Hij is opgewekt
Na de opstanding van de Heiland bediende de Heer velen in het Heilige Land (zie pp. 8–11) en op het westelijk halfrond (zie pp. 12–13). In de oudheid getuigden velen van de levende Christus, en in deze tijd getuigde de profeet Joseph Smith: ‘En nu, na de vele getuigenissen die van Hem zijn gegeven, is dit het getuigenis, het laatste van alle, dat wij van Hem geven: dat Hij leeft!’ (LV 76:22.)
Boven: Del Parson, Hij is opgewekt
De overpriesters en schriftgeleerden zullen Christus ‘overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen, en ten derde dage zal Hij opgewekt worden’ (Matteüs 20:19).
Rechts: Walter Rane, Hij is hier niet
‘Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt’ (Matteüs 28:6).
Boven: Elspeth Young, Tegen het aanbreken van de dag
‘Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging[en] Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien’ (Matteüs 28:1).
Boven: William F. Whitaker jr., Paasochtend
‘Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeide tot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester!’ (Johannes 20:16.)
Onder: William-Adolphe Bouguereau, De drie Maria’s bij het graf
‘En toen zij in het graf gegaan waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en ontsteltenis beving haar’ (Marcus 16:5).
Boven: Linda Curley Christensen, Het tuingraf
‘Een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop’ (Matteüs 28:2).
© 2000 IRI
Rechts: Dan Burr, De discipelen Petrus en Johannes rennen naar het graf
‘Petrus dan ging op weg en ook de andere discipel en zij begaven zich naar het graf (…)
‘en die twee liepen samen snel voort; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam het eerst aan het graf’ (Johannes 20:3–4).
Boven: Carl Heinrich Bloch, De ongelovige Tomas
Christus zei tegen Tomas: ‘Breng uw vinger hier en zie mijn handen; (…) en wees niet ongelovig, maar gelovig’ (Johannes 20:27).
Rechts: Gary Smith, De herrezen Christus in Galilea
‘En Jezus trad naderbij en sprak tot [de elf discipelen], zeggende: (…)
‘Gaat dan henen, onderwijst al de volken’ (NBG/SV, Matteüs 28:18–19).
Boven: Kamille Corry, Weid mijn lammeren
‘Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren’ (Johannes 21:16).
© 1998 IRI
Onder: Greg Olsen, Christus op de weg naar Emmaüs
‘En zij drongen sterk bij Hem aan en zeiden: Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is reeds gedaald. En Hij ging binnen om bij hen te blijven’ (Lucas 24:29).
© 1989, kopiëren niet toegestaan
Rechts: Harry Anderson, Jezus’ hemelvaart
‘En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde en werd opgenomen in den hemel’ (SV, Lucas 24:51).
© IRI
Onder: Arnold Friberg, Christus verschijnt op het westelijk halfrond
‘En het geschiedde, toen zij de stem begrepen, dat zij hun blik wederom hemelwaarts wierpen; en zie, zij zagen [Christus] uit de hemel neerdalen’ (3 Nephi 11:8).
© 1951 IRI
Boven: Arnold Friberg, Samuël de Lamaniet profeteert
De Nephieten die hem niet geloofden, ‘wierpen stenen naar hem op de muur, en ook schoten velen pijlen op hem af’ (Helaman 16:2).
© 1951 IRI
Rechts: Simon Dewey, Christus in het land Overvloed
‘Het geschiedde dat de menigte toetrad (…) en de tekens van de nagels in zijn handen (…) voelde (…) en getuigden, dat (…) het [Christus] was’ (3 Nephi 11:15).
© 2003 IRI
Links: Robert T. Barrett, Breng de kroniek
‘Ja, Heer, Samuël [de Lamaniet] heeft volgens uw woorden geprofeteerd en ze zijn alle vervuld.
‘En Jezus zeide tot hen: Hoe komt het dat gij dat niet hebt opgeschreven (…)?’ (3 Nephi 23:10–11.)
© 1996 IRI
Onder: Del Parson, Christus en de kinderen uit het Boek van Mormon
‘[Christus] weende (…), en de menigte getuigde ervan, en Hij nam hun kleine kinderen een voor een en zegende hen’ (3 Nephi 17:21).
© 1995
Links: Ten Henninger, Christus bidt met de Nephieten
‘En niemand kan zich de vreugde indenken, die onze ziel vervulde, toen wij [Christus] voor ons tot de Vader hoorden bidden’ (3 Nephi 17:17).
© IRI
Onder: John Scott, Jezus Christus op het westelijk halfrond
‘En [de Nephieten] vielen aan de voeten van Jezus neer en aanbaden Hem’ (3 Nephi 11:17).
© IRI
Achtergrond © Dover Publications Inc.