2015
Als er twijfels en vragen rijzen
Maart 2015


Als er twijfels en vragen rijzen

De auteur woont in Georgia (VS).

Vragen stellen is een cruciaal onderdeel van onze eeuwige vooruitgang, en als we op de manier van de Heer naar antwoorden zoeken, komen we dichter tot onze hemelse Vader.

illustration of a path in form of question mark

Illustraties Beth Jepson

Vooral door het internet is het voor leden van de kerk niet ongewoon om ideeën tegen te komen die hun geloofsovertuiging op de proef stellen. Sommige leden vinden de opgeworpen vragen verontrustend en vragen zich af of het wel geoorloofd is om hun geloof aan de tand te voelen.

Het is belangrijk om te begrijpen dat het goed is om vragen te hebben. Vragen stellen is zelfs essentieel voor onze geestelijke vooruitgang. Oprechte vragen en twijfels zijn echter twee verschillende zaken.

Vragen of twijfels

Wat is dan het verschil tussen een vraag hebben en twijfels hebben? Vragen die vanuit een oprecht verlangen gesteld worden om iemands begrip en geloof te bevorderen, dienen aangemoedigd te worden. Veel oude en hedendaagse openbaringen zijn het gevolg van een oprechte vraag.1 Het gebod om te zoeken en te vragen om te vinden, wordt in de Schriften veelvuldig herhaald. Oprechte vragen worden gesteld met de ‘eerlijke bedoeling’ (Moroni 10:4) om de wil van de Heer beter te begrijpen en te gehoorzamen.

De oprechte vragensteller blijft gehoorzaam terwijl hij op zoek naar een antwoord gaat. Daarentegen heb ik gezien dat mensen met twijfels hun toewijding aan de geboden en hun verbonden vaak opschorten terwijl ze op antwoord wachten. De houding van een twijfelaar wordt meestal gekenmerkt door geen of beperkte gehoorzaamheid tot zijn twijfel is weggenomen.

Er staat niets in de Schriften of leringen van de profeten dat twijfelen aanmoedigt. De Schriften staan zelfs bol van het tegenovergestelde. We vinden er de opdracht: ‘Twijfel niet, vrees niet’ (LV 6:36). En in Mormon 9:27 staat de aanmoediging: ‘Twijfelt niet, doch weest gelovig.’

Een van de problemen van twijfel is de intentie om pas te gehoorzamen als de onzekerheid voor de twijfelaar voldoende is weggenomen. Dat was de houding van Korihor toen hij zei: ‘Indien gij mij een teken wilt tonen, […] dan zal ik overtuigd zijn van de waarheid’ (Alma 30:43).

De macht van twijfel is dusdanig dat het geloof, hoop en zelfs een gezin kan verwoesten, maar zij vermindert op het moment dat iemand oprecht zegt: ‘Ik zal doen wat de Heer geboden heeft, of mijn vragen nu vroeg of laat beantwoord worden, want ik heb een verbond gesloten om dat te doen. Het verschil tussen een kordaat ‘Ik zal de geboden onderhouden omdat…’ en een twijfelend ‘Ik zal de geboden onderhouden als…’ is van eeuwig belang.

Het patroon van de Heer voor het ontvangen van antwoorden

Als netwerkbeheerder moet ik strikte richtlijnen volgen als ik wil dat mijn computernetwerken met andere netwerken kunnen communiceren. Soms lijken die regels vervelend, maar als alle netwerkbeheerders dezelfde richtlijnen volgen, kunnen we samen iets krachtigers maken dan in ons eentje.

En als we de bron van alle kennis vragen om een antwoord op een geestelijke vraag, moeten we zijn regels volgen om het antwoord te krijgen. Dat proces vergt dat we op zijn minst het verlangen hebben om de waarheid te begrijpen en bereid te zijn Gods wil te volgen (zie Alma 32:27). Anders lopen we het risico dat we onszelf antwoorden aanpraten die we willen geloven in plaats van echte antwoorden van God te ontvangen.

Het is alleszins normaal om bezorgd te zijn of zich onbehaaglijk te voelen als men met een nieuw idee geconfronteerd wordt, vooral als dat idee een sterke overtuiging betwist. Het is belangrijk dat we die onbehaaglijkheid niet tussen ons en onze verbonden laten komen terwijl we naar een antwoord zoeken. Ik weet uit eigen ervaring dat we God de rug niet kunnen toekeren en vervolgens verwachten dat Hij onze vragen op onze voorwaarden zal beantwoorden. Het vergt geloof om de geboden te blijven onderhouden terwijl onze twijfel wordt weggenomen. Het kan verleidelijk zijn om niet of beperkt gehoorzaam te zijn tot onze vraag op overtuigende wijze is beantwoord, maar zo werkt God niet.

In de praktijk moeten we ons eerst afvragen: Ben ik bereid om te doen wat er van mij verlangd wordt om een antwoord van de Heer te krijgen, of wil ik het alleen op mijn manier doen? De Heiland onderwees in dit patroon toen Hij zei: ‘Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten of het uit God is, of dat Ik vanuit Mijzelf spreek’ (Johannes 7:17).

Dus de eerste stap om antwoord op een vraag te krijgen, is ‘standvastig en onveranderlijk in het onderhouden van de geboden Gods’ zijn (Alma 1:25). Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gevraagd:

‘Hoe blijft u “standvastig en onveranderlijk” in een beproeving? U richt zich op de zaken waarmee u uw geloof heeft opgebouwd — u oefent geloof in Christus, u bidt, u overdenkt de Schriften, u bekeert zich, u houdt zich aan de geboden en u dient anderen.

illustration for When Doubts and Questions Arise

‘Als uw geloof wordt beproefd — wat u ook doet, keer u niet af van de kerk! Afstand nemen van het koninkrijk Gods ten tijde van een geloofsbeproeving is hetzelfde als de veiligheid van een schuilkelder te verlaten terwijl er een wervelstorm aan komt.’2

Ouderling Andersen heeft ook gezegd dat geloof een beslissing is.3 De Heer zal u niet begrip of gehoorzaamheid afdwingen. U moet zelf voor geloof kiezen! Die keuze schendt uw intellectuele eerlijkheid niet; ze is het bewijs van een eeuwig en goddelijk respect voor uw keuzevrijheid.

Vragen bevorderen begrip

Sommigen denken onterecht dat oprechte vragen over de geschiedenis of leerstellingen van de kerk erop duiden dat iemand zich niet aan de normen van de kerk houdt. Iemand die vragen stelt, maakt zich niet schuldig aan een ernstige zonde. Vragen stellen is een onderdeel van het leven en noodzakelijk voor onze vooruitgang en onze kennis. Het belangrijkste gegeven is niet of we vragen stellen, maar of we de geboden onderhouden terwijl we het openbaringsproces in gang zetten dat tot antwoorden leidt.

Wees u ervan bewust dat Satan onze twijfel kan uitvergroten en ons ertoe kan brengen onze zonden te rechtvaardigen. Als we zondigen, geeft de Heilige Geest ons onaangename gevoelens. Dan kunnen we ervoor kiezen om ons te bekeren of die indrukken te verwerpen. Als er twijfel rijst, kan het nuttig zijn om uzelf eerlijk af te vragen of er iets is wat u doet of verlangt dat in strijd met het evangelie is. Als u daarop ‘ja’ antwoordt, roept u de hulp van uw bisschop in. Dat kan een groot verschil maken! Uw zonde goedpraten omdat u twijfelt, is nooit een goede vervanging van bekering.

Sommigen struikelen ook over uitspraken van kerkleiders die onjuist blijken te zijn — niet wat leerstellige zaken betreft, maar hun eigen mening. President Joseph Fielding Smith (1876–1972) schreef in de eerste uitgave van zijn boek Answers to Gospel Questions bijvoorbeeld: ‘Ik denk niet dat de mens ooit zal worden toegestaan om een vervoermiddel te maken, waarmee hij in de ruimte kan reizen en de maan of een afgelegen planeet kan bezoeken.’4

Na de maanlandingen met het ruimteveer Apollo en na het overlijden van president David O. McKay werd Joseph Fielding Smith president van de kerk. In een persconferentie vroeg een journalist hem naar die uitspraak. President Smith antwoordde: ‘Tja, ik had het mis, dat blijkt wel.’5

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘We verbruiken kostbare emotionele en geestelijke energie als we ons verliezen in […] een voorval uit de kerkgeschiedenis dat min of meer bewijst dat stervelingen nooit helemaal zullen kunnen voldoen aan wat God van hen vergt.’6

Op een opbouwende manier zoeken

Er zijn hele boekdelen geschreven over en ontelbare uren gewijd aan het onderzoeken van het verhaal van de herstelling. Dat leidt vaak tot meer kennis, maar het kan ook tot onaangename vragen leiden, vooral als we de motieven van de mensen in die tijd niet begrijpen. Het is ook makkelijk om de kluts kwijt te raken bij het zoeken naar geschiedkundige feiten die we misschien niet begrijpen of ons ontgaan, maar het is altijd mogelijk om echte en relevante informatie te krijgen van Hem die alles begrijpt.

Dit is misschien de allerbelangrijkste sleutel: als we onze verbonden getrouw nakomen en volgens het licht leven dat we hebben, zegent de Heer ons en geeft Hij ons inspiratie. Ik heb die tedere barmhartigheden gevoeld; het zijn heel persoonlijke, rechtstreekse ervaringen tussen ons en onze hemelse Vader. Ze zijn licht en kennis. Het lezen en bestuderen van andermans ervaringen heeft nooit dezelfde kracht als een prsoonlijke ervaring die we dankzij de barmhartigheid en liefde van onze Vader krijgen.

We zullen op vragen blijven stuiten als we dagelijks de Schriften en ander evangeliemateriaal bestuderen. Als de Heer ons iets wil leren, doet Hij dat vaak door ons over een vraag te laten nadenken. We krijgen antwoorden door onze verbonden na te leven, anderen te dienen en te studeren. Dat is de weg die tot persoonlijke ervaringen leidt waardoor we uiteindelijk antwoord op al onze vragen krijgen.

Noten

  1. Zie bijvoorbeeld Genesis 25:21–23; Exodus 3:11–22; Mosiah 26; Alma 40; 3 Nephi 27; Leer en Verbonden 76; 77; 138.

  2. Neil L. Andersen, ‘De beproeving van uw geloof’, Liahona, november 2012, p. 40.

  3. Zie Neil L. Andersen, ‘Je weet genoeg’, Liahona, november 2008, p. 14.

  4. Joseph Fielding Smith, Answers to Gospel Questions (1958), 5 delen, deel 2, p. 191.

  5. Persoonlijke herinnering van David Farnsworth; de persconferentie vond op 23 januari 1970 plaats, een half jaar na de maanlanding.

  6. Jeffrey R. Holland, ‘De arbeiders in de wijngaard’, Liahona, mei 2012, p. 32.