Troost voor Lucy
‘[De] Trooster vervult met hoop en volmaakte liefde’ (Moroni 8:26).
Lucy zat opgerold in een hoekje van haar slaapkamer toen haar moeder haar welterusten kwam zeggen.
‘Wat ben je daar aan het doen, Lucy?’ vroeg mama.
‘Ik wilde even alleen zijn en nadenken’, zei Lucy, en begroef haar gezicht in haar lievelingsdeken — de gele met bloemetjes die van mama was geweest toen zij nog klein was.
‘Wil je erover praten?’ vroeg mama, terwijl ze in de schommelstoel ging zitten.
Lucy knikte en klom bij mama op schoot. ‘Ik moest aan oma Eliza denken’, zei ze zachtjes, en wreef met de deken over haar ogen.
‘O’, zei mama, haar zachtjes heen en weer wiegend. ‘Weet je, oma Eliza is nu in de hemel. Ik denk dat ze daar heel gelukkig is.’
Lucy snikte. ‘Dat weet ik’, zei ze. ‘Maar ik mis haar en ik ben niet blij dat ze er niet meer is.’
‘Ik mis haar ook’, zei mama terwijl ze over Lucy’s haar streek. ‘Waarom bidden we er niet over?’
‘Goed’, stemde Lucy in. Met de hulp van mama bad Lucy: ‘Lieve hemelse Vader, ik ben verdrietig omdat oma Eliza dood is, en ik mis haar. Maar ik weet dat ze in de hemel is en dat ze gelukkig is. Ik weet ook dat ik haar weer zal zien als ze is opgestaan. Help me alstublieft om niet zo verdrietig te zijn. In de naam van Jezus Christus. Amen.’
Nadat ze ‘amen’, had gezegd, bleef Lucy even stil zitten. Toen kreeg ze een idee. ‘Ik weet wat ik moet doen! Tante Emma vertelde me dat ze blij wordt als ze jeugdwerkliedjes zingt. Laten we dat ook proberen!’
‘Dat lijkt me een goed idee’, zei mama.
Samen zongen Lucy en mama ‘Ik ben een kind van God’, ‘Ik kijk graag naar de tempel’ en ‘Ik wil graag als Jezus worden’. Toen ze klaar waren, zei Lucy: ‘Nu ben ik blij, mama.’
‘De Heilige Geest heeft je verteld wat je moest doen om je beter te voelen’, zei mama.
Lucy glimlachte. ‘Dat weet ik. Onze hemelse Vader heeft mijn gebed verhoord.’ Als ze nu aan oma Eliza dacht, voelde het alsof haar lievelingsdeken om haar hart was gewikkeld. Ze was getroost.
‘Ik hou van je, mama’, fluisterde Lucy voordat ze in slaap viel. ‘En ik hou ook van oma Eliza.’