Vereend in gebed
De basisopleiding in de luchtmacht was hard, vooral in geestelijk opzicht. Ik was omringd door smerige taal en slechte invloeden. Door gebed en priesterschapszegens kreeg ik de kracht om het uit te houden, maar ik verlangde naar meer dan alleen een individueel gebed. Omdat ik een zending had vervuld, wist ik wat een kracht en eenheid er ontstaat door een gezamenlijk gebed met een collega. Maar eenheid was iets wat ernstig ontbrak aan onze groep van ongeveer 56 man luchtmachtpersoneel.
Na drie weken basistraining vonden we het nog steeds moeilijk om met elkaar op te schieten en als een team samen te werken. Ik vroeg de onderofficieren of ze het goed vonden als ik ’s avonds een gebedsdienst hield voor vrijwilligers. Tot mijn verbazing stemden ze er niet alleen mee in, maar ondersteunden ze het idee.
De eerste dienst werd door zes man bezocht. Toen het licht uit was, lazen we bij het licht van een zaklamp enkele verzen uit het Nieuwe Testament die relevant leken voor de moeilijkheden waar we voor stonden. Vervolgens baden we om de aanwezigheid van de Geest Gods en om een gevoel van dankbaarheid voor wat we hadden.
Geleidelijk aan kwamen er meer mensen naar onze diensten. Al gauw waren we met vijftien man. Soms lazen we bijbelteksten, maar soms lazen we ook uit het Boek van Mormon. Elke avond kreeg ieder die wilde bidden daartoe de kans.
Eén man die de moed opbracht om onze gebedsdienst te bezoeken, luisterde eerst alleen maar. Toen hij aan de beurt was om te bidden, vroeg hij of we hem wilden overslaan. Maar een paar weken later deed hij wél mee en bad om hulp voor zijn familie met problemen die ze thuis hadden. Hij bad ook dat hij de kracht zou krijgen die hij nodig had voor de laatste weken van onze training. Hij vertelde ons dat hij onze bijeenkomsten zou missen als de training eenmaal voorbij was en dat hij van plan was om voortaan elke avond zelf een gebed uit te spreken voor het slapengaan.
Kort daarna bad hij weer met onze groep en sprak zijn dank uit voor het verhoren van zijn gebeden voor zijn familie. Daarnaast, zei hij, was hij gesterkt, wat hem het vertrouwen had gegeven om door te zetten met zijn training.
De avond voordat we naar de technische scholen vertrokken waaraan ieder was toegewezen, vertelde deze zelfde man dat hij vóór deze basistraining maar weinig over God had geleerd en niet in Hem had geloofd. Maar toen hij met ons schriftteksten had gelezen en het voorbeeld had gezien van de anderen die hadden gebeden, was er geloof bij hem gegroeid. Hij vertrouwde ons toe dat het eerste gebed dat hij in de groep had uitgesproken, zijn allereerste gebed ooit was geweest.
Zoals ik had gehoopt, was onze groep eensgezind geworden door onze gebedsdiensten. Maar ze deden meer dan dat: ze sterkten ons individueel en droegen ertoe bij dat we ons tot onze hemelse Vader wendden.