2007
Hoe je je kunt voorbereiden om een goede zendeling te worden
Maart 2007


Hoe je je kunt voorbereiden om een goede zendeling te worden

Namens de kerkelijke tijdschriften vroegen we ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen hoe jonge mensen zich kunnen voorbereiden op een voltijdzending en welke zegeningen ze door zendingswerk krijgen.

Afbeelding

Waarom vraagt de kerk iedere jongeman die daarvoor in aanmerking komt om op zending te gaan?

De grootste opdracht die de Heer zijn volk ooit heeft gegeven, was om het evangelie te verkondigen aan de kinderen van onze hemelse Vader. Zendelingen halen mensen uit de duisternis van de wereld en leiden hen naar de veiligheid en het licht van het evangelie van Jezus Christus. Iemand vinden, onderwijzen, dopen en bevestigen die nooit veel aandacht heeft geschonken aan God of Christus en zijn grote zoenoffer is een van de grootste diensten die een priesterschapsdrager kan verrichten.

Wij weten wat het doel van het leven is. De rest van de wereld weet dat niet. Op de schouders van iedere jonge man rust de plicht om zich voor te bereiden op het verkondigen van die boodschap aan de wereld. Het is opwindend werk.

En jonge vrouwen? Wat is hun plicht?

Het is volkomen gepast voor een jonge vrouw om een voltijdzending te vervullen, als dat is wat ze wil, en als ze ervoor in aanmerking komt. Omdat jonge mannen het priesterschap dragen, hebben zij de plicht om de boodschap van de herstelling aan de wereld te brengen. Jonge vrouwen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het zendingswerk als dit gepast is in hun omstandigheden. Als zij zicht hebben op een huwelijk, is dat een hogere roeping. Maar jonge vrouwen die wél op zending kunnen, zijn vaak geweldige zendelinges. Ze kunnen goed onderwijzen, hebben meegevoel en kunnen vooral goed met vrouwen omgaan. Ik denk niet dat er ergens een zendingsgebied is waar de zendingspresident er niet heel erg blij mee zou zijn als hij meer zendelingzusters kreeg.

Hoe kunnen jonge mannen en vrouwen zich het beste voorbereiden op een zending?

Het draait allemaal om hun houding. Jonge mensen moeten zich al jong toewijden aan het idee dat ze op zending gaan. Op die manier kunnen de verleidingen van de wereld in latere jaren minder vat krijgen op hun gevoelens en gedachten. Ze weerstaan die verleidingen omdat ze als doel hebben om een dienstknecht of dienstmaagd van de Heer te worden. Het helpt als ze deel uitmaken van een gezin dat gewend is om over het evangelie te praten met andere mensen. Ook in een gezin waar ouders en kinderen samen over het evangelie praten, ontstaat een zendingsgeest.

Ik zeg altijd tegen nieuwe zendelingen dat de anderhalf of twee jaar dat ze op zending zijn niet van hen zijn. Die tijd behoort de Heer toe. Zij wijden in die periode hun capaciteiten en talenten voltijds aan de opbouw van zijn koninkrijk. Als zendelingen er zo over denken, vinden ze het niet zo moeilijk om zich aan de zendingsregels te houden. Zij verzetten zich niet tegen de instructies van de zendingspresident, de richtlijnen in Predik mijn evangelie en de instructies van algemene autoriteiten. Zij houden zich er juist aan omdat ze geen minuut van de tijd van de Heer willen verspillen.

Wat kunnen toekomstige zendelingen nog meer doen om zich voor te bereiden?

Zendelingen moeten de leer begrijpen en ze moeten weten hoe ze die moeten overbrengen. Je kunt uit een lege emmer geen water gieten. Als zendelingen het evangelie kennen en weten hoe ze erin moeten onderwijzen, willen ze niets anders doen. Ze weten dat ze iedereen overal, altijd en onder alle omstandigheden kunnen onderwijzen in hun eigen woorden en met de kracht van de Geest. Ze hebben zelfvertrouwen en innerlijke kracht. Er schuilt grote kracht in zo’n voorbereiding.

Om die reden moedig ik elke jonge man en vrouw aan om Predik mijn evangelie te bestuderen. Jonge mensen hebben de plicht om zichzelf te verlichten, om zelf de leringen van de herstelling te gaan begrijpen. Die voorbereiding is voor een meisje net zo belangrijk als voor een jongen. Of de jonge vrouw nu trouwt of op voltijdzending gaat, ze moet leren hoe ze het evangelie moet toepassen.

Jongeren zouden zich op de hoogte moeten stellen van de aard van het zendingswerk. Het zou nuttig zijn als ze de zendelingen konden helpen en zo een indruk kregen van wat die eigenlijk doen.

Ik beveel de jongeren ook aan om de richtlijnen in Voor de kracht van de jeugd te bestuderen en te volgen. Zendelingen moeten zedelijk rein en geestelijk voorbereid zijn. Als ze naar de beginselen in Voor de kracht van de jeugd leven, worden ze geestelijk voorbereid om geweldige zendelingen te worden.

En hoe staat het met de fysieke, financiële en emotionele voorbereiding?

Zendelingen moeten zelfredzaam zijn. Jonge mensen moeten leren om voor zichzelf te zorgen en niet zo afhankelijk te zijn van hun moeder of vader.

Ze moeten voldoen aan de fysieke eisen die het zendingswerk aan ze stelt. Jonge mensen moeten hun gewicht onder controle houden en zorgen dat ze fit zijn. Het dagelijkse schema van een zendeling omvat een half uur lichamelijke oefening. Een goede lichamelijke conditie vergroot de mentale vermogens.

Aanstaande zendelingen moeten leren werken. Ze zouden een (deeltijd)baantje moeten hebben en geld sparen voor hun zending. Elke zendingspresident zou het met me eens zijn dat een zendeling die heeft gewerkt en gespaard voor zijn of haar zending een betere voorbereiding heeft gehad. Werken en sparen voor een zending maakt hen enthousiast en geeft een jonge man of vrouw een goede werkethiek. Want wat zendingswerk verder ook nog is, het is in elk geval wérk!

Werken voor een zending en verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven geeft jonge mannen en vrouwen bovendien een betere emotionele balans. Ze weten zelf dat ze kunnen slagen, waar ze ook heen gaan en wat de omstandigheden ook zijn. Ze weten dat ze alles aankunnen in een wereld die steeds minder geïnteresseerd is in de zaken van God. Wij hebben zendelingen nodig met een dergelijk zelfvertrouwen.

En hoe zit het met het leren van een vreemde taal?

De meeste scholen voor voortgezet onderwijs eisen van de leerlingen dat zij een vreemde taal leren. En dat is iets waar de leerlingen hard aan moeten werken. Nou kan het voorkomen dat ze Spaans leren en dan naar Taiwan gestuurd worden, maar dat hindert niet. Het gaat om de discipline die voortkomt uit leren hoe je het moet leren. Als ze eenmaal een vreemde taal geleerd hebben, zullen ze het makkelijker vinden om de taal te leren van het zendingsgebied waarheen ze geroepen worden.

Hoe wordt er bepaald waar ze heengaan?

Allereerst nodigt de bisschop of de gemeentepresident de jonge man of vrouw uit. Hij doet een aanbeveling. Vervolgens heeft de ring- of zendingspresident een gesprek met de persoon. De meeste zendingsaanbevelingen worden digitaal naar de hoofdzetel van de kerk gestuurd. Die aanbeveling gaat vergezeld van een foto. Als de aanbeveling hier aankomt, kijkt een lid van het Quorum der Twaalf Apostelen naar de foto en evalueert aan de hand van wat de plaatselijke priesterschapsleiders hebben geschreven zorgvuldig de houding van de kandidaat-zendeling, zijn of haar cijfers en eventuele bereidheid om een taal te leren. Die apostel neemt bovendien de behoeften van alle 344 zendingsgebieden over de hele wereld in aanmerking en krijgt vervolgens een geestelijke ingeving waar de zendelingen naartoe moet. Dit alles gebeurt op aanwijzing van de president van de kerk, en de oproep komt van hem.

Waarom worden sommigen in hun eigen land op zending geroepen?

Ik wil jullie verzekeren dat zendingsoproepen door openbaring komen. Zendelingen werken in het gebied waar de Heer ze wil hebben. We hebben in elk zendingsgebied goede, capabele zendelingen nodig. Neem bijvoorbeeld een jonge man uit Virginia in de Verenigde Staten, iemand die het op school erg goed doet. Hij maakt de brief met zijn zendingsoproep open en is geschokt als hij leest dat hij naar Salt Lake City wordt gestuurd. Maar als hij daar een tijdje is, weet hij precies waarom de Heer hem geroepen heeft om daar te werken.

Wat zou u zeggen tegen jonge mensen die om wat voor reden dan ook menen dat zij het niet in zich hebben om een zending te vervullen?

In 2002 hebben we de lat voor zendingswerk hoger gelegd. Dat houdt in dat jonge mensen al vroeg de vereisten voor een zending moeten begrijpen en ernaar moeten leven. Ze moeten het kwaad van de wereld vermijden. Vanzelfsprekend is bekering mogelijk en is het een grote zegen. Maar wie struikelt, moet zich oprecht en volledig bekeren, en dat kan tijd kosten. Er kan zelfs toestemming van het Eerste Presidium nodig zijn om op zending te gaan. Dat we de lat hoger hebben gelegd, sluit echter niemand uit. Er is gewoon een grondiger — en soms uiterst zware — bekering voor nodig! Ik smeek de jongeren om zich niet met zonde in te laten! Doe jezelf dat niet aan. Blijf gewoon waardig om op zending te gaan.

Nou kunnen er jonge mensen zijn die zichzelf ondanks de mening van hun bisschop of gemeentepresident toch niet waardig of in staat voelen om op zending te gaan. Maar het zit zo: priesterschapsleiders hebben het recht tot goedkeuring. Als priesterschapsleiders aangeven dat iemand waardig is en hij of zij wordt geroepen, dan zou hij of zij geloof in die roeping moeten hebben en de Heer dienen in het volledige vertrouwen dat hij of zij dat waardig en ertoe in staat is.

Maar hoe krijgt een zendeling de geestelijke kracht die hij of zij nodig heeft om succes te hebben?

Als een zendeling pas op zending is, heeft hij meestal een gebrek aan zelfvertrouwen. Dus geven we hem een goede collega, en die leert hem hoe het zendingswerk gaat. Na enkele maanden is hij vervuld van de Geest. En vervuld van de vreugde die men krijgt door zielen tot Christus te brengen. Zij begrijpen dat ze hun hemelse Vader en de Heiland helpen in het grote werk van de verlossing. Als ze dat eenmaal beseffen, zijn ze vol vuur.

Die gedrevenheid komt door hun gehoorzaamheid, toewijding, harde werken en enthousiasme. Als ze niet gehoorzaam zijn, als ze niet hard werken en dagelijks hun uiterste best doen, hebben ze niet zoveel invloed op andere mensen als zij die de geest van het evangelie wél uitstralen.

Ik vraag nieuwe leden vaak wanneer ze voor het eerst wisten dat de kerk waar was. Ik hoor ze nogal eens antwoorden: ‘Ik kwam erachter dat de kerk waar was toen ik onderricht kreeg van de zendelingen en ik de kracht van hun geloof voelde en de uitstraling van hun gezicht zag.’ Als je niet actief en ijverig met het werk bezig bent, bekrachtigt de Geest je zendingswerk niet.

Wat voor zegeningen krijgen mensen die een zending vervullen?

Toegewijde zendelingen die hun uiterste best doen, leren lessen die net zo belangrijk zijn als wat zij aan de universiteit kunnen leren, en misschien nog wel belangrijker. Ik zal een voorbeeld geven. Zendelingen leren hoe zij met mensen moeten omgaan, hoe zij met ze moeten praten, en hoe zij ze moeten helpen. Of ze nu arts, advocaat, zakenman of iets anders worden, contactuele eigenschappen kunnen het verschil uitmaken tussen succes hebben in je carrière of niet.

Een tweede grote zegen is dat zendelingen leerstellig verankerd worden in de realiteit van de verzoening. Ze krijgen een liefde voor en toewijding aan de Heer Jezus Christus die hen en hun toekomstige gezin in dit leven en de eeuwigheid absoluut tot zegen zal zijn. De belangrijkste dingen die wij kunnen leren, leren we als wij iemand anders lesgeven. En dat is wat zendelingen doen. Zij maken zich de leer eigen; zij nemen de realiteit van de verzoening in zich op. En dat zal hen in al hun toekomstige kerktaken tot zegen zijn.

Een andere grote zegen is dat zendelingen die gezinnen die in duisternis rondtasten de reddende hand toesteken en hen in het licht van het evangelie trekken, zien wat zij zelf niet willen meemaken. Door die ervaring wordt ze duidelijk naar welke waarden ze zelf willen leven, wat voor gezin ze willen, hoe ze hun kinderen willen onderrichten, en welke doelen ze moeten stellen om de zegeningen te ontvangen die hen in de tempel beloofd zijn. Een zending is de beste opleiding die er bestaat.

President Gordon B. Hinckley heeft al vaak gezegd dat zijn zending het fundament was voor een leven vol dienstbetoon. Hij schrijft de koers die hem ertoe bracht de kerk te leiden toe aan zijn zending. En ik denk dat we het wel eens zijn dat hij dat geweldig goed doet.

We bevinden ons in een periode van de kerkgeschiedenis waarin jonge mannen en vrouwen uit landen over de hele wereld een zending moeten vervullen. Ze kunnen er niet van uitgaan dat er in de Verenigde Staten voldoende jonge mensen zijn om alles te doen wat de Heer nodig heeft. Hij wil dat jonge mensen uit alle landen waar de kerk gevestigd is zich voorbereiden om zielen tot Hem te brengen. Doen zij dat, dan zal Hij de hele aarde zegenen en ontvangen zij bovendien voor zichzelf en hun familie zegeningen, zowel nu als voor altijd.

En als je geen voltijdzending kunt vervullen?

Jonge mannen en vrouwen met ernstige mentale, emotionele of lichamelijke beperkingen hoeven geen voltijdzending te vervullen. En ze moeten zich daar niet schuldig over voelen. Ze zijn net zo belangrijk voor de kerk als wanneer ze wél een voltijdzending konden vervullen.

Maar zelfs al gaan ze niet op voltijdzending, ze kunnen altijd gelegenheden te baat nemen om mensen te vinden die lid willen worden van de kerk. Ze kunnen een zendingsactief lid zijn op school, op werk en waar ze wonen. Ze moeten gewoon doorgaan met hun leven en een heerlijk, volledig leven leiden en tegelijk het koninkrijk helpen opbouwen waar zij wonen. Niet alle huidige apostelen konden in hun jeugd een zending vervullen. Sommige konden dat niet vanwege de toenmalige dienstplicht waardoor jonge mannen niet op zending mochten, maar in militaire dienst moesten. Maar ze hebben allemaal zendingswerk gedaan. Ze hebben allemaal mensen tot de kerk gebracht.

Priesterschapsleiders worden aangemoedigd om elke getrouwe, rechtschapen jonge man en vrouw te helpen om zich dienstbaar te maken. Ze kunnen de bisschop bijvoorbeeld helpen als wijkzendeling. Ze kunnen in een voorraadhuis voor bisschoppen werken. Of als ze dicht bij een tempel wonen, zijn er veel manieren waarop ze zich daar dienstbaar kunnen maken. Priesterschapsleiders hoeven alleen maar de nodige manieren te bedenken en die ideeën uit te voeren.

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen.

Afdrukken