Geef mij meer reinheid
Het is belangrijk dat we als gezin en als individu veel meer naar de deugden moeten streven die ook na dit leven nog zullen bestaan.
Mijn vrouw en ik hebben voorafgaand aan ons huwelijk een gesprek gehad met de vader van ouderling Richards. We begrijpen heel goed waar ouderling Richards het over gehad heeft.
Onlangs kwam er na een ringconferentie een jongedame op me af. We gaven elkaar een hand, waarop zij zei: ‘Bisschop, uw toespraken in de algemene conferentie zouden erop vooruitgaan als u wat meer glimlachte.’ Ik wilde haar iets vertellen over zenuwen en glimlachen, maar ik had er geen tijd voor. Maar ik zal het proberen en er het beste van hopen.
Aan het einde van de algemene conferenties van de kerk verlang ik naar meer — meer van de sereniteit die de conferentie met zich meebrengt, meer van het gezelschap van de Geest, meer van de voeding die mijn ziel heeft opgebeurd en gezegend.
Volgens de nu geldende wijsheid is meer beter en is minder meestal ongewenst. Voor sommigen is de jacht op meer wereldse goederen en diensten een passie geworden. Anderen hebben meer wereldse weelde nodig om in leven te blijven of hun levensstandaard op het bestaansminimum te brengen. Het ongebreidelde verlangen naar meer heeft vaak tragische gevolgen. Een voorbeeld: president Boyd K. Packer heeft ons hieraan herinnerd: ‘Wij kunnen lijken op een vader die vastbesloten is zijn gezin in alles te voorzien. Hij steekt daar al zijn energie in en slaagt. Alleen ontdekt hij dan dat hetgeen zij het hardste nodig hadden, namelijk als gezin samenzijn, verwaarloosd is. Hij oogst verdriet in plaats van voldoening.’ (‘Ouders in Zion,’ De Ster, januari 1999, p. 25).
Ouders die succes hebben behaald in het vergaren van meer, vinden het vaak moeilijk om nee te zeggen tegen de eisen van verwende kinderen. Hun kinderen lopen het risico om niet te leren hoe belangrijk waarden zoals hard werken, uitstel van bevrediging, eerlijkheid en mededogen zijn. Welvarende ouders kunnen liefhebbende kinderen met goede normen en waarden opvoeden, en dat komt ook wel voor, maar de strijd om grenzen te stellen, het met minder te doen, en de valkuilen van het steeds maar meer moeten hebben, zijn nog nooit zo groot geweest. Het is moeilijk om nee tegen meer te zeggen als je het je kunt veroorloven om ja te zeggen.
Ouders maken zich terecht zorgen over de toekomst. Het is moeilijk om nee te zeggen tegen meer sportspullen, elektronica, lessen, groepsactiviteiten enzovoort, als de ouders menen dat hun kinderen met meer beter zullen gedijen in een wereld waarin de concurrentie steeds toeneemt. Jongeren lijken veel meer te willen, deels omdat ze zoveel meer om zich heen zien. De American Academy of Pediatrics heeft berekend dat het gemiddelde Amerikaanse kind meer dan veertigduizend tv-reclames per jaar ziet.
Steeds minder ouders laten hun kinderen huishoudelijke karweitjes doen omdat zij vinden dat ze op school en op sociaal gebied al genoeg onder druk staan. Maar kinderen die geen taken hebben, lopen het risico nooit te leren dat iedereen een ander van dienst kan zijn en dat het leven om meer draait dan alleen hun eigen geluk.
In haar boek, My Grandfather’s Blessings, vertelt dr. Rachel Remen dat ze goede vrienden werd met een jong echtpaar en hun zoontje, Kenny. Als ze op bezoek kwam, zat ze op de grond met Kenny en zijn twee Hot Wheels-autootjes te spelen. Soms had zij het autootje zonder bumper en hij het autootje zonder deur, en soms andersom. Hij was gek op die autootjes!
Toen een keten benzinestations een Hot Wheels-autootje aanbood bij elke volle tank, overtuigde ze collega’s in het gezondheidscentrum waar ze werkte om naar dat benzinestation te gaan en de autootjes te verzamelen. Zodra ze alle modellen had, deed ze ze in een grote doos, pakte die in, en nam hem mee naar Kenny. Ze hoopte dat ze zijn ouders niet voor het hoofd zou stoten, want zij hadden het niet breed. Kenny deed enthousiast de grote doos open en haalde de autootjes er één voor één uit. Ze vulden de vensterbanken en stonden zelfs op de grond. Wat een verzameling! Bij een volgend bezoek aan het gezin, zag Rachel dat Kenny alleen maar uit het raam stond te staren. Toen ze Kenny vroeg: ‘Wat is er mis? Vind je je nieuwe autootjes niet leuk?’ keek hij haar schaapachtig aan. ‘Het spijt me, Rachel. Ik denk dat ik gewoon niet weet hoe ik van zoveel Hot Wheels moet houden.’ (Zie ‘Owning’ [2000], pp. 60–61.)
We hebben allemaal wel eens kinderen na het openmaken van al hun cadeautjes horen zeggen: ‘Is er verder niets?’ Naast alle moeilijkheden met deze generatie die meer wil, is er ook nog de goddelijke raad om onze kinderen te onderwijzen ‘in de leer van bekering, geloof in Christus, de Zoon van de levende God, en van doop, en de gave des heiligen Geestes (…). En [ze] te leren […] bidden en oprecht voor de Here te wandelen. En (…) de sabbatdag [te] vieren en heilig [te] houden’ (LV 68:25, 28–29).
De betekenis van de woorden meer en minder is niet altijd kristalhelder. Dat wil zeggen dat er tijden zijn waarop minder in werkelijkheid meer is, en waarop meer minder kan zijn. Een voorbeeld: minder najagen van materieel bezit kan meer samenzijn voor het gezin mogelijk maken. Meer toegeven aan kinderen kan minder begrip voor de belangrijke waarden van het leven betekenen.
Er zijn echter aspecten van het leven die aanzienlijk te verbeteren zijn met het denkbeeld dat meer beter is. De gewijde lofzang ‘Heer, geef mij meer reinheid’ (lofzang 94) brengt ons de deugden in herinnering die meer van onze aandacht verdienen. Jezus zelf heeft beschreven wat er nodig is voor ‘meer blijven in Christus’: ‘Daarom zou Ik willen, dat gij volmaakt zoudt zijn, gelijk Ik, of uw Vader, die in de hemel is, volmaakt is’ (3 Nephi 12:48).
Zachtmoedig is essentieel als we meer op Christus willen gaan lijken. Zonder die eigenschap kunnen we andere belangrijke deugden niet ontwikkelen. Mormon gaf aan: ‘Niemand is voor God aannemelijk, dan alleen de zachtmoedigen en nederigen van hart’ (Moroni 7:44). Zachtmoedigheid verwerven is een proces. Ons is gevraagd om ‘dagelijks [ons] kruis’ op te nemen (Lucas 9:23). Dat moeten we niet slechts af en toe doen. Meer zachtmoedigheid betekent niet meer zwakheid — het is de ‘opstelling met een houding van vriendelijkheid en zachtaardigheid, die kracht, sereniteit en gezonde zelfachting en zelfbeheersing inhoudt.’ (Neal A. Maxwell, ‘Meekly Drenched in Destiny’. In: Brigham Young University 1982–1983 Fireside and Devotional Speeches [1983], p. 2.) Meer zachtmoedigheid maakt onderricht van de Geest mogelijk.
De deugden uit ‘Heer, geef mij meer reinheid’ zijn in verschillende groepen in te delen. Sommige deugden zijn een individueel doel, zoals: geef mij meer reinheid, meer drang tot de waarheid, meer trouw, meer dankbaarheid, meer smachten naar Huis, meer ernst bij ’t aanbidden, en meer zien op mijn Heiland. Andere gaan over tegenspoed. Onder andere meer sterkte in U, rust in mijn lot, kracht van omhoog, losheid van ’t aardse, en meer smachten naar huis. Ten laatste verankeren sommige deugden ons stevig in onze Heiland: meer lof voor mijn Redder, meer eerbied voor ’t kruis, meer blijven in Christus, meer zien op mijn Heiland, meer lust U te dienen, Heer, geef mij dit nu. Bij die deugden is meer beter. Minder is ongewenst.
Velen putten vreugde uit hun onderwijs in het herstelde evangelie van Jezus Christus en hun getuigenis van de Heiland en zijn leven, bediening en verzoening.
Een zendeling — een districtsleider — vroeg zich eens af waarom ouderling Parker, die bijna aan het eind van zijn zending gekomen was, zoveel succes had, ook al slaagde hij er niet in de zendelingenlessen uit zijn hoofd te leren. Om te begrijpen hoe dat kwam, ging hij met ouderling Parker mee voor een les. De presentatie van ouderling Parker was zo rommelig dat de districtsleider aan het eind van de les helemaal in de war was, en ervan uitging dat het gezin er waarschijnlijk ook zo over dacht.
En ‘toen leunde ouderling Parker naar voren en legde zijn hand op de arm van de vader. Vervolgens keek hij hem recht in de ogen, vertelde hem hoezeer hij hem en zijn gezin liefhad, en gaf een van de nederigste en krachtigste getuigenissen die de districtsleider ooit had gehoord. Tegen de tijd dat hij klaar was, had hij iedereen in tranen, zelfs de vader en beide zendelingen. Vervolgens vroeg ouderling Parker de vader of hij een gebed wilde uitspreken. Ze knielden allemaal neer, waarop de vader bad dat zij allen een eigen getuigenis mochten ontvangen en hij zijn hemelse Vader dankte voor de grote liefde die hij voelde. Twee weken later liet het hele gezin zich dopen.’
Later bood ouderling Parker de districtsleider zijn verontschuldigingen aan omdat hij de lessen niet beter uit het hoofd kende. Hij zei dat hij altijd al problemen had gehad met uit het hoofd leren, ook al besteedde hij er dagelijks uren aan. Hij zei dat hij voorafgaand aan elke les op zijn knieën ging en zijn hemelse Vader in gebed vroeg om hem te zegenen zodat de mensen bij het geven van zijn getuigenis zijn liefde en de Geest zouden voelen, en zouden weten dat hij ze de waarheid leerde. (Zie Allan K. Burgess en Max H. Molgard, ‘That Is the Worst Lesson I’ve Ever Heard!’ In: Sunshine for the Latter-day Saint Soul [1998], pp. 181–183.)
Wat kunnen we uit deze eenvoudige anekdote halen? Denkt u dat ouderling Parker de noodzaak voelde om harder te werken aan het leren van de lessen? Is het mogelijk dat ouderling Parker begon te begrijpen dat het noodzakelijk is om een doel te hebben met het uitspreken van een gebed? Denkt u dat zijn gebeden doorspekt waren met smeekbeden om meer kracht zodat hij zijn zwakheid kon overwinnen? Is het mogelijk dat zijn onvermogen om lessen uit het hoofd te leren, geduld heeft aangekweekt in lijden, en zachtmoedigheid in beproeving? Gaf hij blijk van groot geloof in de Heiland, en vertrouwen in de Heer? Zeer zeker!
De afgelopen zeven weken hebben vier krachtige orkanen huis gehouden in Florida en langs de Golf van Mexico. De meeste landen in het Caribisch gebied hebben grote schade opgelopen. Er zijn tekorten aan voedsel, kleding en onderdak. Puin heeft wegen geblokkeerd en tuinen vervuild. De plaatselijke infrastructuur is vernietigd of kan slechts met uitvoerige reparaties weer werken.
Afgelopen week was ik in Tallahassee (Florida), waar ik vele betuigingen van waardering in ontvangst nam voor de hulp die de kerk in deze noodsituaties had geboden. Gouverneur Bush van Florida, vice-gouverneur Toni Jennings, partnerorganisaties zoals het Rode Kruis en het Leger des Heils, en hulpverleners van federale en staatsorganisaties spraken allemaal hun dank uit, die ik bij deze doorgeef aan u die bijdragen hebt geleverd aan het humanitaire-hulpfonds of hebt meegeholpen aan de opruim- en herstelwerkzaamheden. Dankuwel. Ik ga ervan uit dat u meer vreugde hebt gevonden in uw dienst aan de Heer.
Volgens de methode die in de voorafgaande weekends op andere locaties was gevolgd, kwamen afgelopen weekend in Pensacola (Florida) meer dan tweeduizend vrijwilligers uit het hele zuidoosten van de Verenigde Staten bijeen om te helpen met het bestrijden van de gevolgen van orkaan Ivan. Ze legden hun slaapzakken op de vloeren van onze kerkgebouwen, andere kerken of huizen van leden. Ze voerden duizenden werkopdrachten uit en boden hulp waar die nodig was. Zendelingen hielpen met het leggen van teerdoek als tijdelijke dakbedekking op het dak van een plaatselijke methodistenkerk. Uit de eerste reacties van brandweer en politie sprak waardering voor het feit dat onze kerk hen had geholpen in hun afwezigheid.
Dit vond allemaal plaats terwijl orkaan Jeanne op het punt stond om de Atlantische kust van Florida te bereiken, na veel ellende teweeg te hebben gebracht in Haïti en elders in het Caribisch gebied. Nogmaals dank aan hen die geld hebben geschonken en hen die met hun handen de lasten van zovelen hebben verlicht. Ik prijs u wegens uw verlangen om meer heiligheid te ontvangen en meer te blijven in de Heiland. Dit weekend zullen 2.500 man de ravage die door de orkaan Jeanna is ontstaan, helpen opruimen.
Bij het bespreken van ons verlangen naar meer, heb ik niet willen suggereren dat we als opvoeders net zo vrekachtig moeten zijn als Scrooge. Wat ik echter wél wil zeggen, is dat het belangrijk is dat we als gezin en als individu hard naar meer deugden moeten streven die ook na dit leven nog zullen bestaan. Een voorzichtige aanpak onder gebed is de sleutel tot succes in een welvarende samenleving, en in het ontwikkelen van karaktereigenschappen die ontstaan uit wachten, delen, sparen, hard werken en rondkomen van wat we hebben. Mogen wij gezegend worden met het verlangen en het vermogen om te begrijpen wanneer meer in werkelijkheid minder is, en wanneer meer beter is. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.