De taal van de geest
Mijn collega, ouderling Allred, en ik kregen als zendelingen in het zendingsgebied Buenos Aires-Zuid (Argentinië) een verwijzingskaart met de suggestie om contact op te nemen met een gezin uit Rusland. Toen we hun woning gevonden hadden, herkende de vrouw ons als zendelingen en vroeg ons binnen om kennis te maken met haar gezinsleden.
Wij beseften al snel dat de familie Balva erg weinig Spaans verstond en wij konden hen moeilijk verstaan. Uit wat ze ons in gebroken Spaans vertelden, maakten we op dat ze nog niet lang in Argentinië waren maar dat ze graag meer over de kerk wilden weten. We brachten de eerste les in vereenvoudigd Spaans en de gezinsleden bladerden door twee Spaans-Russische woordenboeken terwijl wij langzaam onze boodschap brachten. Maar we wisten niet zeker hoeveel ze er werkelijk van begrepen.
We maakten een afspraak om terug te komen en gingen op weg naar huis. Onder het lopen bespraken we hoe moeilijk het was geweest om onze boodschap over te brengen. We vroegen ons af of het gezin de andere lessen beter zou begrijpen of dat ze gefrustreerd zouden raken en ons zouden vragen om niet meer langs te komen.
We keerden de volgende dag terug naar de familie Balva om te zien hoe het ging en of ze al in het Boek van Mormon hadden gelezen en hadden gebeden om te weten te komen of het waar was. Tot onze verbazing en vreugde lieten ze ons opgewonden een vel papier zien waarop ze in het Spaans de beginselen hadden geschreven die we ze geleerd hadden. Ze vertelden ons ook wat ze in 3 Nephi 11 hadden gelezen over het bezoek van de Heiland aan het westelijk halfrond en ze verzekerden ons dat ze alles hadden begrepen wat we de voorgaande dag hadden besproken, en dat ze graag meer wilden horen.
De daaropvolgende weken werd mijn getuigenis gesterkt doordat de Heilige Geest tot de familie Balva van de waarachtigheid van het evangelie getuigde en hun begrip van het Spaans vergrootte. Onze hemelse Vader kende het verlangen van hun hart en zag in dat ze oprecht baden om de waarheid te vinden. Samen met ouderling Allred en de familie Balva voelde ik de vreugde die in LV 50:22 beschreven staat: ‘Daarom begrijpen hij die predikt en hij die ontvangt elkaar en beiden worden opgebouwd en verblijden zich tezamen’ — niet omdat we dezelfde taal spraken, maar vanwege de universele taal van de Geest.
De familie Balva stelde ons voor aan een ander Russisch gezin en we hadden het voorrecht om ook hen te onderwijzen. Beide gezinnen sloten niet zo lang nadat we ze hadden leren kennen in de wateren van de doop verbonden met hun hemelse Vader.
Ik ben een getuige van de waarachtigheid van de woorden van president Ezra Taft Benson (1899–1994): ‘De invloed van de Geest is het belangrijkste element in dit werk. Als u toelaat dat de Geest uw roeping grootmaakt, kunt u voor de Heer wonderen verrichten’ (instructiebijeenkomst voor nieuwe zendingspresidenten, 25 juni 1986).