Gedenk de leringen van je vader
Het Boek van Mormon kan ons leven veranderen en doet dat ook.
Op 10 januari 1945 kreeg ik mijn patriarchale zegen van de zendingspresident van mijn vader, John M. Knight. Het is de enige keer dat ik hem gezien heb. Nadat hij mijn afstamming bekend had gemaakt, waren zijn eerste woorden: ‘Gedenk de leringen van je vader.’ Die raad is al die tijd al een zegen in mijn leven.
Vlak nadat ik mijn zegen had ontvangen, kwam ik thuis van de zondagsschool. Onze les ging over het eerste visioen van Joseph Smith, en ik vroeg me af of het echt waar was. Mijn vader stond op het punt om naar een vergadering van de kerk te gaan. Ik ging voor hem staan en vroeg: ‘Pa, hoe weten we of Joseph Smith dat visioen echt heeft gehad?’ Mijn vader sloeg zijn arm om me heen en we gingen op de bank in de huiskamer zitten. Toen vertelde hij me het verslag van de profeet Joseph Smith en gaf zijn getuigenis dat het waar was. Die ervaring brandt nog steeds als een vlam in mijn hart. Sindsdien heb ik nooit meer aan het verslag van de profeet Joseph Smith over zijn eerste visioen getwijfeld.
In mijn tienerjaren zag ik mijn vader geregeld het Boek van Mormon bestuderen. Zijn liefde voor het Boek van Mormon en zijn raad aan mij om het te bestuderen en te overdenken, waren het begin van een reis met dat heilige verslag, dat nu het fundament van mijn getuigenis is. Het is een reis die eenieder van ons moet maken.
Op mijn reis met het Boek van Mormon heb ik hulp van anderen gehad. Mijn eerste seminarieleerkracht vertelde over haar ervaring als jonge zendelinge, met het verlangen om te weten of het Boek van Mormon waar is. Ze vertelde dat ze de toespraak van koning Benjamin las, en in gedachten koning Benjamin op zijn toren zag staan en hem die geweldige woorden hoorde spreken. Haar getuigenis, samen met de Geest, hebben bij mij een diepe indruk achtergelaten.
Ik kan me de zomer nog herinneren voordat ik naar de universiteit ging. We gingen naar Monument Valley om de eerste middelbare school voor de Navajo’s te bouwen. Toen ik op het punt stond om te vertrekken, vroeg mijn vader of ik mijn Boek van Mormon bij me had. Daar had ik niet aan gedacht, maar ik gaf gehoor aan zijn vraag. Ik kan me nog herinneren dat ik ’s avonds laat bij het bouwterrein op bed lag en de geest en de kracht van het Boek van Mormon voelde.
Ik herinner me dat ik als jonge zendeling in het zendingsgebied Great Lakes de kennis en het onbetwistbare getuigenis ontving dat het Boek van Mormon het getuigenis van een ander volk is dat Jezus de Christus is en dat zijn kerk waar is. Door die ervaringen heb ik nu als een vlam dat getuigenis van de boodschap van het Boek van Mormon in mij branden, van Christus als onze Heiland en Verlosser, en van de herstelling van zijn kerk in deze laatste dagen.
Ik wil graag over enkele grote zegeningen vertellen die wij door middel van het Boek van Mormon kunnen ontvangen. Het Boek van Mormon kan ons leven veranderen en doet dat ook. Toen onze zoon John zijn zendingsoproep naar Japan had ontvangen, zei hij tegen mij: ‘Pa, ik ga het Boek van Mormon nog twee keer lezen voordat ik naar het opleidingscentrum voor zendelingen ga.’ Ik zei tegen John: ‘Dat is een veeleisend plan.’ Ik voelde zijn vastberadenheid en besloot zijn voorbeeld te volgen. Ik begon ’s morgens vroeg te lezen. Toen ik enkele dagen later uit mijn werk kwam, zei John tegen me: ‘Ik ben vandaag weer op u ingelopen.’ Ik zei: ‘Wat bedoel je?’ Hij zei: ‘Ik ben nu op dezelfde bladzijde van het Boek van Mormon als u. U had het open op uw bureau laten liggen.’ Toen ik de volgende ochtend klaar was met lezen, kreeg ik de ingeving om mijn boek 150 bladzijden verder moest opslaan. Ik legde het opengeslagen neer waar hij het niet kon missen en ging naar mijn werk. Na een vergadering luisterde ik mijn antwoordapparaat af. De eerste boodschap luidde: ‘Daar trap ik niet in, pa!’
Waarom dit verhaal? Toen ik mijn zoon als voorbereiding op het opleidingscentrum voor zendelingen het Boek van Mormon zag bestuderen, begon ik een bijzondere verandering waar te nemen. Door die ervaring is mijn zoon aan het evangelie van Jezus Christus verankerd.
Ik herinner me nog een ervaring met een zoneleider in Engeland die tijdens de lunchpauze van een zoneconferentie naar me toe kwam. Hij zei: ‘We onderwijzen een vrouw die blind is en bijna doof. Ze wil weten of het Boek van Mormon waar is. Wat moeten we doen?’ Ik kon niet zo snel een antwoord bedenken, maar zei: ‘Ik zal het je na de conferentie laten weten.’ Gedurende de middag kreeg ik een ingeving hoe we die vrouw konden helpen. Na de vergadering zei ik tegen de zoneleider: ‘Laat deze zuster haar exemplaar van het Boek van Mormon vasthouden en er langzaam doorheen bladeren. Als ze dat gedaan heeft, moet ze bidden of het waar is.’ Hoewel ze de woorden niet kon lezen of horen, voelde ze de geest en de kracht van het Boek van Mormon en dat veranderde haar leven.
Ik ben van de boodschap in het Boek van Mormon gaan houden. Om eenieder van u de kracht en de geest van het Boek van Mormon te laten voelen, en u op uw levensreis te helpen, wil ik u graag drie aanmoedigingen geven.
Ten eerste wil ik graag het verhaal van Helaman en zijn 2.060 jeugdige strijders noemen.
‘En toen het overschot van ons leger op het punt stond voor de Lamanieten te wijken, stonden die tweeduizend en zestig nog pal en onverschrokken.
‘Ja, en zij gehoorzaamden en voerden ieder bevel nauwkeurig uit; ja, en hun geschiedde naar hun geloof; en ik herinnerde mij de woorden, die, zoals zij mij zeiden, hun moeders hun hadden geleerd. (…)
‘En nu, het was wonderlijk voor ons ganse leger, hoe zij het leven hadden behouden.(…) En wij schrijven het terecht toe aan de wondervolle kracht Gods wegens hun buitengewoon groot geloof in hetgeen hun was geleerd te geloven’ (Alma 57:20–21, 26).
Als ik u zou vragen wie deze jonge strijders hadden onderwezen, dan zou u allemaal het antwoord weten — hun moeders. Dus mijn eerste aanmoediging is om erachter te komen wat ze van hun moeder hadden geleerd.
Ten tweede zijn we bekend met de leringen van Alma over geloof. Hij zei tegen het volk:
‘Doch ziet, als gij uw talenten wilt opwekken en wakker schudden, al is het slechts om mijn woorden te toetsen, en een sprankje geloof wilt oefenen, al kunt gij niet meer dan verlangen te geloven, laat dan dit verlangen in u werken. (…)
‘Laten wij nu het woord bij een zaadkorrel vergelijken. Indien gij plaats inruimt in uw hart, zodat er een zaadkorrel kan worden gezaaid, en het een echte of goede zaadkorrel is, en gij die niet door uw ongeloof uitwerpt, zodat gij de Geest des Heren wederstaat, ziet, het zal in uw boezem beginnen te zwellen, en wanneer gij dat gevoelt, zult gij tot uzelf zeggen: Het moet wel een goed zaad zijn. (…)
‘Daarom, als een zaad groeit, is het goed; doch indien het niet groeit, ziet, dan is het niet goed; daarom wordt het weggeworpen’ (Alma 32:27–28, 32).
Mijn tweede aanmoediging is om erachter te komen wat het woord of het zaad is, en het in uw hart te zaaien. U zult Alma 33 moeten opslaan om het te vinden. Als u dat doet, zal uw geloof u naar een hele nieuwe dimensie voeren.
Ten derde, als u uw kinderen drie grote waarheden kon bijbrengen die ze moesten onthouden, welke zouden dat dan zijn? Helaman vroeg zijn zoons Lehi en Nephi om drie grote waarheden te onthouden, ‘dat gij ze doet om u een schat in de hemel te vergaren, (…) opdat gij die kostbare gave des eeuwigen levens moogt ontvangen’ (Helaman 5:8). Mijn derde aanmoediging is om op te zoeken wat de zoons van Helaman moesten onthouden, en dat dan uw kinderen bij te brengen. Ik zal u op weg helpen. Lees en overdenk Helaman 5.
Waarom was er al zoveel tegenstand tegen het Boek van Mormon voordat het vertaald was, en ook nu nog? Ouderling Bruce R. McConkie heeft daarover gezegd: ‘Wat is er met sommige gedrukte woorden — die allemaal zuiver en opbouwend zijn, en die over historische en leerstel-lige zaken gaan — waardoor zoveel gewelddadige vijandschap ontstaat? (…) Waarom verzetten mensen zich tegen het Boek van Mormon? Om precies dezelfde reden als ze zich tegen Joseph Smith verzetten.’ (A New Witness for the Articles of Faith, [1985], pp. 459, 461.)
De reden dat Satan het Boek van Mormon zo wanhopig bestrijdt, is te vinden in de laatste alinea van de inleiding tot dat boek:
‘Wij sporen eenieder aan om het Boek van Mormon te lezen, ernstig over de boodschap die het bevat na te denken en daarna God, de eeuwige Vader, in de naam van Jezus Christus te vragen of het boek waar is. Zij die daartoe bereid zijn en in geloof vragen, zullen door de macht van de Heilige Geest een getuigenis van de waarachtigheid en goddelijkheid van dit boek ontvangen. (Zie Moroni 10:3–5.)’
Luister nu eens aandachtig:
‘Zij die dit getuigenis van de Heilige Geest ontvangen, zullen door deze zelfde macht weten dat Jezus Christus de Zaligmaker van de wereld, en Joseph Smith zijn openbaarder en profeet in deze laatste dagen is; en dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Gods koninkrijk is, wederom op aarde gevestigd ter voorbereiding op de wederkomst van de Messias.’
Die drie goddelijke waarheden zijn de reden dat Satan zo hard tegen het Boek van Mormon vecht en heeft gevochten. Hij wil niet dat wij die heilige kennis vergaren.
‘Gedenk de leringen van je vader.’ Ik zal mijn vader eeuwig dankbaar zijn. Hoewel hij al bijna dertig jaar geleden is overleden, leven zijn leringen in mijn hart voort. Ik ben dankbaar dat ik gedurende een deel van mijn leven een bijzondere getuige van Christus mag zijn. Door het Boek van Mormon, de boodschap die erin staat en het getuigenis van God dat ik heb ontvangen, kan ik tot u getuigen dat Jezus de Christus is, de eniggeboren Zoon van God de Vader in het vlees. Hij heeft de eeuwige verzoening tot stand gebracht. Christus zal weer op aarde komen en als Heer der Heren en als Koning der koningen over ons heersen. Van Hem en zijn werk laat ik u mijn plechtige getuigenis achter, in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.