Boodschap van het Eerste Presidium
In zijn tedere armen
Zoals velen word ik vaak door prachtige kunst en muziek geïnspireerd. Dat was het geval toen ik voor een meesterlijk schilderij getiteld De zielenstrijd in de hof van de Deense kunstenaar Frans Schwarz stond.1
Dit prachtige, ontroerende schilderij beeldt de knielende Heiland in de hof van Getsemane af. Terwijl Hij bidt, staat er een engel naast Hem die Hem in diens tedere armen sluit en troost, hemelse hulp en steun biedt.
Hoe meer ik over dit schilderij nadenk, hoe meer mijn hart en verstand van onbeschrijfelijke tederheid en dankbaarheid vervuld worden. Ik kan me, in geringe mate, indenken hoe het geweest moet zijn om bij de Heiland te zijn toen Hij zijn grote, alles overstijgende levenswerk aanving door de zonden van de wereld op Zich te nemen. Ik verwonder me over de oneindige liefde en het oneindige medeleven dat de Vader voor zijn kinderen heeft. Ik ben ontzettend dankbaar voor wat de zondeloze Zoon voor de mensheid en voor mij gedaan heeft.
Het offer van de Zoon van God
Elk jaar gedenken en overpeinzen we in deze tijd het offer dat Jezus Christus voor de mensheid gebracht heeft.
Wat de Heiland van Getsemane tot Golgota voor ons gedaan heeft, gaat mijn begrip te boven. Hij nam de last van onze zonden op Zich en voldeed een eeuwige en bindende losprijs, niet alleen voor Adams overtreding, maar ook voor de zonden en overtredingen van de miljarden mensen die ooit geleefd hebben. Dat eeuwige, heilige offer deed ‘God, de grootste van allen, van pijn […] sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest […] lijden’ (LV 19:18).
Hij heeft voor mij geleden.
Hij heeft voor u geleden.
Dankbaarheid overspoelt mijn ziel als ik over de kostbare betekenis van dat offer nadenk. Het stemt me nederig te weten dat allen die dit geschenk aannemen en hun hart tot Hem neigen, hoe donker hun smet of zwaar hun lasten ook zijn, vergiffenis krijgen en van hun zonden gereinigd worden.
We kunnen opnieuw vlekkeloos en rein gemaakt worden. We kunnen door het eeuwige offer van onze dierbare Heiland verlost worden.
Wie zal ons troosten?
Hoewel niemand van ons ooit het lijden van onze Heer hoeft door te maken, zulllen we allemaal onze eigen donkere en moeilijke uren hebben — tijden waarin ons verdriet en leed meer lijkt dan we kunnen verdragen. Er zullen tijden zijn waarin we genadeloos door de last en de wroeging van onze zonden worden terneergedrukt.
Maar we kunnen ons dan tot de Heer wenden, want Hij begrijpt hoe we ons voelen. Hij die in de hof en aan het kruis zo onbaatzuchtig voor ons leed, onthoudt ons zijn vertroosting niet. Hij sterkt ons, moedigt ons aan en zegent ons. Hij sluit ons in zijn tedere armen.
Hij zal meer dan een engel voor ons zijn.
Hij zal ons troost, genezing, hoop en vergiffenis brengen.
Want Hij is onze Verlosser.
Onze Bevrijder.
Onze barmhartige Heiland en gezegende God.