2012
Ga naar het zendingshuis!
Juni 2012


Ga naar het zendingshuis!

Felicien Dogbo Mobio (Ghana)

Toen ik van mijn zending in Ivoorkust terugkeerde naar Ghana werd ik de volgende ochtend om zes uur wakker. Ik had pas ’s middags een afspraak met de ringpresident voor mijn ontheffing, dus besloot ik uit te slapen. Terwijl ik in slaap begon te vallen, kreeg ik ineens de ingeving: ‘Ga naar het zendingshuis in Cape Coast.’ Ik kende het zendingshuis in Cape Coast, maar ik had geen idee waarom ik die ochtend daar naartoe moest.

Nadat ik erover nadacht, begon ik me zorgen te maken over de ingeving, dus ging ik naar het zendingshuis. Onderweg daar naartoe maakte ik me druk over wat ik tegen de zendingspresident zou zeggen. Ik wist dat hij me zou vragen waarom ik gekomen was, dus probeerde ik een gepast antwoord te verzinnen.

Toen ik daar aankwam, had ik nog steeds geen antwoord bedacht. De zendingspresident, Melvin B. Sabey, nodigde me in zijn kantoor uit omdat hij dacht dat ik was gekomen om me te laten ontheffen. Maar toen president Sabey me een paar vragen had gesteld, zei hij dat ik naar mijn ringpresident moest om me te laten ontheffen.

‘Dat weet ik, president’, antwoordde ik.

Hij was een paar seconden stil en vroeg me toen iets waar ik geen antwoord op wist: ‘Waarom ben je vanochtend eigenlijk hier, ouderling Mobio?’

‘President Sabey, ik weet het antwoord op die vraag niet’, zei ik. ‘Ik kreeg gewoon vanochtend de sterke indruk dat ik hier moest komen.’

Hij dacht weer even na en zei toen zachtjes: ‘Ouderling Mobio, jij bent het antwoord op mijn gebed.’ Hij legde uit dat zijn assistenten net met nieuwe zendelingen aan waren gekomen. Onder hen bevond zich de eerste Franstalige zendeling ooit in het zendingsgebied, en hij had geen flauw idee hoe hij met hem moest communiceren. Toen zei hij: ‘Ik weet zeker dat hemelse Vader gisteren naar mijn probleem luisterde.’

Ik kwam er eindelijk achter waarom ik ’s ochtends die ingeving had gekregen. We ontmoetten de nieuwe zendelingen en ik tolkte voor de nieuwe zendeling uit Ivoorkust.

Zeven maanden later reisde ik terug naar Ivoorkust om mijn paspoort te laten vernieuwen en met mijn zendingspresident over die geweldige ervaring te praten. Hij zei tegen me: ‘Wij zijn werktuigen in de handen van de Heer. Hij weet hoe en wanneer Hij ons voor zijn werk kan gebruiken.’

Ik weet dat we ons, als we ons in het heerlijke werk van hemelse Vader verdiepen, geen zorgen hoeven te maken. We hoeven alleen maar gehoor te geven aan de ingevingen van de zachte stem waardoor de Heer ons leiding geeft.