeft mij een keer het leven gered.
‘In de Tweede Wereldoorlog was ik een boordschutter in een B-24 bommenwerper in de Stille Zuidzee. […] Op zekere dag werd er aangekondigd dat we de langste vlucht ooit zouden gaan maken om een olieraffinaderij te bombarderen. De ingevingen van de Geest zeiden mij dat ik aan die vlucht zou worden toegewezen en dat ik niet zou terugkeren. Toentertijd was ik president van de groep militairen die lid van de kerk waren.
‘De strijd werd hevig toen we boven Borneo vlogen. Ons vliegtuig werd beschoten door vijandige toestellen en vloog al gauw in brand. De piloot zei tegen ons dat we zouden moeten springen. Ik sprong als laatste. Terwijl we naar beneden zweefden, werden we door vijandige piloten beschoten. Mijn reddingsvlot wilde niet opengaan. Boven en onder water dobberend, begon ik te verdrinken, waarna ik bewusteloos raakte. Ik kwam een ogenblik bij en riep: “God, red mij!” […] Nogmaals probeerde ik het reddingsvlot op te blazen, het lukte. Met net genoeg lucht erin om te blijven drijven, liet ik mij erin rollen, te uitgeput om mij te bewegen.
‘Drie dagen lang dreven we rond in vijandig gebied met schepen overal om ons heen en vliegtuigen in de lucht. Waarom ze een groep gele vlotten in blauw water ongemoeid lieten, is een raadsel’, schreef hij. ‘Er stak een storm op en de 10 meter hoge golven trokken bijna onze vlotten stuk. Er gingen drie dagen voorbij zonder eten of drinken. De anderen vroegen mij of ik bad. Ik antwoordde dat ik zeker bad en dat we gered zouden worden. Die avond zagen we een van onze onderzeeërs, die gekomen was om ons te redden, maar hij voer ons voorbij. De volgende ochtend deed hij [dat weer. We wisten] dat dit de laatste dag [was] dat hij in dit gebied zou varen. Toen kwamen de ingevingen van de Heilige Geest. “Je draagt het priesterschap. Gebied de onderzeeër om je op te pikken.” In stilte bad ik: “In de naam van Jezus Christus en krachtens het priesterschap, keer om en pik ons op.” Een paar minuten later kwamen ze langszij. Toen we aan boord waren, zei de kapitein: “Ik weet niet hoe we jullie ooit hebben gevonden, want we waren niet op zoek naar jullie.” Ik wist het wel.’5
4
De Heilige Geest kan ons voor gevaren waarschuwen en ons leiden in goede keuzes maken.
Toen ik bij de Amerikaanse marine zat, werd sonar nog ontwikkeld. […] Sonar is een instrument dat waarschuwt wanneer een voertuig, schip of ander obstakel dichtbij komt. Het meet de geluidsgolven. De bediener is gewend om naar een herhaaldelijk gepiep te luisteren. Als het gepiep anders gaat dan het normale patroon, weet hij dat er gevaar dreigt en kan hij de officieren van het schip waarschuwen zodat de koers veranderd kan worden. […]
Als de mens sonar kan uitvinden om tegen rampen te waarschuwen, […] lijkt het dan niet aannemelijk dat de Heer zijn dierbare kinderen een waarschuwingsapparaat zou geven om hen te waarschuwen als ze van zijn pad af raken? Ik geef u vandaag mijn getuigenis dat we zo’n leidend licht hebben. Het is onfeilbaar, als we er maar gebruik van maken. Ik verwijs naar de stille, zachte stem, de Heilige Geest.6
Toen u werd bevestigd als lid van de kerk, ontving u het recht op het gezelschap van de Heilige Geest. Hij kan u helpen bij het maken van de juiste keuzes. Bij uitdagingen of verleidingen hoeft u zich niet alleen te voelen. De Heilige Geest zal u helpen om goed en kwaad uit elkaar te houden. ‘Want zij die wijs zijn, [hebben] de Heilige Geest tot hun gids genomen’ (Leer en Verbonden 45:57).7
Toets elke beslissing die je wilt nemen aan deze vragen: ‘Wat gebeurt er dan met mij? Wat heb ik eraan?’ En geef in je gedragscode geen voorrang aan de vraag ‘Wat zullen anderen van me denken?’, maar aan de vraag ‘Wat zal ik van mezelf denken?’ Laat je leiden door die stille, zachte stem. Bedenk dat bij je bevestiging iemand met gezag zijn handen op je hoofd heeft gelegd en heeft gezegd: ‘Ontvang de Heilige Geest!’ Stel je hart open – stel je ziel open – voor het geluid van die stille, zachte stem die getuigt van waarheid. Zoals de profeet Jesaja heeft beloofd: ‘Met uw eigen oren zult u een woord […] horen: Dit is de weg, bewandel die’ [Jesaja 30:21].8
Ik hoop […] dat we naar de influisteringen van de Heilige Geest zullen luisteren. Ik beloof dat je door de Heilige Geest geleid wordt als je op de Heilige Geest bent afgestemd, als je in je hart naar rechtschapenheid verlangt en als je gedrag dat verlangen ook weerspiegelt.9
We lezen in 1 Korinthe: ‘Er zijn […] zoveel soorten geluiden in de wereld’ [1 Korinthe 14:10]. We worden omringd door overredende geluiden, bedrieglijke geluiden, kleinerende geluiden, intellectuele geluiden en verwarrende geluiden. En dat zijn luide geluiden. Ik spoor je aan om de volumeknop zachter te zetten en naar de stille, zachte stem te luisteren die je in veiligheid brengt.10
Suggesties voor studie en onderwijs
Vragen
-
Wat betekent het om ‘de taal van de Geest’ te leren? (Sectie 1.) Wat kunnen wij doen om vloeiend te worden in die taal? Wat hebt u uit eigen ervaring geleerd over het herkennen van boodschappen van de Heilige Geest?
-
In sectie 2 vertelde president Monson dat hij had geleerd dat hij ‘het gehoor geven aan een ingeving’ nooit uit moest stellen. Hoe is iemand die gehoor gaf aan een ingeving van de Heilige Geest u tot zegen geweest? Wanneer bent u gezegend door gehoor te geven aan een geestelijke ingeving die u kreeg?
-
Wat kunnen we van het verhaal van Theron Borup in sectie 3 leren?
-
Wanneer is de stille, zachte stem van de Heilige Geest ‘een waarschuwingsapparaat’ in uw leven geweest? (Sectie 4.) Welke ervaringen hebt u met leiding van de Heilige Geest gehad? Wanneer bent u door de Heilige Geest getroost? Op welke manieren heeft de Heilige Geest u nog meer geholpen?
Relevante Schriftteksten
1 Koningen 19:11–12; Johannes 14:26; 1 Nephi 4:6; 10:17–19; 17:45; 2 Nephi 32:1–5; Leer en Verbonden 8:2–3; 11:12–14; 31:11.
Onderwijstip
‘Als u ernaar streeft het evangelie waardig na te leven, zal de Heilige Geest de wil van God aan u openbaren. Hij zal u gedachten, indrukken en creatieve ideeën geven hoe u anderen kunt onderwijzen. […] De Geest [is] de echte leerkracht, en als de Geest bij u is, dan onderwijst u met de macht van God en helpt u het wonder van bekering tot stand te brengen.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016], 5.)