Wat is een quorum?
Een van de grootste zegeningen die iemand kan krijgen als drager van het priesterschap is tot een priesterschapsquorum te behoren.
‘Gij zijt door de Heilige Geest geïnspireerd om het fundament der kerk te leggen en deze tot het allerheiligst geloof op te bouwen.
‘Welke kerk werd georganiseerd en gevestigd in het jaar uws Heren achttienhonderd en dertig, in de vierde maand en op de zesde dag der maand, die april wordt genoemd’ (LV 21:2–3).
Op die dag kwamen Joseph Smith, Oliver Cowdery en leden van de families Smith en Whitmer bijeen in het huis van Peter Whitmer sr. in Fayette (Seneca County, New York). Na zang en gebed werden de openbaringen aangaande de oprichting van de kerk voorgelezen aan de aanwezigen. In die openbaringen worden de orde van het priesterschap en de taken van de kerkfunctionarissen uiteengezet. De huidige kerkorganisatie is op dit patroon gebaseerd.
‘Overeenkomstig het gebod vroeg de profeet Joseph de aanwezige broeders of zij hem en Oliver Cowdery wilden aanvaarden als hun leraars in de zaken van het koninkrijk Gods, en of zij bereid waren de kerk volgens het gebod van de Heer op te richten. Hiermee stemden zij unaniem in.’ (B. H. Roberts, A Comprehensive History of The Church, deel 1., p. 196.)
En zo hebben we het patroon dat in het begin is vastgesteld. ‘En alle dingen in de kerk moeten met algemene instemming worden gedaan, door veel bidden en geloof, want gij zult alle dingen door geloof ontvangen’ (LV 26:2).
Ik bespeur een bijzonder gevoel in mijn hele wezen als ik mensen hun arm rechthoekig zie opsteken om leiders van de kerk steun te verlenen. Vandaag zijn er twee nieuwe leden van het Quorum der Twaalf Apostelen gesteund door de leden van de kerk hier in het Conferentiecentrum, en per televisie, internet en satelliet door leden van de kerk in bijna alle uithoeken van de aarde.
Ouderling Uchtdorf en ouderling Bednar, u is steun verleend om de functies te vervullen die zijn vrijgekomen door de dood van de ouderlingen David B. Haight en Neal A. Maxwell. Als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen heet ik u met open armen welkom nu u deel gaat hebben aan onze heilige roeping. Uiteraard missen wij vandaag onze omgang met de ouderlingen Haight en Maxwell. Ouderling Haight heeft de afgelopen 28 jaar naast mij gezeten bij deze conferenties. Ouderling Maxwell heeft heel lang naast hem gezeten. Ik wilde dat ik de enthousiaste geest van ouderling Haight of de verbale kracht van ouderling Maxwell had om mijn gevoelens te uiten over de langdurige omgang die ik met deze twee fijne broeders heb gehad! Ze hebben zoveel toegevoegd aan mijn leven. Ik mis de omgang met hen enorm!
We hebben in het werk van de Twaalf een rijke traditie, waarvoor we de wereld bereizen om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Een voorbeeld. Op zondag 4 juni 1837 ging de profeet Joseph Smith in de Kirtlandtempel naar Heber C. Kimball toe en fluisterde: ‘Broeder Heber, de Geest des Heren heeft mij ingefluisterd: “Laat mijn dienstknecht Heber naar Engeland gaan en mijn evangelie verkondigen en de deur van het heil voor dat volk opendoen”.’ (Orson F. Whitney, Life of Heber C. Kimball, [1945] derde editie, p. 104.)
Uit het verslag over het vertrek van Heber C. Kimball en Brigham Young naar Engeland blijkt duidelijk hun bereidheid om zich opofferingen te getroosten voor de roeping die ze hadden gekregen. Dit is wat er staat:
‘14 september [1839]. President Brigham Young verliet zijn huis in Montrose om op zending te gaan naar Engeland. Hij was zo ziek dat hij niet in staat was om zonder hulp naar de Mississippi te gaan, een afstand van 150 meter. Toen hij de rivier was overgestoken, reed hij te paard achter Israel Barlow aan naar mijn huis, waar hij tot de achttiende ziek bleef. Hij liet zijn zieke vrouw met een slechts drie weken oude baby achter. Al zijn andere kinderen waren ook ziek en konden elkaar niet verzorgen. Geen van hen kon naar de bron gaan om een emmer water te putten, en ze hadden ook geen verschoning, want de bende in Missouri had bijna alles afgenomen wat ze bezaten. Op de zeventiende vroeg zuster Mary Ann Young een jongen om haar in zijn wagen naar mijn huis te brengen, zodat ze broeder Brigham kon verzorgen en troosten.’ (Geciteerd in Life of Heber C. Kimball, p. 265.)
Het gezin van Heber C. Kimball was ook ziek. Charles Hubbard stuurde zijn zoon met een span trekdieren om ze op weg te helpen. Ouderling Kimball schrijft: ‘Het leek wel of mijn ingewanden zouden smelten omdat ik mijn gezin in zo’n toestand achterliet, want het leek wel of ze de dood in de ogen keken. Ik had het gevoel dat ik het niet kon verdragen. Ik vroeg de voerman om stil te houden, en zei tegen broeder Brigham: “Dit is moeilijk, vind je ook niet? Laten we opstaan en ze toejuichen.” We stonden op, zwaaiden drie keer onze hoed boven ons hoofd, en riepen: “Hoera, hoera voor Israël.”’ Zuster Young en zuster Kimball gingen naar de deur en wuifden ten afscheid, wat hen veel troost gaf, en de broeders vervolgden hun reis ‘zonder buidel of male’ naar Engeland. (Zie Life of Heber C. Kimball, pp. 265–266.)
In de Bible Dictionary staat dat apostel betekent: ‘iemand die erop uit is gestuurd. (…) De roeping van een apostel is die van een bijzondere getuige van de naam van Jezus Christus in de hele wereld, met name van zijn goddelijke aard en zijn lichamelijke opstanding van de dood. (…) Twaalf mannen met deze hoge roeping vormen een bestuurlijke raad in het werk van de bediening. (…) Tegenwoordig vormen twaalf mannen met deze zelfde goddelijke roeping en ordening het Quorum der Twaalf Apostelen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ (‘Apostle’, p. 612.)
Een apostel is nog steeds iemand die ‘erop uitgestuurd’ wordt. Ze reizen nu onder totaal verschillende omstandigheden dan de broeders in de begintijd van de kerk om onze taken uit te voeren. Onze manier van reizen naar alle uithoeken van de aarde is heel anders dan toen. Maar onze taak blijft dezelfde als toen de Heiland zijn twaalf apostelen als volgt instrueerde: ‘Gaat (en) maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld’ (Matteüs 28:19–20).
En u, nieuwe broeders in dit quorum, beloof ik dat u een heel nieuw begrip krijgt van wat het inhoudt om tot een quorum te behoren. Ik zou willen dat we het gevoel en respect dat wij in onze raad hebben, konden overbrengen op ieder quorum in de kerk. Wilt u — diakenen-, leraars-, priesters-, ouderlingen- en hogepriestersquorums — even luisteren naar wat volgens mij de grootste zegeningen zijn die men kan krijgen als drager van het priesterschap? Die bijzondere zegen bestaat uit het behoren tot een priesterschapsquorum.
Vele jaren geleden heeft president Stephen L Richards eens de volgende uitstekende uitleg gegeven van het kerkbestuur. Dit is wat hij heeft gezegd:
‘Het geniale aan ons kerkbestuur is dat de kerk bestuurd wordt door raden. (…) Ik zie de wijsheid in van God die raden in het leven geroepen heeft om zijn koninkrijk te besturen. In de geest waarin wij samenwerken, kunnen mannen met schijnbaar uiteenlopende meningen en sterk uiteenlopende achtergronden bijeenkomen en, onder invloed van die geest, samen overleggen en tot een gezamenlijke slotsom komen. (…) Ik aarzel niet om u te verzekeren dat als u in raden overlegt, zoals van u verwacht wordt, God u de oplossingen zal geven voor de problemen waarmee u geconfronteerd wordt (…).’ (Conference Report, oktober 1953, p. 86.)
En wat zijn uw grote voordelen als u tot een quorum behoort? Nogmaals Stephen L Richards. ‘Een priesterschapsquorum heeft drie functies: ten eerste is het een klas; ten tweede een broederschap; en ten derde een dienstencentrum’ (Conference Report, oktober 1938, p. 118).
Het geniale aan die drieledigheid zie ik duidelijk in de functies van het Quorum der Twaalf Apostelen. Als klas bestuderen wij samen de leer van het koninkrijk. Kunt u zich indenken wat een bijzondere ervaring het zou zijn om in een quorumvergadering de leer van het koninkrijk te horen van de ouderlingen Ezra Taft Benson, Mark E. Petersen, LeGrand Richards, Howard W. Hunter, Bruce R. McConkie, David B. Haight of Neal A. Maxwell? U hebt vast gemerkt dat ik alleen maar namen noemde van hen die hun aardse bediening al hebben afgerond, om geen onderscheid te hoeven maken tussen de apostelen die nog in leven zijn. U kunt diezelfde zegening hebben in uw eigen quorum. De woorden van de apostelen, hetzij die in deze tijd of die uit het verleden, leven verder in de Schriften, conferentietoespraken, kerktijdschriften, devotionals enzovoort. Zij staan u ter beschikking om de leer van het koninkrijk in uw quorumklas te brengen. Maak van uw quorum een klas om uw kennis van het evangelie van onze Heer en Heiland te vergroten.
Wij hebben een bijzondere broederschap in ons quorum. Wij zijn er om elkaar te verheffen, inspireren en tot zegen te zijn met de geest van onze roeping. Als er iemand een zware last te dragen heeft, staan elf anderen maar al te graag klaar om hem te helpen met die last. Wij verheugen ons samen als er iets goeds bereikt is. Wij wenen samen in tijden van verdriet. Wij hebben nooit het gevoel dat we alleen voor een probleem staan! We hebben altijd de raad, steun, hulp en bemoediging van onze quorumleden.
Uit het boek Priesthood and Church Government hebben we deze verklaring over de broederschap die er in onze priesterschapsquorums zou moeten zijn: ‘De priesterschap is een grote broederschap die bijeen wordt gehouden door de eeuwige en onveranderlijke wetten die het raamwerk van het evangelie vormen. Ieder quorum zou doordrongen moeten zijn van een gevoel van broederschap. Dat zou de hoogste prioriteit van een quorum moeten zijn: alle leden helpen die in materiële, mentale of geestelijke nood verkeren. De geest van broederschap zou de drijvende kracht zijn achter alle plannen en activiteiten van het quorum. Als men deze geest verstandig en consequent ontwikkelt, wordt geen enkele andere organisatie aantrekkelijker voor een man die het priesterschap draagt.’ (John A. Widtsoe, Priesthood and Church Government [1939], p. 135; aangehaald in A Guide for Quorums of the Melchizedek Priesthood [1930], p. 3 met een voorwoord van Rudger Clawson.) Wij moedigen alle priesterschapsquorums in de kerk aan om zo’n broederschap te ontwikkelen.
Uiteindelijk is het enige doel van ons quorum om mensen van dienst te zijn. Hoe belangrijk deze taak voor ons is, is misschien te kenschetsen met de woorden uit een brief van Wilford Woodruff, destijds president van de Raad der Twaalf Apostelen, die op 26 oktober 1886 is voorgelezen: ‘Ik zeg tot de apostelen: onze verantwoordelijkheid is bijzonder groot. (…) Wat voor mensen behoren wij te zijn? De hele aarde rijpt in goddeloosheid en het Zion van God moet voorbereid zijn op de komst van de bruidegom. We moeten ons verootmoedigen voor de Heer en openstaan om door de geest van onze roeping vervuld te worden met de Heilige Geest en met de openbaringen van Jezus Christus, opdat wij de wil en bedoeling van God voor ons mogen weten, en bereid mogen zijn om onze roeping groot te maken en gerechtigheid tot stand te brengen, en tot het einde kloekmoedig te zijn in het getuigenis van Jezus Christus. (…) Er is nooit een tijd geweest waarin het werk van God een sterker getuigenis en meer werk vereiste van de apostelen en ouderlingen dan nu.’ (‘An Epistle’, Deseret News, 24 november 1886, p. 712.) Maak van uw quorum een fantastische dienstenorganisatie die alle quorumleden tot nut is.
En nu deze waarschuwing uit de Schriften:
‘Laat daarom nu een ieder met zijn plicht bekend worden, en het ambt, waartoe hij is aangesteld, met alle ijver leren uitoefenen.
‘Hij, die traag is, zal niet waardig worden geacht in zijn ambt te blijven, evenmin hij, die niet met zijn plicht bekend wordt en zich niet betrouwbaar betoont’ (LV 107:99–100).
En dus zeg ik tot de twee broeders die zich bij ons hebben gevoegd in ons quorum, en tot alle broeders die tot de priesterschap van God behoren: moge God ieder van ons zegenen in onze taak om te dienen. Moge ons geloof sterker worden bij ons rechtschapen dienstbetoon en ons getrouwe naleven van de geboden. Moge ons getuigenis sterker blijven worden bij ons zoeken naar de bron van eeuwige waarheid. Moge de broederschap in ons quorum ons immer tot troost, kracht en veiligheid dienen. Moge de vreugde van dienstbaarheid in het evangelie altijd in ons hart zijn tijdens de vervulling van onze taken en plichten als dienstknechten in het koninkrijk van onze Vader in de hemel. Dat is mijn nederig gebed in de naam van Jezus Christus. Amen.