2009
Niet tot in de kleine uurtjes doorgewerkt
April 2009


Niet tot in de kleine uurtjes doorgewerkt

Toen ik op het punt stond om af te studeren, ondervond ik dat de evangeliebeginselen mij niet alleen in geestelijk opzicht, maar ook in werelds opzicht tot zegen waren.

Zelfs toen ik nog een jongevrouw was, hadden de meeste van mijn kerkroepingen te maken met het onderwijzen van jeugdwerkkinderen, en dit had invloed op mijn beslissing om een opleiding voor het basisonderwijs te volgen. Maar het kiezen van een hoofdonderwerp voor mijn studie was niet de enige manier waarop de kerk mijn opleiding beïnvloedde. Dat werd duidelijk toen ik me voorbereidde om af te studeren.

Het laatste project dat ik moest inleveren, was een afstudeerscriptie die ik in een mondeling examen moest verdedigen tegenover drie juryleden. Dat waren leerkrachten die mij les hadden gegeven.

Toen ik mijn scriptie zorgvuldig had afgewerkt, bracht ik een deel van de avond voor het mondeling examen met de familie van mijn vriend door. Toen ik opstond om naar huis te gaan, zei zijn moeder dat ze hoopte dat alles goed zou gaan, en haalde deze tekst aan: ‘Indien gij voorbereid zijt, zult gij niet vrezen’ (Leer en Verbonden 38:30).

De volgende dag brak aan. Er gingen allerlei gedachten door mijn hoofd. Ik herinnerde me hoe ik de stad waar ik was opgegroeid had verlaten om mijn opleiding voort te zetten; ik herinnerde me alle opofferingen die mijn familieleden zich getroost hadden om het te betalen. Ik mocht hen niet teleurstellen. Mijn laatste examen moest een succes zijn.

Mijn klasgenoten wachtten ook op hun examen. We maakten ons allemaal zorgen over de vragen die de juryleden konden stellen, maar ik voelde me veilig, want ik had om hulp gebeden en ik wist dat God op de hoogte was van de moeite die ik had gedaan om de informatie voor mijn scriptie op te zoeken, te organiseren en de tekst te schrijven.

Ik was aan de beurt. Nadat ik mijn scriptie aan de jury had uitgelegd, begon ik vragen te beantwoorden. Een van de juryleden stelde enkele vragen over het onderwerp dat ik had behandeld, en vroeg toen: ‘Hoeveel werk heb je in deze scriptie gestoken?’

‘Veel werk’, antwoordde ik. ‘Ik heb alles op alles gezet, want ik wilde het vernieuwend maken.’

‘Tot in de kleine uurtjes doorgewerkt?’

‘Nee, ik blijf meestal niet laat op voor mijn schoolwerk’, zei ik. ‘Ik deel mijn tijd zo in dat ik mijn werk op tijd af heb.’

Van de gezichten van de juryleden was verbazing af te lezen. Hetzelfde jurylid zei: ‘Ik vind het vreemd dat je toegeeft dat je er niet lang voor bent opgebleven. We weten dat je klasgenoten heel wat avonden lang door hebben gewerkt.’

Een van de andere juryleden zei: ‘Laat ik u wat vertellen over deze studente. Ze heeft overal tijd voor. Ik zeg dat omdat ik haar ken. Ze heeft tijd voor haar studie, haar vrienden, haar familie en ze gaat zelfs naar de kerk.’

‘Echt waar?’ Nu was het andere jurylid echt verbaasd. ‘Naar welke kerk ga je?’

‘Ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’

‘O ja, ik weet welke kerk dat is’, zei er een.

‘En we leren dat we op tijd naar bed moeten gaan zodat we de volgende dag met nieuwe energie op kunnen staan.’

Ik was kalm en voelde me veilig toen ik over het evangelie praatte, hoewel het me verbaasde dat ik tijdens een examen voor een beroepsopleiding vragen kreeg over godsdienst.

‘Je scriptie is met veel passie geschreven. Zij is uitstekend. Ik neem aan dat dit ook komt door de gewoontes die je in je kerk hebt aangeleerd.’

‘Jazeker’, zei ik. ‘Ik heb in de kerk geleerd hoe ik kinderen moet onderwijzen en het heeft me erg geholpen bij de studie.’

‘Je voelt je in het onderwijs duidelijk als een vis in het water’, zei een van de juryleden. ‘We hopen dat je naar je kerk blijft gaan, want je hebt veel te danken aan de waarden die je daar hebt geleerd.’

Al gauw werd ik geëxcuseerd zodat de juryleden tot een beslissing konden komen. Twee minuten later riepen ze me weer binnen.

‘We vonden het niet moeilijk om tot overeenstemming te komen. Gezien je voorbeeldige gedrag, je uitstekende cijfers, en de scriptie die je vandaag verdedigd hebt, is ons oordeel unaniem dat je geslaagd bent, met een eervolle vermelding. Gefeliciteerd!’

Toen ik het aan mijn familie vertelde, huilden ze van vreugde.

Ik getuig dat toen onze hemelse Vader ons gebood: ‘gaat vroeg naar bed, opdat u niet vermoeid zult zijn; staat vroeg op, opdat uw lichaam en uw geest versterkt zullen worden’ (LV 88:124), Hij dat deed om ons te zegenen. Ik ben Hem dankbaar dat het evangelie ons geluk kan brengen in alle aspecten van ons leven.

Foto-illustratie Christina Smith