Onze verbonden naleven
Het belangrijkste dat wij in dit leven kunnen doen, is de verbonden naleven die wij met de Heer hebben gesloten.
Van het verleden tot het heden hebben ware discipelen van Jezus Christus begrepen hoe belangrijk het is om verbonden met de Heer te sluiten en die na te leven.
In ongeveer 64 v.C. leefden de Nephieten in een bijzonder gevaarlijke tijd. Door goddeloosheid, verdeeldheid en samenzweringen bevonden ze zich in onveilige omstandigheden. (Zie Alma 53:9.) De regering stond op het punt te vallen. De oorlog met de Lamanieten duurde al jaren. Nephitische afvalligen liepen over naar de vijand. Veel Nephitische steden waren aangevallen en veroverd.
In deze gevaarlijke en chaotische situatie werden er rechtschapen mannen gezocht die de Nephitische legers konden leiden — mannen als Moroni en Helaman. Deze Nephitische leiders begrepen dat hun vermogen om hun land te verdedigen in verhouding stond tot hun gehoorzaamheid aan de Heer. Ze probeerden voortdurend de bevolking eraan te herinneren dat ze de Heer moesten gedenken en zijn geboden moesten onderhouden.
Op dit kritieke moment, nadat er veel Nephitische steden verloren waren gegaan en het machtsevenwicht naar de Lamanieten begon door te slaan, gebeurde er iets bijzonders. De Ammonieten, die ooit tot de Lamanieten behoorden, maar zich door de leringen van Ammon tot het evangelie van Jezus Christus hadden bekeerd, zeiden dat ze de wapens wilden opnemen om hun nieuwe land en levenswijze te verdedigen. (Zie Alma 53:13.)
De vaders van deze Ammonitische gezinnen hadden eerder een verbond met de Heer gesloten dat ze nooit meer de wapens zouden opnemen. De Nephitische profeet Helaman raadde deze mannen aan om hun verbond met de Heer na te komen. (Zie Alma 53:15.) Helaman vertelt wat er gebeurde toen hij die raad had gegeven:
‘Doch ziet, zij hadden vele zoons, die geen verbond hadden gemaakt, dat zij hun oorlogswapenen niet zouden opnemen om zich tegen hun vijanden te verdedigen; daarom kwamen zij te dien tijde bijeen, ja allen, die in staat waren de wapenen op te nemen, en zij noemden zich Nephieten.
‘En zij sloten een verbond om voor de vrijheid der Nephieten te strijden, ja, om het land met hun leven te verdedigen; ja, zij verbonden zich zelfs, dat zij nimmer hun vrijheid zouden prijsgeven. (…)
‘Nu ziet, er waren tweeduizend van deze jongelieden, die dit verbond sloten en hun oorlogswapenen opnamen om hun land te verdedigen (…).
‘En het waren allen jongemannen, die zowel in moed als in kracht en werklust uitblonken; doch ziet, dit was niet alles — het waren mannen, die te allen tijde getrouw waren in alle dingen, die hun werden toevertrouwd.
‘Ja, het waren waarheidlievende en ernstige mensen, want hun was geleerd de geboden van God te bewaren en oprecht voor Hem te wandelen.
‘Helaman nu rukte aan het hoofd van zijn tweeduizend jeugdige soldaten uit om het volk op de grens van het land in het zuiden bij de westelijke zee te hulp te komen’ (Alma 53:16–18, 20–22).
Helaman en zijn tweeduizend jeugdige soldaten vochten heldhaftig om hun gezin en hun vrijheid te behoeden. Door hun komst op het slagveld kreeg de oorlog een andere wending. Het machtsevenwicht kwam nu in het voordeel van de Nephieten.
In een brief aan Moroni beschrijft Helaman het geloof en de moed van deze jongemannen:
‘En nu zeg ik u, mijn geliefde broeder Moroni, dat ik nimmer zulk een heldenmoed heb gezien, neen, onder alle Nephieten niet. (…)
‘Nu hadden zij nimmer gevochten, en toch vreesden zij de dood niet; en zij gaven meer om de vrijheid van hun vaderen dan om hun eigen leven; ja, door hun moeders was hun geleerd dat God hen zou bevrijden, indien zij niet twijfelden’ (Alma 56:45, 47).
Broeders en zusters, zij twijfelden niet en God bevrijdde hen inderdaad. In hun eerste veldslag werd niet één van de tweeduizend soldaten gedood. Na die veldslag waren er nog zestig jonge Ammonieten die zich bij het kleine leger aansloten. Helaman zegt: ‘Zij gehoorzaamden en voerden ieder bevel nauwkeurig uit; ja, en hun geschiedde naar hun geloof’ (Alma 57:21).
De tweede veldslag waaraan het kleine leger deelnam, was intensiever dan de eerste. In de nasleep schrijft Helaman:
‘En er waren tweehonderd van mijn tweeduizend en zestig, die door bloedverlies waren bezwijmd; niettemin was er, door de goedheid Gods (…) niet één hunner omgekomen. (…)
‘En nu, het was wonderlijk voor ons ganse leger, hoe zij het leven hadden behouden (…) En wij schrijven het terecht toe aan de wondervolle kracht Gods wegens hun buitengewoon groot geloof’ (Alma 57:25–26).
Helaman en zijn jeugdige soldaten begrepen hoe belangrijk het is om verbonden met de Heer te sluiten. Ze ontvingen ook de zegeningen die beloofd worden aan hen die getrouw hun verbonden naleven.
Als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben wij ook heilige verplichtingen op ons genomen. Dat hebben we bij de doop en in de tempel van God gedaan. We noemen deze verplichtingen verbonden. Verbonden zijn beloften aan de Heer. Ze zijn bijzonder heilig van aard. Het belangrijkste dat wij in dit leven kunnen doen, is de verbonden naleven die wij met de Heer hebben gesloten. Als we onze beloften nakomen, geeft Hij ons de kans om geestelijk te groeien.
De afgelopen twee jaar zijn mijn vrouw en ik in de Filipijnen werkzaam geweest. We hebben veel Filipijnse gezinnen en personen gezien die de verbonden die ze met de Heer hebben gesloten, begrijpen en naleven. Ik wil u graag over een ervaring met een van deze gezinnen vertellen.
Enkele maanden geleden had ik de opdracht gekregen om de conferentie van de ring Talisay te presideren. Tijdens de algemene bijeenkomst op zondag begon ik mijn toespraak met een dankwoord voor de eerbied in de kapel. Tijdens mijn toespraak keek ik naar links en zag ik een bijzonder groot gezin enkele banken achter de voorste bank zitten. Ik kreeg het gevoel dat ik hen als voorbeeld moest gebruiken van een gezin dat de beginselen van eerbied begreep en naleefde. De ouders zaten met heel veel eerbiedige kinderen om zich heen.
Na de bijeenkomst hadden we de kans om het gezin Abasanta te ontmoeten. Hoe meer ik over hen te weten kwam, hoe meer ik onder de indruk was van het feit dat zij werkelijk begrepen wat het betekent om het evangelie van Jezus Christus en de verbonden na te leven.
Broeder Lani en zuster Irenea Abasanta zijn 22 jaar geleden lid van de kerk geworden. Ze hebben 17 kinderen. Onder de 17 kinderen bevindt zich een drieling. We weten allemaal dat het nergens gemakkelijk is om een gezin groot te brengen, en de Filipijnen zijn geen uitzondering. Het gezin Abasante is een levend voorbeeld dat het mogelijk is, en dat het op de juiste manier gedaan kan worden.
Hun succes om hun kinderen in de kerk op te voeden, komt op verschillende manieren tot uitdrukking. Een gezin dat met 19 personen eerbiedig een bijeenkomst bijwoont, is slechts één voorbeeld.
Een ander voorbeeld is de manier waarop ze hard werken en samenwerken om in de dagelijkse behoeften te voorzien. Broeder Abasanta is elektromonteur. Zuster Abasanta maakt samen met haar dochters sieraden, die ze vanuit hun huis verkopen. Gezamenlijk zijn ze in staat om voor het hele gezin in de behoeften te voorzien.
Nog belangrijker dan het financiële aspect is de manier waarop ze hun kinderen in het evangelie van Jezus Christus opvoeden. De wekelijkse gezinsavond is een essentieel onderdeel van hun onderwijs thuis. Over hun gezinsavond legt broeder Abasante uit: ‘Eerst bespreken we als gezin mogelijke problemen en hoe we een grotere eenheid kunnen vormen. Vervolgens hebben we een opbouwende gedachte of een les. Waarna we spelletjes doen.’
Onlangs heeft broeder Abasanta de Liahona gebruikt om aan zijn kinderen uit te leggen dat ze beter niet zoveel televisie kunnen kijken en die tijd beter kunnen gebruiken om iets nuttigs te doen, zoals huiswerk maken of de Schriften bestuderen. In de loop van de jaren hebben de kinderen op de gezinsavond eerbiedig leren zijn. Omdat de kinderen thuis eerbied hebben geleerd, is het gemakkelijker voor ze om op zondag in de kerk eerbiedig te zijn.
Een ander voorbeeld van een manier waarop ze het evangelie en hun verbonden naleven, is dat ze hun kinderen bijbrengen hoe belangrijk het is om een eerlijke en volledige tiende te betalen. Broeder Abasante zegt: ‘We leren onze kinderen dat we voedsel hebben omdat we tiende betalen. Als onze kinderen zelf een baantje hebben, maken we ze duidelijk dat ze hun tiende moeten betalen. Het is moeilijk om voor zoveel kinderen te zorgen, maar als ik eerlijk en trouw tiende betaal, is het helemaal niet moeilijk. We vertrouwen honderd procent op de Heer dat we, als we een eerlijke tiende betalen, ook iedere dag voedsel zullen hebben.’
Weet u nog dat ik zei dat broeder en zuster Abasante 17 kinderen hebben? Laat me u iets over de drieling vertellen. Ze zijn alle drie jongens. Ze zijn 19 jaar oud. Ze heten Ammon, Omni en Omner. Ja, u raadt het al. Alle drie zijn zij trouwe, hardwerkende voltijdzendelingen van de Heer. Ammon bevindt zich in het zendingsgebied Baguio (Filipijnen), Omni in Davao (Filipijnen), en Omner in Manilla (Filipijnen).
Nu wil ik niet de indruk wekken dat de familie Abasante volmaakt is. Niemand onder ons is volmaakt. Maar omdat ze hun best doen om de geboden en hun verbonden na te leven, is de familie Abasante in staat om de zegeningen van de Heer te ontvangen.
Broeders en zusters, we kijken allemaal uit naar de dag dat we bij onze hemelse Vader kunnen terugkeren. Om voor de verhoging in het celestiale koninkrijk in aanmerking te komen, moeten we hier op aarde het vertrouwen van de Heer genieten. En dat doen we door het te verdienen — door zijn evangelie en onze verbonden na te leven. Met andere woorden, we verdienen het vertrouwen van de Heer door zijn wil te doen.
Vergeet niet dat de Heer de profeet Joseph Smith waarschuwde voor hen die ‘Mij met hun lippen [genaken], maar hun hart houdt zich verre van Mij’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:19).
Vergeet ook niet de aanmoediging van Jakobus: ‘En weest daders des woords en niet alleen hoorders’ (Jakobus 1:22).
Daden zijn echt beter dan woorden. Daden zijn voor de Heer ook veel belangrijker dan woorden. De Heer heeft in de Leer en Verbonden gezegd: ‘Indien gij Mij liefhebt, zult gij Mij dienen en al mijn geboden onderhouden’ (LV 42:29).
Helaman en zijn jonge soldaten zijn een klassiek voorbeeld van de zegeningen die wij kunnen ontvangen als we trouw onze beloften aan de Heer nakomen. Het gezin Abasante is een hedendaags voorbeeld van een gezin dat hard werkt om hun verbonden en de beginselen van het evangelie van Jezus Christus na te leven.
Alle leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben de Heer bepaalde beloften gedaan. We hebben beloofd de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. (Zie LV 20:77.) Getrouwe leden van de kerk houden zich aan hun beloften.
Het is vandaag mijn gebed dat wij ons allemaal opnieuw zullen toewijden ons uiterste best te doen, en het vertrouwen van de Heer zullen verdienen door zijn wil te doen, zijn evangelie na te leven en onze verbonden na te komen. In de naam van Jezus Christus. Amen.