2007
Geloof hebben in de timing van God
Maart 2007


Geloof hebben in de timing van God

Als alleenstaande vrouw ben ik gaan inzien dat de Heer ons steunt in onze unieke levensloop.

Toen ik negentien jaar was, trouwde een van mijn beste vriendinnen. Het was een prachtige bruiloft. Zij was knap, de bruidegom was knap en ze waren gelukkig. Maar ik was enigszins van slag. Wat zij deed, had mij bij verrassing genomen. Zij veranderde mijn kijk op haar — en op mijzelf. Ik wilde echt wel trouwen, maar nog niet meteen. Ik vond ons allebei zo jong, en nu trouwde zij al — niet alleen voordat ze haar studie af kon maken, maar ook zonder veel te kunnen reizen of intellectueel stimulerende carrièremogelijkheden te hebben. De avond voorafgaand aan haar huwelijk lag ik wakker omdat ik me zorgen maakte over haar toekomst, terwijl zij vast lag te slapen in het vaste vertrouwen dat ze de juiste beslissing had genomen.

Terugkijkend op mijn reactie, moet ik glimlachen. Wat dacht ik wel? Als ik nu naar haar leven kijk, zie ik dat ze twee kinderen heeft en een lief gezin. Enkele maanden na haar huwelijk werd mij duidelijk dat ze de juiste beslissing had genomen, en dat is nu nog duidelijker. Ik zie in dat ze erover had nagedacht en gebeden en dat ze op Gods influisteringen had vertrouwd.

Dat is bijna twintig jaar geleden. Ik ben nog steeds ongetrouwd. De meeste vriendinnen zijn getrouwd. Zij hebben een man, kinderen en een eigen woning. Ik heb ook een woning, maar het is een gehuurde tweekamerflat in New York City. Ik heb geen man of kinderen. Ik heb me wel eens afgevraagd of er mensen zijn die ’s nachts wakker liggen van de zorgen om mij, zoals ik destijds bezorgd was om mijn vriendin.

Ik heb vast wel fouten gemaakt in mijn leven, maar ik geloof niet dat ik iets heb gedaan waardoor ik uitgesloten zou zijn van het ontvangen van de zegen van een huwelijk. Ik vraag me wel eens af of mijn leven anders zou zijn als ik iets beter had gedaan of iets harder had gewerkt of iets aardiger was geweest, maar ik besef dat ik goeds gedaan heb en dat ik voortdurend probeer een eeuwige visie te hebben. Ik probeer mijn deel te doen om mijn verlangen naar een tempelhuwelijk te vervullen.

Ik zie ook in dat God mijn levensloop begrijpt en dat die anders is dan die van veel andere mensen. Ik ben erg dankbaar dat ik dat begrijp. Mijn waardering is ook toegenomen met het ontwikkelen van mijn geloof in een liefhebbende hemelse Vader die begrijpt wat ik nodig heb en wat ik anderen kan geven.

Maar aan inzien dat mijn leven gewoon een andere loop heeft, is heel wat voorafgegaan. Mijn vragen aan God over zijn plannen voor mij hebben geleid tot een gevoel dat ik beslist potentieel heb en een goed mens ben. Ik vind dat dit geruststellende gevoel veelvuldig op de proef wordt gesteld door de vaak goedbedoelde zorgen van andere mensen, niet door mijn eigen denkbeelden. Wat anderen van mijn ongehuwde status vinden, lijkt erg op mijn reactie op mijn negentienjarige vriendin toen zij op het punt stond om te trouwen. Ik meende te begrijpen wat ze moest doen, maar ik had het bij het verkeerde eind.

Soms suggereren mensen waarom ik nog geen man of kinderen heb. Ik weet dat men die ideeën meestal met goede bedoelingen oppert, maar er lijkt toch een gevoel aan ten grondslag te liggen dat ik iets verkeerd heb gedaan en dat ik daardoor de zegen van een huwelijk en kinderen niet heb. Er is mij gezegd dat ik misschien wel eens te kieskeurig ben geweest, te agressief, te intelligent, te carrièregericht, te vrij of — en dit is mijn favoriet — te gelukkig. Ik moet zeggen dat ik deze kritiek wel eens als een compliment opvat, maar toch zie ik in dat er gehuwde vrouwen zijn die intelligenter, agressiever, kieskeuriger en onafhankelijker zijn dan ik.

Het discipelschap als doel

Als ik nadenk over Gods timing van belangrijke gebeurtenissen in mijn leven, ben ik mij uiterst bewust van mijn keuzes en keuzevrijheid. Als kinderen van onze hemelse Vader krijgen wij de heerlijke mogelijkheid en verantwoordelijkheid om naar de zegen van een huwelijk te streven. Als we daar aan werken, doen we ons deel.

Als lid van de kerk heb ik de zegens van het gebed, de Schriften, de wijk waar ik naar de kerk ga, en de woorden van de profeten om mij een groter begrip te geven van mijn hemelse Vader en de Heiland. Elk van die zegeningen geeft mij richtlijnen om mijn keuzevrijheid goed te gebruiken. Ik hoop dat er wijsheid spreekt uit de beslissingen die ik neem, inclusief mijn reactie op onverwachte blijde en nare gebeurtenissen.

Ik evalueer mijn leven en mijn situatie regelmatig. Het belangrijkste aspect van dat zelfonderzoek is de vraag of ik wel goed leef in Gods ogen. Ik heb mij vast voorgenomen om mij vol toewijding te houden aan de leer en de gebruiken van de kerk: om naar de kerkbijeenkomsten en naar de tempel te gaan, tiende te betalen, een deugdzaam leven te leiden en andere mensen te dienen. Ik geloof in de verzoening van de Heiland en in de kracht van een leven dat ik baseer op de geboden en aanwijzingen van de profeten.

Een overvloedig leven

Men vraagt mij geregeld hoe ik zo opgewekt kan zijn terwijl ik een ongehuwd lid ben van een kerk en cultuur die zoveel nadruk legt op het huwelijk. Ik zal u zeggen wat ik heb gedaan.

Mijn zus Christine en ik besloten al erg jong dat we ooit zouden trouwen, maar dat we in de tussentijd zo zouden leven dat we veelzijdige, goed ontwikkelde mensen zouden worden. Ik ben erg dankbaar dat we dat plan gemaakt hebben — een plan dat verbonden is met ons verlangen om dat te doen waarvan wij geloven dat God hoopt dat wij het doen. De essentie van het plan was om te luisteren naar de influisteringen van de Geest.

Mijn zus is tien jaar geleden getrouwd en heeft twee fantastische kinderen. Ze heeft inmiddels een doctorsgraad en levert aanzienlijke bijdragen aan de kerk en haar gemeenschap. Ik blijf volgens ons plan leven en ik geloof dat het is wat God wil dat ik doe. Ik controleer regelmatig of wat ik doe wel juist is — of mijn levensdoelen wel overeenkomen met het hogere doel van het discipelschap van de Heiland. Ik doe mijn best om ervoor te zorgen dat mijn activiteiten, zowel de geestelijke als de wereldse, mij een groter begrip geven van mijn rol als dochter van God.

Als alleenstaande vrouw in de kerk ben ik in de gelegenheid om heerlijk dienstbetoon te verrichten. Ik ben werkzaam in de dienstensector en ik ben in staat om mijn kerkroepingen te vervullen. Ik heb mijn talenten ontwikkeld en heb unieke opleidingskansen waargenomen. Mijn leven is overvloedig. Ik streef er in alles naar om mij in mijn beslissingen te laten leiden door de influisteringen van de Heer.

Enkele jaren geleden was ik met zes andere alleenstaande vrouwen in mijn leeftijdsgroep in de unieke en onverwachte gelegenheid om algemeen ZHV-presidente Bonnie D. Parkin te ontmoeten. Samen spraken we meer dan een uur over ons leven als alleenstaande vrouwen in de kerk.

Dat gesprek was een van mijn grote zegeningen dat jaar. Zittend rond de tafel in zuster Parkins kantoor bespraken wij de moeilijkheden en de zegeningen die ons ten deel gevallen waren. Aan het eind van het gesprek vroeg ze of we nog een laatste opmerking wilden plaatsen. Ik stak mijn hand op en zei: ‘De kerk is de beste plek voor een alleenstaande vrouw.’ Ik kreeg in dat korte uur de gelegenheid om mijn getuigenis te geven van een leven in dienst en trouw aan God en had mijn getuigenis van mijn rol in de kerk versterkt. Ik wist voorheen wel wat mijn rol was, maar ik had dat platform nodig om het te uiten en mijn overtuiging van het belang ervan te vergroten.

Vertrouwen in het individu

Ik geloof dat er in de kerk een duidelijke behoefte is om vertrouwen in het individu te ontwikkelen — niet dat hij of zij in de een of andere cultureel voorgeschreven levensloop moet passen, maar dat hij of zij de individuele openbaringen van een liefhebbende hemelse Vader volgt. Het is belangrijk om het vertrouwen te hebben dat andere mensen misschien wel het goede doen en te erkennen dat wij de unieke dingen die zij te bieden hebben nodig hebben, zelfs als hun leven er iets anders uitziet. Het is al te makkelijk om ervan uit te gaan dat één schema het juiste is voor iedereen.

Iedereen heeft moeilijkheden. Of we nu getrouwd zijn, gescheiden, weduwe of weduwnaar zijn geworden, we hebben alle de zegen van onze gezamenlijke goddelijke Ouders en onze goddelijke en onderscheiden rollen.

Uiteraard bid ik dat ik zal trouwen en dat mijn man en ik kinderen zullen krijgen. Intussen probeer ik mijn evangeliegericht leven uit te breiden. Ik moet de zegeningen die ik als alleenstaande vrouw heb niet verspillen, want dat zou ondankbaar zijn, en ik heb er vertrouwen in dat die zegeningen mij uiteindelijk een betere vrouw en moeder zullen maken.

Ik ben dankbaar voor een liefhebbende hemelse Vader die ons kent en weet wat wij met ons leven kunnen doen. Ook al zijn onze levens niet te vergelijken, ze zijn alle opwindend. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik heb en voor de kansen die nog in het verschiet liggen. Ik bid dat ieder van ons kan vertrouwen op Gods timing voor ons en dat wij die mogen steunen door onze goede beslissingen en geloof in God.

Het huwelijk en de timing van de heer

Afbeelding

‘De timing van een huwelijk is waarschijnlijk het beste voorbeeld van een bijzonder belangrijke gebeurtenis die bijna niet te plannen is. Net als andere belangrijke gebeurtenissen die afhankelijk zijn van de keuzevrijheid van anderen of de wil en timing van de Heer, kan het huwelijk niet met zekerheid worden gepland. We kunnen en moeten werken aan en bidden over onze rechtschapen verlangens, maar desondanks zullen veel mensen veel langer ongehuwd blijven dan ze gehoopt hadden.

‘Dus wat doen wij in de tussentijd? Door geloof in de Heer Jezus Christus worden we op van alles in het leven voorbereid. Door dergelijk geloof worden we voorbereid op de verschillende mogelijkheden in het leven — om gebruik te maken van de mogelijkheden die we krijgen en te volharden als bepaalde mogelijkheden aan ons voorbijgaan. Bij de uitoefening van dat geloof moeten we ons houden aan de prioriteiten en normen voor zaken die wij niet in de hand hebben, en moeten we getrouw doorzetten, wat er ook met ons gebeurt als gevolg van de keuzes die anderen doen, of als gevolg van de timing van de Heer. Als we dat doen, zullen we bestendigheid ervaren waardoor ons leven richting krijgt en we gemoedsrust ontvangen. Welke omstandigheden we ook niet in de hand hebben, onze toewijding en normen moeten onveranderlijk blijven.

‘De toewijding en dienstverlening van alleenstaanden kan een anker voor hen zijn in de moeilijke jaren waarin zij op het juiste moment en de juiste persoon wachten. Door hun toewijding en dienstverlening kunnen zij anderen inspireren en versterken. Wie zich dit voorneemt is een wijs mens: ik zal de Heer op de eerste plaats zetten, en ik zal zijn geboden onderhouden. Op de uitvoering van die toewijding heeft ieder van ons invloed. Wij kunnen ons toewijden, wat anderen ook doen. En daardoor zullen we verankerd worden, ongeacht de timing van de Heer wat betreft de belangrijkste gebeurtenissen in ons leven.’

Zie ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Timing’, Liahona, oktober 2003, p. 15.

Afdrukken