Ken je de vrouwen in de Schriften?
Kijk eens of je de beschrijvingen van de vrouwen in de Schriften aan hun naam kunt koppelen. Gebruik de verwijzingen uit de Schriften als je hulp nodig hebt.
-
Mijn echtgenoot troostte mij toen ik om mijn zoons rouwde. Ze waren op een gevaarlijke reis (zie 1 Nephi 5:1, 6).
-
Ik was dienstmaagd in het huis van koning Lamoni en was al vele jaren vóór de koning bekeerd (zie Alma 19:16).
-
Toen mijn man overleed, ‘kleefde’ ik mijn schoonmoeder aan en zei tegen haar dat haar volk mijn volk en haar God mijn God zouden zijn (zie Ruth 1:14, 16).
-
Ik wordt zowel in het Nieuwe Testament als in het Boek van Mormon vermeld. Ik word omschreven als ‘buitengewoon lieftallig en blank’ en als ‘een kostbaar en uitverkoren vat’ (zie 1 Nephi 11:13; Alma 7:10).
-
Ik koos ‘het goede deel’ uit door naar de woorden van Jezus Christus te luisteren toen Hij bij ons thuis in Bethanië op bezoek kwam (zie Lucas 10:42).
-
Mijn volk vastte voor me toen ik mijn leven in gevaar bracht door de koning te smeken om hen te sparen (zie Ester 4:16).
-
Mijn naam betekent ‘moeder van alle levenden’ (zie Genesis 3:20).
-
Ik werd ‘een uitverkoren vrouw’ genoemd in de Leer en Verbonden, en ik stelde ‘een verzameling heilige lofzangen’ samen (zie LV 25:3, 11).
-
Ik was een 84-jarige weduwe toen ik het Kindje Jezus bij de tempel begroette (zie Lucas 2:36–38).
-
Toen de Heer de naam van mijn man veranderde, veranderde Hij de mijne in een naam die ‘prinses’ betekent (zie Genesis 17:15).
-
Maria, moeder van de Heer
-
Saria
-
Anna
-
Eva
-
Abish
-
Sara
-
Ester
-
Maria, de zus van Marta
-
Emma Smith
-
Ruth