2012
Een donderstem, een zachte stem
Juni 2012


Tot we elkaar weerzien

Een donderstem, een zachte stem

Hoe kan het dat andere mensen de aardbevingen voelden en ik niet? Door het antwoord op die vraag heb ik nog iets anders dan seismologie geleerd.

Ik was nog maar een paar weken op zending toen ik wakker werd door gerommel. Het begon in de verte en werd steeds harder naarmate het dichterbij kwam. Na een tijdje schudde ons hele huis. Al snel verdwenen de schokken en stierf het gerommel weg. Gelukkig had mijn collega me gewaarschuwd dat aardbevingen hier gewoon waren. Omdat alles in orde leek te zijn, draaide ik me om en ging snel weer slapen.

Een paar weken nadat ik die nacht wakker was geworden, hoorde ik mensen over een aardbeving praten die eerder op de ochtend had plaatsgevonden. Ik vroeg me af wat er mis met ze was, want ik had niks gehoord of gevoeld. Ik vroeg in mijn verwarring wanneer die ‘aardbeving’ had plaatsgevonden. Ik kwam erachter dat ik ochtendgymnastiek had gedaan of onder de douche had gestaan toen het gebeurde, dus ik vond het moeilijk te geloven. Ik was van de eerste aardbeving wakker geworden, dus als er een tweede was geweest, had ik het wel gemerkt.

Maar dat was pas een van de vele aardbevingen waar ik andere mensen over hoorde praten. Ik voelde ze niet eens, dus vroeg ik me af of ze wel wisten wat een aardbeving was.

Na acht maanden aan te horen dat er aardbevingen waren, hield de zondagschoolleerkracht opeens op met praten en zei: ‘Voel je dat? Dat was een aardbeving.’ Iedereen knikte — behalve ik. Ik snapte er niks van. Ik hoorde geen gerommel of geraas. Mijn stoel was niet aan het schudden. De muren rammelden niet. Hoezo was er een aardbeving?

Toen probeerde ik te bedenken wat ik voelde toen de leerkracht zei dat er een aardbeving was: een soort duizeligheid — het voelde net alsof ik rondjes had gedraaid. Was dat subtiele gevoel een aardbeving?

Door wat de leerkracht zei, begon ik me meer bewust te worden van het feit dat die zogenaamde aardbevingen echt waren. Ik besefte dat ik ze nooit voelde omdat ik ochtendgymnastiek deed, onder de douche stond of sliep als er zo’n klein bevinkje was. Maar ik merkte dat ik steeds een duizelig gevoel kreeg of een beetje slingerde. En dat erkende ik als een bewijs dat er een aardbeving was.

Later kreeg ik een nieuwe zendelinge als collega. Op een dag waren we les aan het geven en zei een vrouw: ‘O, een aardbeving.’ Dat merkte ik ook. Mijn collega keek me aan alsof ik gek was. Maar ik wees haar op de kleine afwijking van de lamp die aan het plafond hing en verzekerde haar dat ze na een tijdje ook de subtiele bewegingen van de aarde zou gaan voelen.

Ik ben erg blij dat ik door de aardbevingen iets over het herkennen van de Geest heb geleerd. Soms kun je de Geest niet ontkennen; dan is het een donderstem die tot diep in onze ziel doordringt. Maar meestal is de Geest een zachte fluistering, een nieuwe gedachte, een indruk, een subtiel gevoel dat je iets moet doen of zeggen (zie Helaman 5:30). Als we het alleen merken als onze ziel heen en weer wordt geschud, missen we vaak de fijne ingevingen van de Geest. Soms moeten anderen ons laten zien dat we de Geest voelen, zodat we onze aandacht daarop kunnen richten en onze waarneming er op af kunnen stemmen. Als we dat doen, gaat er een compleet nieuwe wereld van bewustwording en wonderen voor ons open.

Foto David Stoker