2007
Een dag uit het leven van een zendeling
Maart 2007


Een dag uit het leven van een zendeling

Kom en kijk eens mee naar de hoogte- en dieptepunten in het leven van een zendeling.

‘Hé, word wakker’, zegt iemand en geeft je een duwtje. Slaperig kijk je naar de wekker naast je bed. Is het half zeven ’s ochtends? Wat is er aan de hand? Wacht eens, dat is niet jouw wekker. En dit is niet jouw bed. Waar ben je?

‘Hé,’ zegt de stem, ‘jij wilde zo graag met ons mee. Het is tijd om aan de dag te beginnen.’

Je kijkt op naar de zendeling die naast je bed staat en eindelijk herinner je je wat er aan de hand is. De Liahona bood je de kans om een dag lang met een koppel zendelingen mee te gaan en je greep maar al te graag de kans aan om te kijken hoe het leven van een zendeling er uitziet.

Je wist alleen niet dat het zo vroeg zou beginnen.

‘Hallo, ik ben ouderling Jesse Ward uit Utah’, zegt de lange zendeling terwijl je rechtop gaat zitten. ‘Welkom in Spanje. Dit is mijn collega, ouderling Pierrick Triplet.’

Ouderling Triplet komt uit Frankrijk en is zowel Spaans als Engels aan het leren. Ondanks de moeilijkheid van het leren van twee talen tegelijk, is ouderling Triplet dankbaar dat hij op zending is.

‘Ik ben een bekeerling’, zegt hij. ‘Mijn leven heeft een grote verandering ondergaan en ik wil dat anderen die ook ondergaan. Het is hard werken op zending, maar het is beslist de moeite waard als je ziet dat iemand zijn of haar leven verandert.’

Nu hebben ze je aandacht. Je had altijd wel gehoord dat een zending je de beste twee jaar van je leven kan opleveren. Vandaag krijg je de kans om erachter te komen waarom.

6.41 uur. Na een gebed doen de zendelingen wat lichamelijk oefeningen. Push-ups, sit-ups en zelfs een beetje gewichtheffen zijn de gebruikelijke oefeningen voor ouderling Ward. Na een douche en een scheerbeurt volgt het ontbijt. Koude ontbijtgranen zijn favoriet.

8.07 uur. Zendelingen besteden veel tijd aan studie, zowel individueel als gezamenlijk, om het woord te verkrijgen voordat zij het verkondigen (zie LV 11:21). Na taalstudie en individuele schriftstudie is er tijd voor gezamenlijke studie met behulp van Predik mijn evangelie.

9.55 uur. Zendelingen besteden veel tijd aan planning — aan het begin van de dag, gedurende de dag en aan het eind van de dag. Ze hebben het niet alleen over wat ze gaan doen, maar ook over wat elke onderzoeker nodig heeft.

Vandaag hebben de zendelingen het over een man uit Frankrijk, een onderzoeker die ze willen uitnodigen om zich te laten dopen.

‘Hij maakt zich zorgen’, zegt ouderling Triplet. ‘Hij heeft het gevoel dat hij het niet waardig is.’

‘Laten we het over bekering hebben en dat God zich onze zonden dan niet meer gedenkt’, stelt ouderling Ward voor, waarna de beide collega’s daar over nadenken. ‘Waarom onderwijs je hem dat niet in het Frans, om er zeker van te zijn dat hij het begrijpt?’

Het laatste dat de zendelingen doen voordat ze vertrekken is bidden — alweer. Dit is een van de vele gebeden die zij die dag zullen uitspreken. Zendingswerk vereist veel hemelse hulp. Dan gaan ze de deur uit en haasten ze zich naar de bushalte.

11.09 uur. Zendelingen praten overal en altijd met iedereen over het evangelie, want ze weten nooit wanneer ze iemand tegenkomen die interesse zou kunnen tonen. Wachtend op de bus praten de zendelingen met een jongeman en ze geven hem een brochure met hun telefoonnummer erop.

11.21 uur. Na een busrit van tien minuten en een korte wandeling arriveren de zendelingen bij de kerk, die in een gehuurd gebouw gevestigd is. Hun onderzoeker arriveert tegelijk met hen. De bijeenkomst begint goed, maar de zorgen van de onderzoeker laten de les van drie kwartier uitlopen naar meer dan een uur.

‘Dat was de frustrerendste les die ik ooit heb meegemaakt’, zegt ouderling Triplet naderhand. ‘De kerk bevalt hem. Hij denkt dat de kerk waar is. Hij wil tiende betalen. Maar hij gelooft niet dat hij zich opnieuw moet laten dopen. Hij was een beetje geneigd tot twisten.’

‘Het is een fijne man’, zegt ouderling Ward en schudt zijn hoofd. ‘Misschien is hij er de volgende keer aan toe om het over de doop te hebben.’

14.06 uur. De zendelingen nemen een andere bus, dit keer naar El Casco, het oude deel van Toledo. Ze lopen even de zaak binnen van een andere onderzoeker die ze willen uitnodigen naar een activiteit die ’s avonds plaatsvindt.

‘Je kunt hier makkelijk verdwalen als je niet oplet’, zegt ouderling Ward over het labyrint aan nauwe steegjes met gebouwen die over de voetgangers heen lijken te leunen.

14.24 uur. Terwijl ze door de nauwe steegjes laveren, houden de zendelingen even stil om een vrouw hulp aan te bieden met het dragen van haar zware boodschappen. Ze leggen kort uit wie ze zijn en wat ze doen, maar de vrouw is niet geïnteresseerd.

14.47 uur. Het is tijd voor de siësta in Spanje. Daarom nemen de zendelingen een bus terug naar hun appartement, piso, om de lunch te gebruiken. Ouderling Ward legt uit: ‘Alles gaat tussen twee en vier uur ’s middags dicht. Sommige mensen worden boos als je dan aanklopt.’

‘Dit is chorizo, een soort worst’, zegt ouderling Triplet, wijzend op een onderdeel van de lunch. ‘Dat eten ze hier veel. We eten vaak pasta met chorizo omdat het goedkoop is en makkelijk klaar te maken.’

‘Een zending is een prima voorbereiding op het huwelijk’, lacht ouderling Ward terwijl hij zijn limonade aanmaakt. ‘Je moet leren om met anderen op te schieten, en je moet leren koken, wassen, budgetteren en voor jezelf zorgen.’

16.24 uur. De zendelingen zijn weer in El Casco en bespreken met de raadgever in het zendingspresidium de stand van zaken met het activeringswerk.

‘Dit is een fijn werkgebied’, zegt ouderling Ward. En hij legt uit dat het aantal mensen dat wekelijks de kerkbijeenkomsten bijwoont van vijftien naar tachtig is gestegen omdat één gezin een goed voorbeeld heeft gegeven in het begeleiden van mensen.

16.59 uur. De zendelingen hebben onverwachts wat tijd over, maar ze zijn gewend om te improviseren. Ze hadden van tevoren al bedacht dat ze eventueel langs de deuren konden gaan.

17.42 uur. In El Casco, waar zo veel mensen op verdiepingen wonen, betekent aankloppen bij woningen vaak dat je gesprekken voert met mensen die op hun balkon staan. En zelfs in een historische toeristenstad moet een zendeling uitkijken met honden.

De zendelingen hebben een succesje. ‘We hebben wat fijne mensen gevonden’, zegt ouderling Ward. ‘We kwamen wat jongeren uit Paraguay tegen. Ze hebben ons uitgenodigd om morgen terug te komen.’ En ergens anders ging het minder goed: ‘We spraken een half uur lang met een man’, zegt ouderling Triplet. ‘Maar het was net alsof we tegen een muur spraken.’

19.45 uur. Twee bussen later bereiken de zendelingen de activiteit die ze hadden gepland met de zendelingzusters in hun stad, zuster Kathleen Bonifay en zuster Brittany Hofman.

De mensen die zij verwachtten, kwamen niet. ‘Zo gaat dat soms’, zegt ouderling Ward. Maar na wat mensen te zijn afgelopen, slagen de zendelingen erin een handvol andere onderzoekers uit de omgeving te verzamelen. Na een lofzang en video kun je de invloed van de Heilige Geest voelen als de zendelingen getuigen dat het Boek van Mormon een getuige van Jezus Christus is. De activiteit is geslaagd.

‘De Heer zorgt voor je als je je uiterste best doet om iets te plannen en te organiseren’, zegt zuster Bonifay.

21.13 uur. Na een wandeling naar de bushalte en een busrit zijn de ouderlingen en de zusters ieder weer in hun eigen appartement, waar ze hun leiders bellen, de dag evalueren, hun plannen voor de lange termijn doornemen, en plannen maken voor de volgende dag.

‘Nou, dit is wat we doen’, zegt ouderling Ward tegen je. ‘Daar verandert niet veel aan.’

Ouderling Triplet zegt lachend: ‘Wij zijn hetzelfde, gisteren, heden en in de toekomst.’

Een en ander ging niet precies zoals de ouderlingen het hadden gepland, maar de dag verliep toch goed. Ze hebben enkele goede contacten gevonden, hebben een prima activiteit gehad, hebben van Christus getuigd, en hebben hun best gedaan om de ingevingen van de Heilige Geest te volgen.

‘Ik heb mensen wel horen zeggen dat dit de beste twee jaren van hun leven waren’, zegt ouderling Triplet. ‘En de twee jaren zijn ook geweldig, alleen betekent dat niet noodzakelijkerwijs dat ze ook de beste 730 dagen van mijn leven zijn. Op sommige dagen heb ik wel eens gedacht dat er nooit een einde aan zou komen. Maar ik vind het heerlijk om een zendeling te zijn.’

Ouderling Ward is het met hem eens. Hij heeft er gemengde gevoelens over dat hij weggaat. ‘Ik dacht altijd dat ik blij zou zijn als ik naar huis mocht’, zegt hij. ‘Maar ik zie het leven nu anders. Ik houd van dit leven als zendeling. Ik spreek dagelijks met mensen over Christus. Naar huis gaan is fijn, maar ook verdrietig.’

En jij hebt nu ook een voorproefje van het zendingswerk gehad. Het mag dan opwindend zijn, maar het kan ook vermoeiend zijn. Nu is het tijd om wat te rusten en je voor te bereiden op de tijd dat jij een zendeling wordt. En die tijd zou wel eens sneller aan kunnen breken dan je denkt.

Afdrukken