Ik was zaadjes aan het zaaien
Abel Chaves (Duitsland)
Voor het vak bedrijfsethiek van het mastersprogramma aan de Schiller International University in Heidelberg (Duitsland), was iedere student verplicht om aan het eind van het semester een mondelinge presentatie van twintig minuten te geven.
Ik liet mij dopen toen ik achttien was en werd een jaar later op zending geroepen naar Brazilië. Sinds die tijd vertelde ik veel mensen over het evangelie.
Ik wist dat het moeilijk zou zijn om godsdienstige kwesties in de universitaire omgeving te bespreken, maar toch ging ik de uitdaging aan. Ik besloot om een presentatie voor te bereiden over de stof die op Mormon.org te vinden is.
Op de universiteit waar ik naartoe ga, komen studenten uit de hele wereld. Ook bij het vak ethiek was dat te zien. In onze klas zaten studenten uit achttien verschillende landen.
De eerste twee presentaties over ethiek waren van Indiase studenten, waarop een student uit Myanmar volgde. Ik was de laatste die zijn betoog mocht houden. Ik sprak over ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, de geloofsartikelen en andere onderwerpen uit het evangelie. De meeste studenten hadden nog nooit van de kerk gehoord.
Ik sloot af met mijn getuigenis van het evangelie en het belang van het goede kiezen, zelfs als we onder druk staan. Aan het eind gaf ik iedereen een Boek van Mormon in zijn of haar eigen taal. Na mijn presentatie werden er veel vragen op mij afgevuurd. In plaats van twintig minuten was ik een uur bezig.
De volgende dag vertelde een Indiase vriend op school me dat hij onder de indruk van mijn presentatie was en al een gedeelte in het Boek van Mormon had gelezen. Zijn vriend, die ook uit India kwam, vroeg ook om een exemplaar. Later zei een vriendin uit Myanmar tegen me dat ze het fijn vond om over de leer van de kerk te horen, vooral over het gezin en de wet van kuisheid omdat ze zelf ook in die beginselen geloofde. Ze beloofde dat ze in het Boek van Mormon zou lezen.
Mijn vrienden uit Ghana bedankten me voor wat ik ze over de herstelling had verteld. Ze beloofden dat ze de tempel in Accra zouden opzoeken. Een vriend uit Liberia zei dat mijn boodschap hem geïnspireerd had en hoop op de toekomst gaf.
Ik was blij dat de Geest van de Heer mijn boodschap had bevestigd. We weten niet altijd welke invloed onze woorden hebben, maar ik weet dat mijn presentatie in de toekomst haar vruchten zal opleveren. Ik hoop dat mijn klasgenoten ooit het evangelie zullen aanvaarden en een werktuig in de handen van de Heer worden om de boodschap van de herstelling onder alle natiën, geslachten, talen en volken te verspreiden (zie LV 133:37).