2007
Kerk redt baby’s over de hele wereld
Augustus 2007


Kerk redt baby’s over de hele wereld

Dokter Bulane, arts in het Militair Hospitaal Makoanyane in Maseru (Lesotho), heeft dagelijks met een tekort aan opgeleid personeel en materiaal te maken. De bevolking van Lesotho, een land dat volledig omgeven is door Zuid-Afrika, heeft dertig procent kans om besmet te raken met HIV/Aids. Ze hebben een levensverwachting van 34,4 jaar, er is terugkerende droogte, armoede en een hoog sterftecijfer onder baby’s.

Vanwege dat hoge sterftecijfer onder baby’s heeft dokter Bulane een opleiding neonatale reanimatie gevolgd, die de afdeling humanitaire hulp van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in zijn gemeenschap had georganiseerd.

In een poging om het aantal baby’s dat aan verstikkingsdood sterft terug te brengen heeft de kerk dit programma als een permanent humanitair initiatief in veel delen van de wereld opgezet. Op die manier geeft zij gehoor aan de oproep van de Wereldgezondheidsorganisatie in dit verband.

Vlak na zijn opleiding in juni 2006 redde dokter Bulane met de geleerde technieken een pasgeboren baby. ‘De moeder had te veel vruchtwater en de baby werd via een keizersnede geboren’, legt hij uit. ‘Haar baby was helemaal blauw. Door neonatale reanimatie werd de baby gered. Het gaat er nu heel goed mee. Ik verrichtte alle handelingen in de volgorde die ik had geleerd. Als ik dat niet had gedaan, waren er misschien complicaties opgetreden. Het was heel spannend. De opleiding plaatst alles in het juiste perspectief. Ik heb er meer zelfvertrouwen door gekregen. Ik weet precies wat ik moet doen. Er is geen paniek.’

Neonatale reanimatie beoogt het ontwikkelen van zelfvertrouwen om adequaat te reageren in de kritieke seconden na de geboorte, aldus Deb Whipple, een verpleegkundige op de afdeling neonatale intensive care in het LDS Hospital in Salt Lake City. Ze neemt geregeld deel aan de wereldwijde opleidingen. ‘Ik weet dat de procedures werken’, aldus zuster Whipple. ‘Ik heb gezien dat neonatale reanimatie in die eerste dertig tot zestig seconden levens redt.’

Zuster Whipple gebruikt haar vaardigheden dagelijks in de verloskamer van het ziekenhuis, maar laat wereldwijd ook andere medische professionals in haar expertise delen. ‘De opleiding neonatale reanimatie wordt aan vijftig studenten gegeven die (…) terugkeren naar hun kliniek, ziekenhuis en gemeenschap om daar andere verloskundigen op te leiden’, zegt ze.

De deelnemende landen worden geselecteerd aan de hand van de sterftecijfers onder baby’s, aldus Dean Walker van de afdeling humanitaire hulpverlening en hoofd van de afdeling neonatale reanimatie. De opleidingen worden opgezet in de deelnemende landen via de plaatselijke ministeries van volksgezondheid, en de kerk doneert het opleidingsmateriaal — zoals poppen om op te oefenen, lesmateriaal en reanimatiebenodigdheden. In 2006 zijn er in 23 landen opleidingen gegeven.

Artsen, verpleegkundigen, ademhalingstherapeuten en andere medische professionals werken als vrijwilliger om de opleidingen te geven.

Dokter Ted Kimball, EHBO-arts in het ziekenhuis van de University of Utah in Salt Lake City en voorzitter van de adviescommissie humanitaire diensten, ervaart zijn rol als voorzitter om gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden op te lossen als een bron van veel zegeningen.

‘Deze mensen leven eenvoudig’, zegt dokter Kimball. ‘Ze hebben geen grote tv’s of computers nodig. Ze hebben drie fundamentele behoeften: een opleiding, gezondheid, en de hoop op vrede of om gespaard te blijven van politieke conflicten. Neonatale reanimatie speelt een essentiële rol in twee van die behoeften: opleiding en gezondheid. Onze opleiding levert daar een bijdrage aan.’

De minister van volksgezondheid van Oeganda, die onlangs aan de opleiding heeft deelgenomen, zei tegen dokter Kimball dat iedere overleden baby de economie van zijn land zo’n honderdduizend dollar kost. ‘In deze gebieden vol schrijnende armoede’, zegt dokter Kimball, ‘hebben ze een gezonde en opgeleide beroepsbevolking nodig om die armoede te overwinnen. Een gezonde, zelfredzame gemeenschap is de sleutel. Een baby die niet overlijdt betekent er weer een paar schouders die de economische last van het land kan helpen dragen — nog iemand die de weg uit de armoede kan aangeven.’

De problemen op het gebied van neonatale reanimatie in Ghana zijn met die in Lesotho en Oeganda te vergelijken. Dokter David Gourley, arts in Salt Lake City en lid van de adviescomité van de afdeling humanitaire hulp, zegt dat ‘er een vereenvoudigde cursus is ontwikkeld voor verloskundigen en verpleegkundigen op het platteland, met fundamentele reanimatievaardigheden en noodzakelijke hulpmiddelen om het sterftecijfer van baby’s in Ghana terug te dringen.’

Dokter Gourley vertelt het volgende verhaal over een onlangs opgeleide verloskundige: ‘Dora deed een bevalling van een baby in stuitligging. Ze dacht dat de baby dood was omdat het lijfje slap was en de baby niet ademde. Dora deed de eerste stappen van de reanimatie. Ze hoefde alleen maar de luchtwegen van de baby vrij te maken waarna de baby begon te ademen en wat kleur kreeg. Nu groeit de baby als kool.’

Gebaseerd op plaatselijke evaluaties zijn er volgens dokter Gourley in de zes maanden na de opleiding in mei 2006 in Ghana 646 baby’s gereanimeerd met behulp van het materiaal dat de kerk heeft geschonken.

Het materiaal en de opleiding zorgen er mede voor dat het langetermijndoel van het programma neonatale reanimatie wordt verwezenlijkt, namelijk dat er bij iedere bevalling een gekwalificeerd persoon aanwezig is.

Voor zuster Whipple. die zelf moeder is, is het doel wat breder. ‘Ik wil dat al die baby’s een gezond lichaam hebben zodat ze van het leven kunnen genieten’, zegt de verpleegkundige. ‘Moeders over de hele wereld hebben dezelfde emoties — ze hopen allemaal dat hun kind gezond en gelukkig zal zijn en de kans zal hebben om deel van een gezin uit te maken.’