2009
Wie is er klaar voor?
september 2009


Wie is er klaar voor?

Ik dacht dat mijn vriendin was voorbereid om het evangelie te horen, waarom kreeg ik anders deze ingeving?

Tijdens mijn laatste jaar op de middelbare school bad ik dat de Geest me zou leiden naar iemand die klaar was voor het evangelie. Ik had tijdens het bidden een vriendin in gedachten. Deze vriendin, Ashley (naam is gewijzigd), had enige belangstelling in mijn godsdienst getoond en hield zich al aan dezelfde normen als de jeugd van de kerk. Ik was ervan overtuigd dat dit de tijd voor haar was om het evangelie te horen.

Ik was in die tijd werkzaam in het klaspresidium van de lauwermeisjes. Tijdens een vergadering van het jongerencomité van de bisschap kreeg ik het sterke gevoel een zendingsactiviteit voor de activiteitenavond voor te stellen. Ik had het gevoel dat de jongeren uit onze wijk vrienden en vriendinnen buiten de kerk voor deze activiteit moesten uitnodigen, waarbij ze de zendelingen vragen konden stellen. Mijn bisschop trof samen met de zendelingen enthousiast voorbereidingen voor de activiteit; ik wist zeker dat dit het antwoord op mijn gebeden was. Nu kon Ashley komen en in een ontspannen sfeer meer over het evangelie te weten komen. Ik was ervan overtuigd dat Ashley op de activiteit tijdens de vragen en antwoorden de Geest zou voelen, de lessen van de zendelingen zou willen volgen en zich na een maand of zo zou laten dopen en bevestigen tot lid van de kerk.

Ik begon nu in mijn gebeden te vragen hoe ik Ashley voor de activiteit kon uitnodigen. Ik bad dat ik een werktuig in de handen van de Heer mocht zijn om iemand met zijn plan en evangelie in aanraking te brengen die voorbereid was om deze te ontvangen. Op school nodigde ik Ashley voor de activiteit uit. Ze zei dat ze haar ouders om toestemming zou vragen.

Later die avond kreeg ik een telefoontje van Ashley. Ze vertelde dat haar ouders het helemaal geen probleem vonden. Ze legde zelfs uit dat haar vader vóór zijn huwelijk een kamer had gedeeld met twee leden van de kerk en erg onder de indruk was hun levensstijl. Ik was dolblij, omdat de toestemming van de ouders dat Ashley een andere godsdienst ging onderzoeken het enige denkbare obstakel leek in mijn ogen.

Ik bleef bidden over de komende zendingsactiviteit, en voelde dat ik inderdaad een werktuig in de handen van de Heer was en dat Hij blij was dat ik gehoor had gegeven aan de ingeving tijdens de vergadering van het jongerencomité van de bisschap. Ik keek vol verwachting naar de activiteit uit. Ashley en ik waren al jaren vriendinnen en ik keek ernaar uit om haar te helpen het evangelie te leren kennen en, uiteraard, haar bekering mee te maken.

Op de ochtend van de activiteit kreeg ik een telefoontje van Ashley. Ze was van gedachten veranderd en toch niet van plan om naar de activiteit te komen. Ik was helemaal beduusd en overstuur. Ik had voor Ashley gebeden, ik wist zeker dat ze er klaar voor was en bovendien was al mijn zendingswerk op haar gericht. Ik voelde me ook opgelaten. Bij het plannen van de activiteit had ik iedereen duidelijk gemaakt dat mijn vriendin Ashley klaar was om het evangelie te leren en aan te nemen.

Toen ik van frustratie op mijn kamer in tranen uitbarstte, begon ik aan mezelf te twijfelen. Als ik het mis had wat Ashley betreft, was de zendingsactiviteit met vragen en antwoorden misschien ook geen ingeving van de Geest geweest. Ik werd overmand door mijn tienergevoelens van onzekerheid, boosheid, zelfmedelijden en teleurstelling en besloot de activiteit zelf ook over te slaan.

Enkele weken later zag ik een van mijn vrienden, Brian, in de schoolbibliotheek. Hij vroeg me of ik bij zijn doop aanwezig wilde zijn. Brian en ik hadden dat jaar geen gezamenlijke lessen, dus had ik hem al een tijdje niet gezien of gesproken. Het jaar daarvoor hadden we we naast elkaar gezeten bij geschiedenis en samengewerkt aan een klasproject. Het onderwerp van ons project, Joseph Smith en de mormonen, was ons willekeurig door onze leerkracht opgedragen. Ik wist nog goed dat Brian bij het zoeken naar informatie veel belangstelling toonde voor het onderwerp. Maar hij maakte ook steeds grapjes, zoals: ‘Hoeveel vrouwen had je vader ook alweer?’ en ‘Ik heb dit weekend een leuk feestje, maar ja — je bent mormoon en zult wel erg saai zijn om mee uit te gaan.’ Ik deed zijn uitnodiging voor de doop in eerste instantie dan ook af als het zoveelste grapje over mijn geloof. Hij leek niet het type dat klaar was om zich aan te sluiten bij een kerk met zoveel ‘beperkende normen’.

Maar ik stond versteld toen hij beschreef hoe zijn leven de laatste paar weken in een stroomversnelling was geraakt. Hij had een klasgenoot die ook lid was van mijn wijk iemand horen uitnodigen voor een activiteit met vragen en antwoorden in de mormoonse kerk. Toen die persoon de uitnodiging afsloeg, vroeg Brian aan de klasgenoot of hij dan mocht komen. Na de activiteit volgde hij meteen de zendelingenlessen. Hij las het Boek van Mormon. Hij bad erover. Hij wist dat het waar was. Hij zou zich echt laten dopen, en ik was welkom als ik erbij wilde zijn. Ik was, volgens hem, uiteindelijk degene door wie hij met Joseph Smith en de mormonen in aanraking was gekomen.

In stille verwondering besefte ik dat de Heer mijn gebeden had verhoord. Hij had mij als werktuig in zijn handen gebruikt om iemand te vinden die Hij had voorbereid om het evangelie te horen en aan te nemen. Ik had er nooit aan gedacht om Brian uit te nodigen om de zendelingen te ontmoeten, omdat hij er, in mijn ogen tenminste, niet klaar voor was. In tegenstelling tot Ashley.

Op dat moment besefte ik hoe belangrijk het is om gehoor te geven aan alle ingevingen van de Geest. Hoewel ik blijf bidden dat Ashley klaar mag zijn voor het evangelie, heb ik een belangrijke les geleerd uit het onverwachte resultaat van mijn poging om haar deelgenoot te maken van het evangelie. De Heer heeft altijd een doel met de ingevingen die Hij ons geeft, en ik hoef niet altijd te weten of te raden wat dat doel is. Hij verwacht alleen dat ik vol vertrouwen direct gehoor geef aan die ingeving. Als ik bid om zendingskansen, gehoor geef aan ingevingen, en de wil van de Heer aanvaard en niet mijn eigen wil probeer door te zetten, kan ik een beter werktuig in de handen van God zijn om zijn koninkrijk op te bouwen.

Illustraties Sal Velluto en Travis Walton

Het moest Ashley wel zijn! Van alle mensen die ik kende, leek zij het meest voorbereid om het evangelie te aanvaarden.