Extra ideeën voor de participatieperiode, maart 2007

Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Probeer het, probeer het, probeer het’ op pp. K4 en K5 van De Kindervriend in deze uitgave.

1. Zorg voor een woordenboek, een paar bijbels en een zangboek. Zeg de kinderen dat ze de boeken gaan gebruiken bij hun schriftstudie. Leg uit dat we meer doen dan alleen lezen als we de Schriften echt bestuderen. Laat de kinderen Jakobus 1:5 opzoeken. Deel de kinderen op in groepjes en geef elke groepje een opdracht. Geef het woordenboek aan het eerste groepje en vraag ze moeilijke woorden zoals eenvoudigweg en verwijt op te zoeken. Laat het tweede groepje Geschiedenis van Joseph Smith 1:11 opzoeken om te zien waarom Jakobus 1:5 zo belangrijk is. Laat het derde groepje in het register van het zangboek een lofzang opzoeken die verband houdt met Jakobus 1:5. Laat elk groepje verslag uitbrengen, zodat iedereen deze belangrijke tekst beter zal gaan begrijpen. Joseph Smith las deze tekst, die hem ertoe aanzette om te bidden. Zeg de kinderen dat onze hemelse Vader ook onze gebeden zal verhoren.

   Eventueel kunt u vertellen hoe u antwoord hebt gekregen, nadat u had gebeden en de Schriften had bestudeerd. Getuig van de zegeningen die het gevolg zijn van gebed en schriftstudie.

2. Laat een kalender zien en vraag de kinderen welke dag de sabbatdag is. Vertel ze dat de sabbatdag vóór Jezus’ opstanding op de zevende dag [zaterdag] was, zoals in Genesis 2:2–3 staat. Leg uit dat twee grotere kinderen meer over de sabbat zullen vertellen. Vraag een kind een week van tevoren om een samenvatting te geven van de ‘Geschiedenis van de sabbat’ en een ander kind een van ‘De dag des Heren’ uit hoofdstuk 24 van het zondagsschoollesboek Evangeliebeginselen.

   Vraag de kinderen samen met u een lijst samen te stellen met manieren waarop de sabbatdag kan worden geheiligd. De lijst in hoofdstuk 24 van Evangeliebeginselen kan hierbij heel goed van pas komen. Concentreer u op wat we behoren te doen in plaats van op wat we niet mogen doen.

   Zing een lofzang of een lied over de sabbat. Laat een plaat van Jezus Christus zien. Breng uw liefde voor de Heiland onder woorden en dat u zo blij bent dat we elke week een aparte dag hebben waarop we de Heer gedenken, zijn evangelie bestuderen, aan het avondmaal deelnemen, van ons werk uitrusten enzovoort. Getuig van zijn goddelijkheid.

3. Lied: ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (Kinderliedjes, p. 40). Laat de afbeelding zien die bij dit lied hoort. (U kunt de afbeelding eventueel vergroten, zodat iedereen hem goed kan zien.) Vraag de kinderen waarom het meisje volgens hen huilt. Vraag wat de jongen doet en wie hij zou kunnen zijn. Geef in overweging dat de jongen de oudere broer van het meisje zou kunnen zijn. Zing ‘Ik wil graag als Jezus worden’. Leg uit dat Jezus ons troost, onderricht en liefheeft, net als de oudere broer op de afbeelding. Leer de kinderen het couplet door ze met twee vingers op de handpalm van hun andere hand het ritme te laten tikken terwijl u de eerste regel voorzingt. Wijs op de overeenkomsten in de tweede regel. Laat de kinderen de openingsregels enkele malen met u meezingen. Zing het tweede deel van het couplet. Vraag de kinderen Johannes 13:34 op te zoeken en de woorden in die tekst te vergelijken met de woorden van het refrein. Zing het refrein terwijl de kinderen de tekst lezen. Leg uit dat we een belangrijk geboden naleven als we elkaar liefhebben, omdat ‘wie dat doet, die volgt Jezus’ raad’. Na het refrein een paar keer gezongen te hebben, oefent u vervolgens het couplet en het refrein achter elkaar. Moedig de kinderen aan om de jongen op de afbeelding als voorbeeld te nemen door lief te zijn voor hun familie, vrienden en buren. Als zij liefhebben zoals Jezus, zullen zij zijn voorbeeld volgen. Geef uw getuigenis dat het belangrijk is om de Heiland te volgen.