2009
Een familie met een erfgoed van dienstbetoon
september 2009


Een familie met een erfgoed van dienstbetoon

De standvastigheid van een Paraguayaanse vrouw in haar nieuwe geloof heeft de basis gelegd voor een traditie van dienstbetoon in het evangelie in vijf generaties van haar familie.

De kinderen van Eulogia Diaz en Delio Cosme Sanchez weten nog toen hun moeder jeugdwerkpresidente in hun gemeente was. Toen het jeugdwerk nog op een doordeweekse middag werd gehouden, liep Eulogia altijd met een grote groep kinderen uit de buurt — ‘ons legertje’ zegt een van haar dochters — naar het verafgelegen kerkgebouw. Het maakte niet uit of ze wel of niet lid waren, als ze dat wilden en het van hun ouders ook mocht, nam Eulogia ze mee. Ze wilde zo veel mogelijk kinderen laten genieten van de zegeningen van het jeugdwerk.

De kinderen van Eulogia en Delio weten ook nog wat hun vader als gemeentepresident deed. Hij was op zondagochtend altijd als eerste in de kerk en ging dan als laatste weer weg, zodra hij zeker wist dat alles in orde was. Hij toonde dezelfde toewijding als eerste president van het district Paraguay, dat toen nog deel uitmaakte van het zendingsgebied Uruguay-Paraguay.

De kinderen van de familie Sanchez zijn nu op middelbare leeftijd en sommigen hebben inmiddels zelf kleinkinderen. Ze vertellen dat er in de ogen van hun ouders nooit een goede reden was om niet naar de kerk te gaan. Het gezin liep dat lange stuk naar de kerk dan ook steevast, ongeacht de weersomstandigheden. In die tijd waren er ook veel minder leden in de gemeente, zodat het gezin zich op vele manieren inzette, van lesgeven tot dirigeren en de kerk schoonmaken.

De kerk is sinds die tijd flink gegroeid in Paraguay. Nu zijn er tien ringen en elf districten met ongeveer 66 duizend leden. Het land bestaat uit twee zendingsgebieden. In Paraguay staat een van de slechts vier fabrieken van Beehive Clothing buiten de Verenigde staten waar tempelkleding en tempelonderkleding worden gemaakt.

Het historische kerkgebouw waar iedereen zeer aan gehecht was — het eerste kerkgebouw dat door de kerk zelf in het land was gebouwd en dat iedereen ‘de Moroni-kerk’ noemde naar de naam van een van de wijken die er bijeenkwam — is er niet meer. Er staat nu een tempel op die plek. De Asuncióntempel vormt het middelpunt van ‘la Manzana Mormona’— een soort Temple Square van Paraguay.

De leden in Paraguay voelen zich rijkelijk gezegend met deze vooruitgang. Maar de oudere leden zijn de offers die nodig waren om het fundament van de huidige kerk in hun land te leggen, niet vergeten.

Bouwen aan een erfgoed

Eulogia Diaz de Sanchez liet zich in oktober 1960 dopen. Een priester uit haar parochie probeerde haar over te halen de kerk af te zweren en terug te keren naar de parochie, maar ze liet zich niet van haar rotsvaste getuigenis afbrengen.

Haar moeder, Castorina, liet zich de maand erop dopen, samen met Eulogia’s dochter, Liduvina. Een andere dochter, Lina, wilde zich ook laten dopen, maar haar nieuwe echtgenoot vond dat niet goed.

Eulogia’s man, Delio, werd in januari 1961 lid van de kerk. Delio was monteur en vertelde zijn zakenpartner dat hij niet meer op zondag kon werken. Zijn partner aanvaardde dat zonder problemen, omdat Delio altijd hard voor de zaak werkte. De partner heeft nooit spijt gekregen van zijn besluit.

Het verhaal van Delio en Eulogia Sanchez en hun nakomelingen onderstreept de bestendige kracht van het voorbeeld.

‘Ik denk dat de liefde en het geduld van mijn ouders ons hebben geholpen het evangelie in ons leven uit te dragen’, zegt Lina. Ook al kon ze zich aanvankelijk niet laten dopen, ze deed toch trouw mee in de kerk. Uiteindelijk daalde Lina in 1986 met vreugde af in de wateren van de doop, nadat de tegenstand van haar man door het voorbeeld van zijn vrouw en kinderen was weggeëbd.

Haar zus, Liduvina, herinnert zich dat haar ouders altijd bezig waren het evangelie uit te dragen. In de jaren ’70 vonden de kerkelijke bijeenkomsten op zondag enige tijd bij hen thuis plaats, waar de bejaarde Eulogia nog steeds woont. Naast de meer dan zestig nazaten van Delio en Eulogia zijn door hun christelijke levenswandel nog enkele tientallen andere mensen lid van de kerk geworden. Liduvina zegt dat haar ouders ook toonbeelden van eerlijkheid waren, die hun kinderen leerden nooit iets te doen waarvoor ze zich later zouden schamen.

Delio en Eulogia stonden bekend om hun vriendelijkheid. Liduvina weet nog dat als het gezin op het punt stond te gaan eten, hun vader vaak zei, denkend aan iemand uit de buurt: ‘Zou die-en-die wel te eten hebben?’ Hij vroeg dan een van de gezinsleden om een bord eten naar die persoon te brengen voordat ze als gezin gingen eten.

Lina woonde met haar gezin jarenlang naast haar ouders. Lina’s zoon, Enrique Ojeda, zegt over Delio: ‘Mijn grootvader was altijd een voorbeeld van het priesterschap — hij bezat de eigenschappen die in Leer en Verbonden 121 [vers 41–45] staan.” Enrique zegt dat zijn grootmoeder Eulogia ‘een kloekmoedige vrouw is — kloekmoedig in haar geloof en haar getuigenis’. Veel mensen die geen lid van de kerk waren, woonden een tijdje bij onze grootouders in huis (toen Delio en Eulogia ze gul hulp aanboden) en zijn in die tijd door hun voorbeeld lid van de kerk geworden.

De kinderen van Delio en Eulogia hebben het voorbeeld van hun ouders gevolgd toen ze volwassen werden en zelf een gezin stichtten. Ook zij hebben vele kerktaken vervuld. Liduvina is op zending geweest en heeft vele jaren in Uruguay voor de kerk gewerkt voordat ze weer naar haar geboorteland Paraguay terugkeerde. Silvio, de zoon van Delio and Eulogia, werd na enige tijd door het voorbeeld van zijn ouders lid van de kerk, en ook hij zette het patroon van dienstbetoon van zijn ouders voort. Hij heeft later een tijdje in Argentinië gewoond en heeft daar geholpen een gemeente op te zetten.

Nieuwe generaties

Enrique werd geboren in het jaar dat zijn grootvader Delio zich liet dopen. Hij kwam vaak bij zijn grootouders, die naast zijn ouderlijk huis woonden, of bij zijn tantes over de vloer, die allemaal actief waren in de kerk. (Hij noemt Liduvina zijn tweede moeder.) Hoewel zijn vader en moeder geen lid van de kerk waren toen hij nog jong was, ‘ben ik samen met mijn broertjes en zusjes in de kerk opgegroeid’.

Hij weet nog dat zijn vader, Vicente, niets met de kerk te maken wilde hebben — hij wilde er niet eens over praten. Toen de kinderen van Vicente hem eens een exemplaar van het Boek van Mormon probeerden te geven, smeet hij het letterlijk naar ze terug. ‘Maar,’ zegt Enrique, ‘uiteindelijk heeft het voorbeeld van zijn kinderen mijn vader doen veranderen.’ De patriarchale zegen van Enrique bevat een belofte dat zijn vader lid van de kerk zou worden door het voorbeeld van zijn kinderen. Enrique en de rest van de familie hielden zich vast aan die belofte.

In 1986, toen de jongere broer van Enrique op zending was, nam de weerstand van hun vader tegen de kerk voldoende af om zijn vrouw toestemming te geven zich te laten dopen. Na 25 jaar aanwezigheid en dienstbetoon in de kerk werd Lina eindelijk lid. Haar man was daar echter bij lange na zelf nog niet aan toe. Het gezinsleven ging zo enkele jaren verder, waarbij iedereen behalve Vicente lid van de kerk was. Toen stapte Vicente op een zondagochtend in 2002 uit bed en trok hij zijn beste kleren aan, klaar om naar de kerk te gaan — klaar om zich te laten onderrichten. Hij liet zich kort daarna dopen, waarna zijn vrouw en hij in 2003 in de tempel hun huwelijk lieten verzegelen.

Nu heeft de generatie van Enrique zelf kinderen die in het evangelie opgroeien en in de voetsporen van hun eigen ouders treden. Eulogia en Delio hebben tot nu toe zes kinderen, achttien kleinkinderen (waarvan er vier op zending zijn geweest) en drieëntwintig achterkleinkinderen in de kerk. De keuzes van deze achterkleinkinderen zijn gebaseerd op wat ze thuis leren.

Adriana, de negentienjarige dochter van Enrique, zegt dat er natuurlijk altijd verleidingen op de loer liggen. Wanneer zij en de andere kinderen in de familie daarmee te maken krijgen, zegt ze: ‘Onze keuzes zijn gebaseerd op ons getuigenis.’ Haar achttienjarige zus, Vivian, voegt eraan toe dat als vrienden of bekenden zich afvragen waarom ze niet roken of drinken of sommige andere dingen niet doen die zij wel doen, dit een gelegenheid is om hun normen uit te leggen en zendingswerk te doen.

William Da Silva, 19, is ook een achterkleinkind van Eulogia. Hij is een zoon van Lina’s dochter, Mercedes Ojeda de Da Silva. Net als zijn moeder liet William zich dopen toen hij acht jaar oud was en is hij in de kerk opgegroeid. Zijn oudere zus en broer hebben een zending vervuld en hij is nu zelf werkzaam in het zendingsgebied Montevideo-West (Uruguay). William zegt dat hij, zijn broer, zus, neven en nichten die actief zijn in de kerk, vanuit een ander, vaster geestelijk fundament leven dan veel van hun vrienden, en dat dit komt door wat ze thuis hebben geleerd. ‘Het is opvallend hoeveel vertrouwen onze vrienden of hun ouders in ons hebben’, merkt hij op. Ouders zeggen vaak tegen hun zoon of dochter dat als William of iemand als Adriana of Vivian ergens heengaat, ‘jij ook kunt gaan, omdat ik weet dat er geen gekke dingen gebeuren’.

Hun normen hoog houden

Adriana draagt een verstelde lange rok met een strook in de zijnaad als afdichting van een hoge split. Haar moeder, Lydia (de vrouw van Enrique), en haar tante Mercedes wijzen erop dat het in Paraguay vaak moeilijk is om in de winkel fatsoenlijke kleding te vinden. De nazaten van de familie Sanchez doen dus vaak wat anderen ook moeten doen — kleren verstellen of zelf naaien. Lina, de moeder van Mercedes en schoonmoeder van Lydia, was altijd de coupeuse in de familie, maar nu leren de jongere vrouwen zelf ook naaien.

Mercedes de Da Silva zegt dat het voor haar niet zo moeilijk was om als enige heilige der laatste dagen in haar buurt op te groeien. ‘Al mijn vrienden en vriendinnen wisten dat ik lid van de kerk was’, licht ze toe. ‘Zij respecteerden mijn geloof.’ Ze zegt dat ze ook geluk had om op een school van de kerk te zitten die in Paraguay een tijdje heeft bestaan. ‘Voor mijn kinderen is dit levensstadium nu veel moeilijker dan toen voor mij.’ De normen van de wereld zijn nu veel losser. Mercedes zegt dat zij er met haar man, Ernesto Da Silva, thuis altijd hoge normen op heeft nagehouden, waaronder een avondklok voor zelfs de oudere kinderen. ‘We praten vaak met ze over het evangelie en houden ook gezinsavond’, zegt ze. ‘Daar putten onze kinderen veel kracht uit.’ President Ernesto Da Silva werd in april van dit jaar ontheven als gebiedszeventiger, en is nu werkzaam als president van het zendingsgebied Montevideo (Uruguay).

De zoon en dochter in het gezin Da Silva die op zending zijn geweest, Christian en Karen, bedankten hun ouders zelfs in hun brieven voor de hoge normen en hun goede voorbeeld die ze thuis hadden gezien en geleerd. Karen Da Silva is in 2008 uit het zendingsgebied Córdoba (Argentinië) teruggekeerd en legt uit: ‘Sinds ik nog heel jong was, heb ik van mijn grootouders en mijn ouders geleerd; niet alleen door hun woorden maar ook door hun daden. Ze leefden altijd naar wat ze zeiden.’ Wat ze thuis heeft geleerd, zegt ze, heeft haar als zendelinge geholpen om anderen te leren dat gehoorzaamheid zegeningen geeft.

Christian is onlangs teruggekeerd uit het zendingsgebied San Bernardino (Californië) en onderstreept de woorden van zijn zus over het belang van het voorbeeld van zijn ouders in zijn leven. Hij voegt daaraan toe: ‘Mijn eigen getuigenis van het evangelie is gegroeid door het toepassen van de lessen die ik van mijn ouders en grootouders heb geleerd.’ Dit gebeurde zoals Alma dat beschreef. Christian legt uit dat hij een plaats in zijn hart inruimde om het zaadje te planten, zijn ouders hem in de waarheid onderwezen en hij in hun leven zag dat de vrucht van het zaadje goed was (zie Alma 32:27–43). ‘Ik wil hem graag blijven verzorgen met geloof, de boom — mijn getuigenis — zodat hij wortel zal schieten, zal groeien en vruchten blijven voortbrengen.’

Mercedes de Da Silva weet nog dat ze als jong meisje zag welke invloed het evangelie in het leven van haar ouders en grootouders had, en ze altijd dacht: ‘Als ik groot ben, ga ik dat ook doen.’

Haar broer Enrique zegt dat leven volgens het evangelie bepaalde sleutels biedt om kinderen in geloof groot te brengen. ‘Drie dingen: leer ze het woord, leer ze door voorbeeld en help ze het evangelie als een levenswijze te zien.’

Door het evangelie beschikken hun kinderen, samen met anderen die in een gezin van heiligen der laatste dagen in Paraguay opgroeien, over geestelijke wortels die veel andere jonge mensen niet hebben. ‘Hun leven heeft een doel — ze hebben een plan’, zegt Enrique. Hun doelen zijn eeuwig, en met de hulp van getrouwe, gehoorzame ouders leren ze die te bereiken.

Foto’s Don L. Searle

Leden van de familie Sanchez bijeen voor een familiefeest. Tegenoverliggende pagina: de Asuncióntempel (Paraguay).

Eulogia Diaz de Sanchez (midden) was de eerste in haar familie die in 1960 lid werd van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Haar dochters Liduvina (links) en Lina leerden dienstbetoon in de kerk door het voorbeeld van hun ouders, en hebben dit erfgoed van dienstbetoon aan hun nakomelingen doorgegeven.

Drie achterkleinkinderen van Eulogia Diaz de Sanchez doen mee aan de gezinsavond. V.l.n.r.: Eduardo, Adriana en Viviana Ojeda. Zij zijn kinderen van Eulogia’s kleinzoon Enrique en zijn vrouw, Lydia.