Uit het leven van de profeet Joseph Smith

Vrede sluiten met zijn vijanden

Aangepast overgenomen uit Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (leergang Melchizedekse priesterschap en Zustershulpvereniging, 2007), pp. 367–368.

Op een dag bezocht de profeet zijn ouders in hun huis in Far West toen een groep soldaten binnenviel.

Wie van u is Joe Smith?

We zijn hier om hem te doden!

Joseph stapte onmiddellijk naar voren, glimlachte naar de mannen en schudde hen de hand.

Ik ben Joseph. Aangenaam. Gaat u zitten, alstublieft.

De mannen staarden de profeet ongelovig aan toen die verder sprak.

Wij mormonen geloven in Jezus Christus en willen alleen maar vrede. Maar we zijn de afgelopen maanden erg vervolgd sinds we naar Missouri zijn verhuisd. Voor zover wij weten, heeft geen van ons de wet overtreden. Maar als dat toch het geval is, zijn we bereid om ons wettig te laten berechten.

Moeder, ik denk dat ik maar naar huis ga. Emma zit op me te wachten.

U gaat niet alleen, dat is niet veilig.

Wij gaan wel met u mee om u te beschermen.

Dankuwel.

We beloven om de militieleden die met ons mee zijn gekomen naar huis te sturen.

Als u ons nog nodig hebt, komen we graag terug om u te helpen.

Buiten het huis van Josephs ouders praatte de rest van de mannen nog na over hun ontmoeting met de profeet.

Kreeg je geen vreemd gevoel toen hij je een hand gaf? Zoiets heb ik nog nooit gevoeld.

Het leek wel of ik me niet kon bewegen. Ik zou die man geen haar kunnen krenken. Voor niets in de wereld.

Dit is de laatste keer dat men van mij kan zeggen dat ik Joe Smith of de mormonen kom doden.

Illustraties Sal Velluto en Eugenio Mattozzi