Op de juiste manier vasten
Ik ben bang dat velen van ons niet vasten, of dat op lauwhartige wijze doen.
Broeders, ik hoop dat het u is opgevallen dat president Hinckley vanochtend zei dat hij gebeden en gevast had om te weten te komen wie de twee nieuwe apostelen moesten worden.
Het volk van God heeft altijd gevast. In onze tijd is het een gebod van de Heer aan alle leden van de kerk. Naast het feit dat we af en toe om persoonlijke of gezinsredenen vasten, wordt er van ons verwacht dat wij één keer per maand op de eerste zondag vasten. Ons wordt geleerd dat vasten uit drie onderdelen bestaat: ten eerste slaan we twee achtereenvolgende maaltijden over — 24 uur lang eten en drinken we niets; ten tweede wonen we de vasten-en-getuigenisdienst bij; en ten derde geven we een royale vastengave.
Voor het gezin Pratt duurt het vasten altijd van het middageten op zaterdag tot het middageten op zondag. Op die manier slaan we twee maaltijden over — zaterdagavond en zondagochtend. Hoewel de kerk geen vaste tijd geeft, en alleen de 24 uur en de twee maaltijden noemt, hebben wij gemerkt dat het een geestelijk voordeel is om tegen het einde van ons vasten de vasten-en-getuigenisdienst bij te wonen.
Voor mensen die er lichamelijk toe in staat zijn, is vasten een gebod. Over de maandelijkse vasten heeft president Joseph F. Smith gezegd: ‘De Heer heeft de vasten op redelijke en intelligente basis ingesteld. (…) Wie ertoe in staat is, behoort gehoorzaam te zijn. (…) Het is een plicht die wij niet mogen ontvluchten; (…) Het is een gewetenszaak waarbij de mensen hun wijsheid en verstand moeten gebruiken. (…)
Maar wie kan vasten, behoort het ook te doen, (…) Niemand is ervan vrijgesteld. Het wordt van de heiligen verwacht, oud en jong, overal in de kerk.’ (Gospel Doctrine, 5e druk, 1939, p. 244.)
Broeders, ik ben bang dat velen van ons niet vasten, of dat op lauwhartige wijze doen. Als we het vasten als te vanzelfsprekend beschouwen, of alleen op zondagochtend vasten in plaats van twee maaltijden over te slaan (24 uur), ontzeggen we ons en ons gezin de geestelijke ervaringen en zegeningen die we kunnen ontvangen als we op de juiste manier vasten.
Als we alleen maar 24 uur lang niet eten en drinken en onze vastengave betalen, laten we een prachtige gelegenheid tot geestelijke groei voorbijgaan. Maar als we een specifiek doel voor ogen hebben, zal ons vasten veel meer inhouden. Wellicht kunnen we als gezin bespreken wat we met ons vasten willen bereiken. Dat kan tijdens de gezinsavond vóór de vastenzondag, of middels een korte bespreking als we gezinsgebed houden. Als we met een doel vasten, hebben we naast ons hongergevoel iets anders om onze aandacht op te vestigen.
Het doel van ons vasten kan heel persoonlijk zijn. Met behulp van vasten kunnen we persoonlijke zwakheden en zonden overwinnen. We kunnen van onze zwakheden sterke punten maken. Door te vasten kunnen we nederiger worden, minder hoogmoedig en zelfzuchtig, en ons meer op de behoeften van anderen richten. We kunnen onze eigen fouten en zwakheden beter onderkennen, zodat we minder geneigd zijn om kritiek op anderen te hebben. We kunnen ook voor een probleem in het gezin vasten. Als we als gezin vasten kan de liefde en waardering binnen het gezin toenemen en kan de onenigheid afnemen. En we kunnen als echtpaar voor ons huwelijk vasten. Als priesterschapsdragers kunnen we om de leiding van de Heer in onze roeping vasten, naar het voorbeeld van president Hinckley, of we kunnen met onze huisonderwijscollega vasten om te weten te komen hoe we een bepaald gezin kunnen helpen.
In de Schriften wordt het woord vasten meestal met bidden gecombineerd. De Heer zegt: ‘Ik geef u (…) een gebod, dat gij van nu af aan in gebed en vasten moet voortgaan’ (LV 88:76). Vasten zonder gebed is 24 uur lang honger lijden. Maar door de combinatie van vasten en bidden kunnen we geestelijke kracht ontvangen.
Toen de discipelen niet in staat waren om een jongen te genezen die door de duivel was bezeten, vroegen ze aan de Heiland: ‘Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven?’ Jezus antwoordde: ‘Dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten’ (Matteüs 17:19, 21).
Laten we ons vasten met een gebed beginnen. Dat kunnen we doen door na de laatste maaltijd vóór het vasten aan tafel neer te knielen. Dat gebed moet spontaan zijn omdat we met onze hemelse Vader over het doel van ons vasten spreken en Hem om hulp smeken om onze doelen te bereiken. En laten we ons vasten ook met een gebed beëindigen. Dat kunnen we doen door aan tafel neer te knielen voordat we gaan zitten om de eerste maaltijd na ons vasten te nuttigen. Dan bedanken we de Heer voor zijn hulp tijdens het vasten, en voor wat we tijdens het vasten hebben gevoeld en geleerd.
Naast een gebed aan het begin en het eind van ons vasten, behoren we de Heer tijdens het vasten ook geregeld in persoonlijk gebed aan te roepen.
We mogen niet verwachten dat jonge kinderen twee maaltijden overslaan. Maar laten we ze de beginselen van vasten bijbrengen. Als er in het gezin over vasten wordt gesproken, begrijpen de jonge kinderen dat hun ouders en oudere broers en zussen vasten, en zullen ze het doel van vasten beter begrijpen. Ze behoren wel mee te doen met de gezinsgebeden die aan het begin en het eind van het vasten worden uitgesproken. Op die manier zullen ze graag met de rest van het gezin willen vasten als ze de juiste leeftijd bereiken. Dat hebben wij in ons gezin gedaan door onze kinderen van acht tot twaalf jaar aan te moedigen om één maaltijd over te slaan. En toen ze twaalf werden en het Aäronisch priesterschap ontvingen of naar de jongevrouwen gingen, hebben we ze aangemoedigd om twee maaltijden over te slaan.
Nadat Hij door middel van de profeet Jesaja het oude Israël kastijdde voor hun onjuiste manier van vasten, sprak de Heer in prachtige poëtische taal over de juiste manier van vasten:
Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien der goddeloosheid los te maken, de banden van het juk te ontbinden, verdrukten vrij te laten en elk juk te verbreken? (Jesaja 58:6.)
Als we vasten en bidden met het doel om ons van onze zonden te bekeren en onze zwakheden te overwinnen, proberen we ‘de boeien der goddeloosheid los te maken’. Als het doel van ons vasten is om in onze kerkroepingen effectiever les te geven en anderen te dienen, streven we ernaar om ‘de banden van het juk’ van anderen ‘te ontbinden’. Als we vasten en bidden om hulp van de Heer bij ons zendingswerk, hebben we het verlangen om de ‘verdrukten vrij te laten’. Als het doel van ons vasten is om liefde voor onze naasten te ontwikkelen en onze zelfzucht, hoogmoed en wereldse instelling te overwinnen, proberen we toch ‘elk juk te verbreken’.
De Heer beschrijft het juiste vasten verder:
‘Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt en u niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed?’ (Jesaja 58:7.)
Het is geweldig dat we door onze vastengaven de hongerigen kunnen voeden, de daklozen kunnen huisvesten en de naakten kunnen kleden.
Als we op de juiste manier vasten, belooft de Heer:
‘Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad en uw wond zich spoedig sluiten; uw heil zal voor u uit gaan, (…)
‘Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik. (…)
‘Wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag.
‘En de Here zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadi-gen (…) dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt’ (Jesaja 58:8–11).
Het is mijn gebed dat wij onze vasten kunnen verbeteren, zodat we deze prachtige zegeningen mogen ontvangen. Het is mijn getuigenis dat als wij door vasten en gebed tot de Heer ‘naderen’, Hij tot ons zal ‘naderen’. (Zie LV 88:63.) Ik getuig dat Hij leeft, van ons houdt en wil dat wij tot Hem naderen. In de naam van Jezus Christus. Amen.