2009
De beloften van een profeet
April 2009


Van vriend tot vriend

De beloften van een profeet

‘Onderzoekt deze geboden, want ze zijn waar en betrouwbaar, en de profetieën en beloften die erin staan, zullen alle worden vervuld’ (LV 1:37).

Afbeelding
Elder Octaviano Tenorio

Mijn hele leven lang heb ik geleerd dat we de zegeningen ontvangen die ons beloofd zijn als we de leringen van onze profeten volgen. In april 1986 heeft president Ezra Taft Benson (1899–1994) beloofd dat de Geest aanwezig is bij een gezin dat samen geregeld in de Schriften leest.1

Mijn lieve vrouw en ik besloten om die raad op te volgen. We stelden een doel om elke dag met onze drie kinderen — Jorge (10); Susi (9); en Luis (3) — een hoofdstuk uit het Boek van Mormon te lezen. We lazen elke dag — ieder van ons las om de beurt een vers voor. Luis kon nog niet lezen, maar hij wilde toch meedoen. Hij ging op mijn schoot zitten, met zijn gezicht naar me toe, met het Boek van Mormon tussen ons in. Als het mijn beurt was om voor te lezen, wees ik elk woord aan en volgden we allebei mijn vinger, waarbij Luis hardop elk woord herhaalde dat ik oplas, terwijl hij ondersteboven naar de woorden keek.

Vlak voordat hij vijf werd, vroeg Luis: ‘Wanneer is het mijn beurt om te lezen?’

We legden uit dat hij naar school zou gaan als hij ouder was, en dat hij dan zou leren lezen.

Hij antwoordde: ‘Ik kan al lezen!’

Verbaasd gaf ik hem een boek-van-mormon. Hij deed het boek ondersteboven open, keek over de rand naar de tekst en begon die foutloos op te lezen. Hij had leren lezen door mee te kijken in het Boek van Mormon!

Toen hij zes jaar was, ging Luis soms met me mee op bezoek bij kerkleden. Ik vroeg hem dan om zijn getuigenis te geven en een korte schriftuurlijke boodschap te brengen die ik hem had geleerd. Bij het voorlezen uit het Boek van Mormon hield hij het op de kop en keek over de rand naar de tekst.

Ik getuig tot je dat je, als je als klein kind al in de Schriften begint te lezen, de beloften van de Heer beter zult begrijpen en zult weten wat Hij van je verwacht. Op een dag word je zelf ouder en krijg je kleine kinderen. Leer ze om in de Schriften te lezen, dan zul je de belofte uit Spreuken 22:6 in vervulling zien gaan: ‘Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg; ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.’

Luis is nu bijna aan het eind van zijn universitaire studie gekomen en heeft een voltijdbaan. Hoe laat hij ook van werk, school of een kerktaak thuiskomt, hij leest nog steeds een hoofdstuk in het Boek van Mormon voordat hij naar bed gaat. De belofte van de profeet is echt vervuld: door te lezen in dit heilige boek, is onze familie rijk gezegend en zijn we eensgezinder.

Ik vraag je om elke dag in de Schriften te lezen. Als dat kan, lees er dan samen met je huisgenoten in. De jongens onder jullie spoor ik aan om zich voor te bereiden op een zending. Ik moedig jullie allemaal aan om je ten doel te stellen je in de tempel voor de eeuwigheid aan een ander te laten verzegelen. En tot slot wil ik nog dat je denkt aan de geïnspireerde raad die president Gordon B. Hinckley (1910–2008) ons heeft gegeven: ‘Je hebt alle scholing nodig die je kunt krijgen. (…) Of het nu onderhoudsmonteur van koelkasten is of chirurg, je zult een opleiding moeten volgen.’2

Lieve kinderen, luister naar je leerkrachten, wees gehoorzaam in de klas, doe je best en leer zoveel je kunt. De Heer heeft rijke zegeningen voor jou en je familie. Dit is onze plicht: ‘Volg de profeet, want zijn raad is goed.’3

Noten

  1. Zie Ezra Taft Benson, ‘The Power of the Word’, Ensign, mei 1986, p. 81.

  2. Zie Gordon B. Hinckley, ‘Advies en een gebed van een profeet voor de jongeren’, Liahona, april 2001, pp. 34, 35.

  3. ‘Volg de profeet’, Kinderliedjes, pp. 110–111.

Zestien jaar, kort na zijn doop.

Zijn zoon Luis (4).

Foto’s geplaatst met toestemming van ouderling Octaviano Tenorio; illustratie Robert A. McKay

Afdrukken