2007
Hoe u met succes een zendingsactief lid kunt worden
Augustus 2007


Hoe u met succes een zendingsactief lid kunt worden

Wat kunnen leden doen om betere zendelingen te worden, nu het zendingswerk vanuit de wijk of gemeente wordt gedaan? Hier volgen enkele ideeën van leden in British Columbia (Canada).

Zuster Ma is misschien wel de beste zendeling in de wereld. Althans, dat vindt Anthony Middleton, president van het zendingsgebied Vancouver. Zijn mening is enigszins verrassend, vooral als we in aanmerking nemen dat Lena Ma niet een van zijn voltijdzendelingen is en dat zij als inwoonster van het Engelssprekende British Columbia zelf Mandarijn spreekt. En toch worden er elk jaar minstens twee mensen die zij over het evangelie heeft verteld lid van de kerk.

President Middleton erkent dat British Columbia al geruime tijd niet het vruchtbaarste zendingsveld in de wereld is. Maar er zijn veranderingen gaande. Door zuster Ma en leden zoals zij is het aantal onderzoekers in het zendingsgebied dat om doop en bevestiging vraagt volgens president Middleton aanzienlijk gestegen. Nu het zendingswerk meer aandacht en prioriteit krijgt van hun priesterschapsleiders, worden de heiligen der laatste dagen in British Columbia echt zendingsactieve leden. En zendingsbewuste leden elders in de wereld kunnen wat hebben aan de lessen die deze leden leren.

Verandering

Het zendingsgebied Vancouver probeert al jaren om het aantal mensen dat lid wordt van de kerk te verhogen. Collin Van Horne, president van de ring Nanaimo, legt uit dat er in British Columbia ‘een stilzwijgende afspraak’ is dat godsdienst geen goed gespreksonderwerp is. In Canada is er een veel gebruikte uitdrukking die luidt: “Ik ben al voorzien, Jack.” Lange tijd kwam het zendingswerk daardoor op de voltijdzendelingen neer, die het merendeel van hun tijd langs de deuren gingen. Helaas is langs de deuren gaan niet een erg productieve manier om mensen te vinden die interesse hebben in het evangelie.

En dus brachten de zendingspresident en de ringpresidenten enkele jaren geleden onder aanmoediging van algemene autoriteiten wat veranderingen aan. De meeste van die veranderingen houden in dat men de leden leert om mensen uit te nodigen.

Rondleidingen door de kerkgebouwen

Een van de veranderingen die de ringpresidenten aanbrachten, was een aangepaste versie van de manier waarop men in het nabijgelegen Tacoma in de staat Washington (V.S.) zendingswerk deed. Daar nodigden de zendelingen rechtstreeks geïnteresseerden uit voor een rondleiding door het dichtstbijzijnde kerkgebouw. Tijdens zo’n rondleiding vertellen de zendelingen niet alleen over de faciliteiten en programma’s van de kerk, maar ook over de herstelling. De rondleiding eindigt in de kapel of bij een afbeelding van het eerste visioen, waar de zendelingen getuigen van de profeet Joseph Smith en ze hun gasten uitnodigen om deel te nemen aan een gebed.

In British Columbia maken rondleidingen door kerkgebouwen nu deel uit van een uitgebreid zendingsprogramma waarmee de leden — en niet alleen de voltijdzendelingen — worden aangemoedigd om hun kennissen uit te nodigen voor een rondleiding. Uit cijfers van het zendingsgebied Vancouver blijkt dat er van zeven mensen die worden uitgenodigd voor een rondleiding door een kerkgebouw, idealiter vergezeld door een lid, één zich laat dopen en bevestigen.

President Middleton zegt: ‘Wat we in de loop van de rondleiding proberen te bereiken is dat het niet-lid denkt: “Ik denk dat ik me er best prettig bij zou voelen om lid van deze kerk te zijn. Dit is wel iets voor mij.’”

Veel nieuwe leden in British Columbia herinneren zich hun eerste bezoek aan een gebouw van onze kerk en dat ze daar de Geest voelden. Malcolm Coffill uit de wijk Port Alberni in de ring Nanaimo werd in augustus 2005 lid van de kerk nadat zijn buren, Tom en Marla Housholder, hem over het evangelie verteld hadden. Volgens broeder Coffill raakte hij overtuigd dat hij bij de kerk wilde horen door ‘het fantastische gevoel dat ik kreeg toen ik voor het eerst voet zette in dat prachtige gebouw en door het hartelijke welkom.’

Zuster Jill Berrett, voltijdzendelinge in het zendingsgebied Vancouver, vertelt over een onderzoekster die op uitnodiging van haar achttienjarige vriendin een rondleiding door de kerk kreeg. ‘Tijdens de rondleiding raakte ze zo enthousiast dat ze meteen de lessen wilde volgen. Haar vriendin gaf haar een boek-van-mormon en een andere vriendin nodigde haar uit voor het jongevrouwenkamp. Ze voelde zo veel liefde en betrokkenheid dat ze de wijk al vóór haar doop “haar wijk” begon te noemen.’

Natuurlijk voelt niet iedereen die naar een gebouw van onze kerk gaat meteen de Geest. Maar veel mensen willen wel meer te weten komen over de kerk.

Leren van het succes van zendingsactieve leden

Zuster Ma nodigt al meer dan tien jaar lang mensen uit naar het huis des Heren. Meer dan twintig van hen hebben het evangelie aangenomen. ‘Ik heb zuster Ma nog nooit bij een activiteit gezien zonder een niet-lid’, aldus president Middleton. En ze vertelt de mensen altijd van tevoren wat ze mogen verwachten.

Een goed voorbeeld is Ruby. Lena Ma kwam Ruby tegen in de bibliotheek en knoopte een gesprek met haar aan. ‘Ik vroeg Ruby wat ze meestal doet op zondag’, zegt zuster Ma. ‘Ik vroeg of er in haar kerk iets voor haar zoon was. Daarna legde ik uit dat wij een jeugdwerkorganisatie hebben en nodigde haar uit om zelf eens een kijkje te komen nemen. Ze kwam en vervolgens kwam ze nog eens vaker terug. Ze heeft gisteren de eerste zendelingenles gekregen.’

Sonny en Shaina Sala, die onlangs van de gemeente Salt Spring Island in British Columbia naar de wijk Cardston 8 in Alberta zijn verhuisd, hebben grotendeels dezelfde houding aangenomen als zuster Ma. Sonny en Shaina hebben al met honderden, misschien wel duizenden, kennissen en vreemden over het evangelie gesproken. ‘Als we iemand ontmoeten vragen we meteen: “Gaat u hier in de buurt naar de kerk? Wij gaan naar De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hebt u daar wel eens van gehoord?”

‘We proberen er ook een beetje plezier bij te maken. Laatst zei Sonny dat ik even dag moest gaan zeggen tegen een man die leek op een voormalig lid van onze gemeente. Toen ik op hem af liep, zag ik dat Sonny me plaagde. Het was een volslagen vreemde. Dat bracht me even in verlegenheid, maar toen zei ik gewoon: “U lijkt op een oude vriend. Hij was lid van mijn kerk. Hebt u wel eens van de mormoonse kerk gehoord?” Toen bleek dat hij vroeger lid was geweest. We raakten aan de praat over geloof, en ik nodigde hem uit om naar de kerk te komen. En hij zei: “Weet u, ik kom net uit het ziekenhuis, en ik heb nu al een engel die me uitnodigt om terug naar de kerk te komen.” Als ik mijn mond niet had opengedaan, had ik niet geweten dat hij in het ziekenhuis had geleden en weer contact wilde leggen met de kerk.’

‘Als je je overgeeft aan de Heer, brengt Hij mensen op je pad’, zegt Sonny. Hij vertelt dat hij op een dag zijn kampeerbus in zijn achteruit zette en in een greppel terechtkwam. Hij belde een sleepwagen en de Geest fluisterde hem in dat hij met de chauffeur over het evangelie moest praten. ‘Ik zei tegen hem: “De Heer heeft me in die greppel geduwd zodat ik u kon ontmoeten.” Hij moest lachen en we hadden een gesprek. Toen bleek dat zijn oma ooit lid van onze kerk was. Hij wilde wel een exemplaar van het Boek van Mormon. We proberen altijd exemplaren bij de hand te houden, dus ik heb hem er met plezier een gegeven.’

Zendingsplannen in de wijk en het gezin

Zuster Ma en het echtpaar Sala hebben zendingswerk op natuurlijke wijze verwerkt in hun dagelijkse ontmoetingen met andere mensen. Maar sommigen onder ons vinden het idee dat we andere mensen moeten aanspreken over het evangelie nog wat afschrikwekkend. We hebben er wat hulp bij nodig. En dan is het handig als de wijk of gemeente een zendingsplan heeft.

Kort nadat president Middleton zendingspresident was geworden, bespraken de ringpresidenten in British Columbia hun zendingsplannen in een coördinerende raad voor ringpresidenten en stelden ze richtlijnen op voor wijk- en gemeenteplannen, zoals aanbevolen in Predik mijn evangelie. De achterliggende gedachte is dat mensen die hun eigen zendingsplan opstellen, gemotiveerd zijn om het plan uit te voeren. De ringpresidenten stelden vier beginselen vast waarop elke wijk en gemeente in hun ringen zijn plan moest baseren:

  1. Elk lid moest bij het plan betrokken worden en niet alleen de zendingsleider van de wijk of gemeente.

  2. Er moesten meetbare doelen in staan.

  3. Het moest de gezinnen uitnodigen om hun eigen zendingsplan op te stellen.

  4. Het moest eenvoudig zijn.

De meeste wijken en gemeentes in British Columbia hebben nu een eigen zendingsplan. Ze zijn zó eenvoudig dat ze op een klein kaartje aan de koelkast gehangen kunnen worden. Sommige wijken, zoals de wijk Victoria 2, zijn een stap verder gegaan. Bisschop Frank Hitchmough en de wijkzendingsleider, Michael Mulholland, hebben gesprekken gehouden met alle gezinnen in de wijk en hebben hen geholpen met het opstellen van hun eigen gezinszendingsplan. Dat plan bestaat uit doelen en methodes waarvan het gezin vindt dat die het beste voor hen werken.

Onderneem actie

Broeder Mulholland maakt duidelijk dat de sleutel tot succes in zendingswerk meer is dan een uitvoerbaar plan. ‘Het gaat niet zozeer om het plan als om degene die de leiding neemt’, zegt hij. ‘Als je een ringpresidium hebt zoals president Keyes en zijn raadgevers, die toegewijd zijn aan zendingswerk, dan heb je wat nodig is om plannen goed uit te voeren. Zij geven leiding aan de bisschoppen en als de bisschoppen het zendingswerk een hoge prioriteit geven, wordt het werk gedaan.’

President Randy Keyes van de ring Victoria vertelt dat de priesterschapsleiders in British Columbia door hun gebiedszeventigers gevraagd werden om na te denken hoeveel prioriteit ze het zendingswerk gaven. In veel wijken en gemeentes stond het niet erg hoog op de lijst. De priesterschapsleiders in British Columbia beschouwen het nu als hun op-één-na-hoogste prioriteit, na hun zorg voor de jongeren.

In wijken waar men succes heeft met zendingswerk door leden, legt de bisschop er nadruk op in vergaderingen van het leidinggevend priesterschapscomité (LPC), de wijkraad, de priesterschap en de ZHV. Zij delen taken uit en houden samen met andere leidinggevenden in de wijk de vooruitgang van onderzoekers en minderactieve leden bij.

Een van de vele wijkplannen die meer succes hadden, was een cursus zendingswerk door leden waarvoor de bisschop iedere keer zes tot acht leden riep. Een wijk- of voltijdzending geeft de les. Hij gebruikt Predik mijn evangelie als lesboek. Onderwerpen zijn onder meer de leer achter het zendingswerk, zelfmotivatie en praktische benaderingen. De cursisten vinden het leuk om elkaar hun zendingservaringen te vertellen en rollenspellen te spelen.

Maar uiteindelijk komt het zendingswerk op het individuele lid aan. Ieder lid moet besluiten hoe hij of zij het beste anderen over het evangelie kan vertellen — en dat vervolgens doen.

Benjamin en Robin Orrego zagen wat er in hun gezin werkte en namen dat op in hun zendingswerk als gezin nog voordat hun gevraagd werd om een zendingsplan. Zij nodigen mensen bij hen thuis uit voor een ‘haardvuuravond’ waarop ze inspirerende, maar niet noodzakelijke mormoonse, discussies houden. Spelletjes en eten maken ook deel uit van het programma. En ze delen films en lectuur van de kerk uit.

Maar ze zien wel in dat deel uitmaken van een georganiseerde, vereende inzet voor het zendingswerk doeltreffender is dan individuele inzet, dus hebben ze in hun gezinsplan een doel opgenomen om elk jaar drie mensen uit te nodigen voor een rondleiding door het kerkgebouw. Dat doel, of een variatie erop, maakt deel uit van wijk- en gezinsplannen in heel British Columbia. Het idee begon met de president van de ring Abbotsford, Paul Christensen, en verbreidde zich snel.

Wees creatief

President Christensen heeft zijn ringleden gevraagd om ook andere ideeën te overwegen. Elke maand stelt het ringpresidium een andere groep mensen voor die leden kunnen uitnodigen, zoals collega’s op hun werk, buren of vaklieden. Hij wil bovendien dat de voltijdzendelingen niet alleen de vergaderingen van LPC en wijkraad bijwonen, maar ook vergaderingen van hulporganisaties. Hij woont zelf de vergaderingen van de zendelingendistricten en –zones bij en beklemtoont dat de rol van de zendelingen is om te onderwijzen en die van de leden om uit te nodigen. De leden steunen de zendelingen en getuigen wanneer de gelegenheid zich voordoet. Soms kunnen ze mensen zelfs over bepaalde evangeliebeginselen vertellen. Maar ze willen vooral andere mensen uitnodigen en zeggen ‘Komt en gij zult het zien’ (Johannes 1:39, 46).

Een van zijn creatiefste ideeën is leden van andere kerken inzetten om kerkleden nieuwe vaardigheden bij te brengen. ‘Onlangs hadden we een conferentie voor jonge alleenstaanden met een heleboel workshops. De algemene houding is: Welke loodgieter kennen we in de omgeving? Welke monteur? Ik zei: Laten we geen leden gebruiken voor de workshops. Laten we elders in de gemeenschap een loodgieter zoeken. En een klusjesman. Laat ze komen. Geef ze een rondleiding door het kerkgebouw zodat ze begrijpen wie wij zijn. We moeten naar buiten kijken.’

De ring Victoria heeft dat al jarenlang gedaan. In 1978 richtte Sandra Gill een plaatselijke genealogische vereniging op die aanvankelijk in haar kelder bijeenkwam. Ze gaat nog steeds naar de vergaderingen van de vereniging en geeft er les, maar ze brengt nu de meeste tijd door in het centrum voor familiegeschiedenis dat in het ringcentrum is gevestigd. Zij doet dat werk samen met zestig andere medewerkers, van wie de meeste geen lid van de kerk zijn. Het centrum is 45 uur per week open en ongeveer zeventig procent van de bezoekers zijn geen lid van de kerk.

Net als zuster Gill hebben Tom en Marla Housholder ook creatieve manieren gevonden om hun interesses en omstandigheden te gebruiken voor de verkondiging van het evangelie. Broeder en zuster Housholder hebben een klein pension in Port Alberni. Zij zorgen ervoor dat gasten in de hal kerktijdschriften tot hun beschikking hebben en dat er een Bijbel en een boek-van-mormon in elke kamer ligt. In de drie jaar dat Cedar Wood Lodge open is, zijn ze meer dan dertig exemplaren van het Boek van Mormon ‘kwijtgeraakt’, en ze hopen er nog meer kwijt te raken. Ze houden bovendien met Kerstmis een muziekfestival en organiseren een kerststal. Een van de koren die op het festival zingen komt uit de wijk Port Alberni, waarvan Tom Housholder bisschop is.

Ga daar waar de Geest is

President Christensen van de ring Abbotsford heeft groot geloof in de goddelijke kracht die uitgaat van de fysieke aanwezigheid van een tempel van de kerk. Dat is een van de redenen dat hij zo enthousiast is over de tempel die in juni 2006 voor Vancouver is aangekondigd. ‘Ik denk niet dat we een tempel krijgen omdat we ontzettend rechtschapen zijn’, zegt hij. ‘Ik denk dat we een tempel krijgen omdat we het evangelie moeten verbreiden. We hebben het licht nodig dat een tempel verbreidt.’

Er is in British Columbia een verbazend groot aantal mensen lid geworden van de kerk vanwege wat zij voelden op het tempelterrein. ‘Ik zal nooit vergeten hoe ik me voelde toen ik door de poort van Temple Square in Salt Lake City ging’, aldus Julie Keyes uit de ring Victoria. ‘Het leek wel of ik uit het donker in het licht stapte.’ Ze was onder de indruk van de hele ervaring — van de mensen die ze er ontmoette, het getuigenis van Joseph Smith, de nadruk op Jezus Christus. ‘Ik dacht: “Ik moet hier meer over te weten komen. ”’ Dus toen ze terug was in British Columbia, belde ze het plaatselijke kerkgebouw en vroeg of ze met de zendelingen mocht spreken.

Zuster Keyes, die nu getrouwd is met de president van de ring Victoria, was op uitnodiging van een kerklid naar het tempelterrein gegaan en verwonderde zich over de hartelijkheid van de leden daar. In feite is een van de gemeenschappelijke thema’s van bijna elk bekeringsverhaal dat je hoort in British Columbia: licht, vreugde en de oprechte vriendelijkheid die uitgaat van de kerkleden. Omgang met leden en de Geest voelen zijn de motieven om meer te willen weten.

Dat leek ook het patroon te zijn waarmee de kerkleden in British Columbia het meeste succes leken te hebben. Ze komen erachter dat zij het niet zijn die de mensen bekeren, maar de Heer. Zij hoeven alleen maar het evangelie na te leven en mensen ergens naar uit te nodigen — naar de kerk, kerkactiviteiten, thuis, het terrein van de tempel, waar de Geest ook maar is. De meest ervaren zendingsactieve leden maken zich er niet druk over als mensen hun uitnodiging niet aannemen. Zij blijven mensen uitnodigen. De zendelingen blijven onderwijzen. En de Heer blijft zijn kinderen zegenen met een getuigenis van zijn Geest.