2007
Van vriendinnen tot zusters tot collega’s
Maart 2007


Van vriendinnen tot zusters tot collega’s

Valeria Pontelli uit Río Gallegos in Santa Cruz (Argentinië) was er niet op uit om haar vriendin te bekeren. Ze leefde gewoon vol overtuiging naar haar normen. Omdat ze lid van de kerk is, waren er bepaalde dingen die ze deed en bepaalde dingen die ze niet deed, en al haar vriendinnen wisten dat. Eén van die vriendinnen was Paula Alvarez, die Valeria altijd nauwlettend in de gaten hield en onder de indruk was van de getrouwe en consequente manier waarop ze naar haar overtuiging leefde.

Paula had fijne familieleden, maar ze hadden het evangelie niet — althans, niet totdat Valeria op het toneel verscheen. Paula herinnert zich: ‘Valeria schaamde zich niet voor haar getuigenis. Ze wist wie ze was. Ze wist dat ze een dochter was van een edele, eeuwige koning, dat ze een dochter van God was.’

Die wetenschap en dat vertrouwen maakten indruk op Paula’s oom, Moises. Hij begon de kerk te onderzoeken en bezoek van de zendelingen te ontvangen. Toen hij aankondigde dat hij zich zou laten dopen, was Paula enigszins geschokt. Ze had niet verwacht dat haar oom bereid zou zijn om zulke grote veranderingen aan te brengen in zijn leven.

De hele familie was uitgenodigd voor de doopdienst, maar Paula aarzelde of ze wel zou gaan. Ze wist niet wat ze moest verwachten. Uiteindelijk haalden familieleden haar over om mee te gaan naar de doop van haar oom. Paula herinnert zich: ‘Toen we mijn oom de wateren van de doop in zagen gaan, raakte de Geest mijn hart. De uitwerking daarvan was heel sterk en ik kon die niet ontkennen. Op dat moment wilde ik mij aan God wijden en doen wat Hij ook van me zou verlangen.’

‘Mag ik even met je praten?’ vroeg Paula, Valeria terzijde nemend. ‘Ik voelde iets bijzonders bij de doop van mijn oom’, legde ze zachtjes uit.

Valeria vertelde haar vriendin dat ze de influisteringen van de Geest had gevoeld. ‘Hij zegt dat je het voorbeeld van je oom moet volgen.’

‘Maar dat kan ik niet alleen’, zei Paula.

‘Maak je geen zorgen. Ik help je wel’, verzekerde haar vriendin. Het duurde niet lang voordat Paula en haar hele familie de zendelingenlessen volgden en de uitnodiging voor de doop aannamen. Hun leven veranderde voorgoed.

Paula zegt: ‘De normen waarnaar ik mijn vriendin altijd had zien leven, waren nu mijn normen. Het getuigenis van mijn vriendin was nu mijn getuigenis.’ Niet lang daarna kreeg Paula een sterk verlangen om het getuigenis dat ze had gekregen te delen met andere mensen. Toen ze een jaar lid was, vulde ze een zendingsaanvraag in, had gesprekken met haar priesterschapsleiders en kreeg een zendingsoproep voor het zendingsgebied Santiago-Oost (Chili).

Valeria vertelt: ‘Toen ik mijn vriendin zich zag voorbereiden op haar zending, raakte de Geest mijn hart. Ik wilde God ook zo dienen.’

‘Kan ik even met je praten?’ Dit keer was het Valeria die Paula terzijde nam. ‘Ik voel iets bijzonders nu je je aan het voorbereiden bent op je zending.’

Paula zei hetzelfde tegen haar vriendin als zij eens tegen haar had gezegd: ‘Dat is de Geest die je vertelt wat je moet doen.’

Valeria was nooit van plan geweest om een voltijdzending te vervullen. Ze wist niet zeker wat ze nu moest doen. ‘Dat kan ik niet alleen’, zei ze tegen Paula.

‘Maak je geen zorgen. Ik help je wel’, verzekerde haar vriendin.

Toen Valeria later de brief met haar zendingsoproep openmaakte, zag ze tot haar verbazing dat ze naar hetzelfde zendingsgebied ging als haar vriendin. Paula begon haar zending in oktober 2002; Valeria volgde haar in februari 2003.

Tijdens hun zending zagen ze elkaar vaak bij conferenties en activiteiten. Ze praatten dan bij en wisselden nieuws uit hun werkgebieden uit. Ze hadden nooit gedroomd dat ze in november 2003 collega’s zouden worden. Hun vriendschap bloeide op tot een band die eeuwig zal bestaan. Ze zijn van vriendinnen zusters in het evangelie en vervolgens zendingscollega’s geworden.

Zuster Valeria Pontelli zegt: ‘Ik was aanvankelijk bang dat onze vriendschap schade op zou lopen als we samenwerkten, maar die vrees verdween al op de eerste dag. Deze kans om samen te werken, sterkte onze band alleen maar, en we hebben in ons werk veel aan onze vriendschap gehad.’

Anderen zijn het daarmee eens. Een vrouw die aanvankelijk minderactief was, maar terug naar de kerk kwam door de inzet van deze twee zendelingen, zegt: ‘Je moet wel van ze houden, want je kunt zien hoezeer ze elkaar en iedereen om hen heen liefhebben. Ze zijn mijn engeltjes.’

De twee collega’s vonden het in maart 2004, toen zuster Paula Alvarez’ zending ten einde liep, moeilijk om afscheid te nemen. Ze was zenuwachtig bij de gedachte dat ze zou terugkeren naar Argentinië, en bij de vraag wat de toekomst zou brengen. De twee zusters hadden het daarover toen ze samen naar hun afspraken liepen. ‘Dat kan ik niet alleen’, zei zuster Alvarez.

‘Maak je geen zorgen’, klonken de bekende woorden van haar collega, zuster Pontelli. ‘Ik help je wel.’

Afdrukken