2012
Je Aäronische priesterschapstaken
Juni 2012


Je Aäronische priesterschapstaken

Jullie zijn tot het Aäronisch priesterschap geordend. Wat moeten jullie nu doen?

Misschien ben je nog maar net diaken, afgelopen zondag geordend, of een leraar die elke week meehelpt bij het klaarzetten van het avondmaal. Of misschien ben je al een ervaren priester, die verstand heeft van dienstbetoonprojecten en leidinggeven aan de jongere leraars en diakenen om hen bij te staan in hun verantwoordelijkheid. Maar al die priesterschapsdragers worden op dezelfde manier door de Heer geroepen: ‘Laat eenieder zijn plicht leren kennen en het ambt waartoe hij is aangewezen, met alle ijver (…) uitoefenen’ (LV 107:99).

Maar hoe kun je je plicht leren kennen? In de eerste plaats hoor je in de Schriften te kijken. Specifieker kun je de afdelingen in de Leer en Verbonden waar de plichten van het Aäronisch priesterschap worden weergegeven bestuderen: afdeling 20:46–60, 72–79; en afdeling 84:111.

Een ander handig hulpmiddel is het boekje Onze plicht jegens God vervullen: voor Aäronische priesterschapsdragers. Het boekje is ingedeeld in drie verschillende afdelingen die betrekking hebben op je priesterschapstaken: (1) ‘Priesterschapsverordeningen verrichten’, (2) ‘Anderen dienen’, en (3) ‘Allen uitnodigen om tot Christus te komen’. In het gedeelte ‘Priesterschapsplichten’ vind je voor elk ambt — diaken, leraar en priester — extra schriftteksten om te bestuderen en suggesties voor het maken van een plan om je priesterschapsplicht beter te begrijpen.

Laten we eens gaan kijken naar enkele van de belangrijkste plichten van de Aäronisch-priesterschapsdragers.

Diakenen

Een diaken is een goed voorbeeld voor de andere quorum- en kerkleden. Hij leidt een rechtschapen leven en blijft het gebruik van zijn priesterschap waardig.

Hij dient het avondmaal rond. Dat is een van de heiligste plichten van een diaken. Als een diaken die taak uitvoert, vertegenwoordigt hij de Heer. Hij behoort het waardig te zijn om de zinnebeelden van het avondmaal aan de kerkleden uit te delen. Zijn kleding en gedrag moeten overeenkomen met de heiligheid van het avondmaal. Indien mogelijk is het goed om een wit overhemd te dragen.

Een diaken is aangesteld om ‘over de kerk te waken’ (LV 84:111). Hij moet ook ‘waarschuwen, uitleggen, aansporen en onderwijzen, en allen uitnodigen om tot Christus te komen’ (LV 20:59). Bij deze taak hoort ook vriendschap sluiten met quorumleden en andere jongemannen, leden op de hoogte stellen van kerkdiensten, toespraken houden, het evangelie uitdragen en getuigenis geven.

Hij staat de bisschop bij in het ‘besturen van (…) stoffelijke zaken’ (LV 107:68). Bij deze taak hoort misschien ook vastengaven in ontvangst nemen, voor de armen en behoeftigen zorgen, zorg dragen voor het kerkgebouw en fungeren als boodschapper voor de bisschop tijdens de diensten.

Hij doet actief mee aan de quorumlessen. Andere taken die daarbij horen, zijn: hulp bieden bij het voorzien in de stoffelijke behoeften van leden, voorbereidingen treffen op een zending en zendingswerk doen, de quorumpresident ondersteunen, leeftijdsgenoten heractiveren en het evangelie leren.

Leraars

Een leraar draagt alle verantwoorlijkheid van een diaken en heeft daarnaast ook de volgende taken:

Hij zet het avondmaal klaar. Het is altijd de taak van een leraar om het avondmaal klaar te zetten voor de dienst. Dat is een goed voorbeeld van dienen zonder daarvoor geprezen te worden. De leden zijn zich vaak niet bewust dat de leraars het avondmaal hebben klaargezet, maar toch zorgt dat ervoor dat de dienst goed draait en behaagt het de Heer omdat het werkelijk dienen is.

‘De plicht van de leraar is om altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterken’ (LV 20:53). Hij kan dat ook doen door op huisonderwijs te gaan.

Hij hoort ‘erop toe te zien dat er geen ongerechtigheid in de kerk is, noch hardheid onder elkaar, noch liegen, laster of kwaadsprekerij’ (LV 20:54). Onder die taak valt vrede stichten onder de leden, zodat ze goed met elkaar kunnen opschieten.

Hij hoort ‘erop toe te zien dat de kerk dikwijls tezamen komt, en er ook op toe te zien dat alle leden hun plicht nakomen’ (LV 20:55). Daarbij hoort ook anderen uitnodigen naar de kerk.

Priesters

Een priester draagt alle verantwoordelijkheid van een diaken en een leraar, en heeft daarnaast ook de volgende taken:

Hij bedient het avondmaal. De eer van het avondmaal bedienen wordt aan de priesters gegeven, die het avondmaalsgebed uitspreken. Een priester dient bekend te zijn met het avondmaalsgebed, zich netjes te kleden en zijn handen te wassen voordat hij die verordening verricht. Boven alles moeten priesters waardig zijn om die heilige verordening als vertegenwoordigers van de Heiland te verrichten.

Dopen is nog een taak van de priesters, wanneer zij daar toestemming voor krijgen van de bisschop of gemeentepresident (zie LV 20:46). De doop door het juiste gezag is een van de belangrijkste en heiligste verordeningen in de kerk, want daardoor worden we leden van de kerk, krijgen we vergeving voor onze zonden en begaan we het pad naar het celestiale koninkrijk.

‘De plicht van de priester is om te prediken, te onderwijzen, uit te leggen [en] aan te sporen (LV 20:46). Dat betekent dat een priester geroepen is om anderen de beginselen van het evangelie te leren. En om dat te doen, moet hij er natuurlijk eerst zelf iets vanaf weten. Daar zal hij zijn voordeel mee doen als hij zich voorbereidt om op voltijdzending te gaan.

Hij hoort ‘elk lid thuis te bezoeken, en hen aan te sporen om overluid en in het verborgen te bidden, en alle huiselijke plichten na te komen’ (LV 20:47). Dat doet een priester door zijn taak te vervullen, en doordat hij huisonderwijzer is en de aangewezen gezinnen bezoekt.

Hij heeft het gezag om het Aäronisch priesterschap aan anderen te verlenen en hen tot priester, leraar of diaken te ordenen, mits hij toestemming van de bisschop of gemeentepresident krijgt. (Zie LV 20:48.) De macht om het Aäronische priesterschap te verlenen, is heilig.

Jongevrouwen en het priesterschap

Ook al wordt het gezag van het priesterschap alleen aan waardige mannen in de kerk verleend, toch zijn de zegeningen ervan voor iedereen — en die zegeningen gelden voor mannen, vrouwen, jongens, meisjes, rijk en arm. Al Gods kinderen hebben het voorrecht om dezelfde reddende verordeningen van het priesterschap te ontvangen.

Als uitverkoren dochters van God, hebben alle jongevrouwen die gedoopt zijn de gave van de Heilige Geest ontvangen. Zij hebben het recht om naar geestelijke gaven te streven, zodat zij gezegend worden met bijvoorbeeld ‘de gave van talen, profetie, openbaring, visioenen, gezondmaking, uitlegging van talen enzovoort’ (Geloofsartikelen 1:7). Als de jongevrouwen een rechtschapen leven leiden en zich inspannen om anderen te dienen door deze gaven van de Geest te ontvangen en ontwikkelen, kunnen de jongemannen om hen heen een voorbeeld aan hen nemen.

Hoe kunnen de jongevrouwen eraan bijdragen dat jongemannen waardig het priesterschap dragen? Een van de jongemannen zei: ‘Ik denk dat ze twee belangrijke dingen doen: zich gepast kleden en vriendelijk voor iedereen zijn. Doordat ze zich gepast kleden, kan ik mijn gedachten beheersen en lukt het me beter om ze aan te kijken als ik met ze praat!’

Hemelse Vader zal je helpen

Als jullie, diakenen, leraars en priesters jullie priesterschapstaken gaan begrijpen en vervullen, zul je de vreugde voelen die komt door priesterschapsverordeningen te verrichten, anderen te dienen en iedereen uit te nodigen tot Christus te komen. Zich richtend tot de Aäronische priesterschap schreef het Eerste Presidium: ‘De Heer gelooft in je en Hij heeft een belangrijke opdracht voor je. Hij zal je helpen als je je tot Hem wendt in gebed. Luister naar de ingevingen van de Geest. Onderhoud de geboden. Sluit en onderhoud verbonden’ (Onze plicht jegens God vervullen [2010], p. 5).

Door je ordening tot het Aäronische priesterschap heb je bepaalde rechten, taken en plichten. Lees de Schriften om te leren welke dat zijn. Een ander handig hulpmiddel is het boekje Onze plicht jegens God vervullen: voor Aäronische priesterschapsdragers.

Ook al wordt het gezag van het priesterschap alleen aan waardige mannen in de kerk verleend, toch zijn de zegeningen ervan voor iedereen, mannen en vrouwen.

Foto–illustraties Cody Bell