2015
Vrouwen in het evangelie van Johannes
Maart 2015


JEZUS’ RESPECT VOOR Vrouwen

De auteurs wonen in Utah (VS).

Door de interactie van Christus met vrouwen in het evangelie van Johannes te bestuderen, begrijpen we onze potentiële band met Hem beter.

In een tijd waarin vrouwen in het algemeen als minderwaardig beschouwd werden, laat het evangelie van Johannes zien dat Jezus Christus vrouwen met mededogen en respect behandelde en dat, zoals ouderling James E. Talmage (1862–1933) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft geschreven, ‘Jezus Christus […] ’s werelds grootste voorvechter van vrouwen en het vrouw-zijn is.’1

Dit artikel behandelt de volgende vrouwen in het evangelie van Johannes: (1) Maria, de moeder van Jezus (zie Johannes 2:1–11; 19:25–27); (2) de Samaritaanse vrouw bij de bron (zie Johannes 4:4–30, 39–42); (3) de overspelige vrouw (zie Johannes 8:1–11); en (4) Maria Magdalena (zie Johannes 20:1–18). Hoewel de ervaringen van deze vrouwen erg uiteenliepen, benadrukt Johannes dat de Heiland begrip voor hun diverse omstandigheden had, en vertelt hij welke zegeningen de vrouwen dankzij hun geloof in Jezus Christus ontvingen.

Het geloof van Maria vóór het eerste wonder in het openbaar

illustration of a biblical man and woman

Johannes schrijft al vroeg in zijn evangelie over Maria. Zijn verslag van het eerste wonder van Jezus Christus in het openbaar, op de bruiloft in Kana, bevat een eerbetoon aan het geloof van Maria.

Maria had waarschijnlijk een bepaalde verantwoordelijke positie op de bruiloft.2 Toen de gasten meer wijn wilden, ‘zei de moeder van Jezus tegen Hem: Zij hebben geen wijn meer’ (Johannes 2:3). Uit deze passage kunnen we afleiden dat Maria een wonder verwachtte toen ze Jezus Christus om hulp vroeg.3

‘Jezus zei tegen haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet gekomen’ (Johannes 2:4). In de geïnspireerde versie van Joseph Smith van dit vers vraagt de Heiland wat Maria van Hem verlangt en belooft Hij het te doen.4 De aanspreking vrouw kan de hedendaagse lezer hard en oneerbiedig in de oren klinken, maar in dit geval bedoelde de Heiland waarschijnlijk de tegenovergestelde betekenis.5 Een zekere geleerde heeft het volgende gezegd: ‘“Vrouw”, of beter, “dame”, is in het Grieks een uiting van respect waarmee men zelfs koninginnen aanspreekt.’6 Hij zei dus eigenlijk tegen zijn moeder: ‘Edele dame, wat u Mij ook in geloof vraagt, zal Ik u geven.’ Het relaas laat zien dat de Heiland geïnteresseerd was in de dagelijkse lasten die vrouwen doormaakten. Jezus Christus eerde zijn moeder door aan te bieden haar met haar lasten en taken te helpen.

In het verslag staat dat Maria vervolgens in geloof haar dienaars opdroeg om Jezus Christus te gehoorzamen: ‘Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het’ (Johannes 2:5). De watervaten werden gevuld en als antwoord op Maria’s verzoek om voor de gasten op de bruiloft te helpen zorgen, veranderde de Heiland het water in wijn. Wat een mooie les leren we van Maria: wend u in nood tot Jezus Christus en heb vertrouwen in Hem die almachtig is. Net als Maria kunnen de vrouwen van de kerk ook in deze tijd zich in geloof op Jezus Christus verlaten als ze zich door hun taken overweldigd voelen.

Dit korte verhaal leert ons niet alleen iets over de kracht van Maria’s geloof, maar bevestigt door dit eerste openbare wonder ook de ware identiteit van Jezus Christus als de Zoon van God. De volgende vrouw die Johannes aan de lezer introduceert, is de Samaritaanse vrouw.

Jezus Christus toonde een vrouw uit Samaria respect

illustration of biblical woman with jug

Het relaas in Johannes 4 legt getuigenis af van het respect van Jezus Christus voor alle vrouwen, ongeacht hun nationaliteit of religieuze achtergrond. Sommige Joden beschouwden de Samaritanen als ‘meer onrein dan een niet-Jood of welke nationaliteit ook’7 en vermeden elk contact met hen. Jezus Christus legde niet alleen de gewoonten van die tijd naast Zich neer, maar bracht deze vrouw ook bijzondere eer, zoals ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft aangegeven: ‘De eerste keer dat de Heer zich kenbaar maakte als de Christus, was aan een Samaritaanse vrouw bij de bron van Jakob.’8

Jezus Christus had op het heetst van de dag gereisd en hield halt om te rusten en water te krijgen. De Heiland begon het gesprek met de Samaritaanse vrouw bij de bron door om water te vragen. Tijdens het gesprek ontving ze geleidelijk aan een getuigenis van zijn goddelijkheid. Johannes zegt dat ze Jezus eerst ‘een Jood’ noemde, dan ‘Mijnheer’, vervolgens ‘een profeet’ en uiteindelijk ‘de Christus’ (zie Johannes 4:9–29). Haar woordkeuze die geleidelijk aan in respect toenam, geeft aan dat ze geloof in Jezus Christus ontwikkelde en bekeerd werd.

De Heiland vertelde haar dat Hij ‘levend water’ (Johannes 4:10) had en dat wie ervan drinken nooit meer dorst krijgen. De vrouw was in de war en stelde meer vragen. Jezus Christus openbaarde vervolgens het verleden van de Samaritaanse vrouw en haar huidige zondige relatie. Hoewel ze misschien in verlegenheid gebracht was, voelde ze wellicht ook dat Jezus Christus met respect sprak, want ze reageerde wijselijk: ‘Mijnheer, ik zie dat U een profeet bent’ (Johannes 4:19). Haar zonden waren reeds bekend, ze had niets meer te verbergen en oefende geloof in Jezus Christus zoals Hij haar geleerd had. Een van zijn antwoorden kan een sleutel tot heil zijn: ‘Vrouw [of edele dame], geloof Mij’ (Johannes 4:21).

Dankzij haar geloof ontving de Samaritaanse vrouw een bevestiging van de Geest en verlangde ze te getuigen dat Jezus de Christus, de beloofde Messias, was. Ze liet haar waterkruik (een symbool van haar aardse bezit) achter, ging naar de stad en verkondigde: ‘Kom, zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; zou Híj niet de Christus zijn?’ (Johannes 4:29). De Samaritaanse vrouw werd een werktuig in de handen van God. Haar geloof en zendingsijver verzachtten het hart van anderen zodat zij Jezus Christus aanvaardden.

Met deze ervaring toont Johannes aan dat de Heiland Zich bewust van vrouwen is en dat Hij hun leven in detail kent. Bovendien respecteert Hij alle vrouwen, ongeacht hun achtergrond. Vrouwen die niet voelen dat ze een persoonlijke band met Christus hebben of zich een verstoteling in hun eigen gemeenschap voelen, zien in dit verhaal dat Jezus Christus de strijd van iedere vrouw kent en dat Hij hen aanvaardt en kan opbouwen. Het evangelie van Johannes benadrukt dat punt door het mededogen van Christus voor de overspelige vrouw te beschrijven.

Jezus Christus toonde mededogen voor de overspelige vrouw

illustration of woman in red biblical dress

In Johannes 8 zien we het contrast tussen het meedogenloze optreden van de Farizeeën en het tedere respect en mededogen van de Heiland ten opzichte van de vrouw. De Heiland ‘bukte en schreef met de vinger in de aarde’ (Johannes 8:6). Misschien deed Hij dat om de Farizeeën de kans te geven hun hardvochtigheid jegens de vrouw in te zien en te herzien. ‘In de aarde schrijven was een bekende symbolische handeling in de oudheid, waarmee men aangaf dat men de kwestie niet wilde aanpakken.’9

Maar de schriftgeleerden en Farizeeën bleven Jezus Christus lastigvallen en de vrouw in verlegenheid brengen. Uit medeleven voor de vrouw, ‘richtte [Jezus] Zich op en zei tegen hen: Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen. En opnieuw bukte Hij en schreef in de aarde’ (Johannes 8:7–8). De aanklagers waren ontmaskerd en veroordeeld door zichzelf, waarop ze een voor een in schaamte afdropen. De overspelige vrouw bleef alleen met Jezus achter.

Het siert de vrouw dat ze bij Jezus Christus bleef in plaats van te vluchten. Ze zal zich waarschijnlijk opgebouwd en gesterkt gevoeld hebben door het respect waarmee Jezus haar behandelde. Hij vroeg: ‘Vrouw [of edele dame], waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer’ (Johannes 8:10–11).10

Opnieuw getuigt het evangelie van Johannes dat Jezus Christus vrouwen met mededogen en respect behandelde, ongeacht hun zonden. Aangezien we allen zonden begaan, kunnen we hoop putten uit het voorbeeld van deze vrouw die geloof in Jezus Christus oefende. Net zoals de Heiland inlevingsvermogen voor deze vrouw in een moeilijke en benarde situatie had, troostte Hij Maria Magdalena toen Hij haar in tranen bij de graftombe vond.

Maria Magdalena was een uitverkoren getuige van de herrezen Christus

illustration of Mary at the tomb

Johannes is de enige evangelist die de eerste persoon die de herrezen Heer zag, benoemt. Dit toont aan dat trouwe en bekwame vrouwen grote geestelijke manifestaties kunnen ontvangen. Johannes schrijft: ‘Op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf afgenomen was’ (Johannes 20:1). Toen Maria zag dat de steen verwijderd was, rende ze weg om hulp te zoeken en de apostelen in te lichten dat het lichaam van Jezus verdwenen was. Ze vond Petrus en Johannes, die naar het graf renden en er alleen doeken in zagen liggen. De twee apostelen gingen vervolgens weg, waarbij ze Maria alleen bij de graftombe achterlieten.

Maria huilde in de hof bij de tombe. De gedachte dat ze niet wist wat er met het lichaam van de Heer gebeurd was, kan haar te veel zijn geworden. Hoewel de Heiland aan haar verscheen en met haar sprak, herkende ze Hem aanvankelijk niet. Maar toen ‘[zei] Jezus tegen haar: Maria!’ (Johannes 20:16). Iets zorgde ervoor dat ze wist dat Hij haar Heiland was. ‘Ze herkende Hem onmiddellijk. Haar tranenstroom werd een zee van vreugde. Hij is het; Hij is herrezen; Hij leeft.’11 Nadat ze de herrezen Heer gezien had, werd Maria gevraagd tot de apostelen te getuigen dat Hij leefde.

Hoewel de discipelen aanvankelijk sceptisch waren (zie Lukas 24:11), moet Maria’s getuigenis een invloed op hen gehad hebben. Later waren de discipelen bijeen om de gebeurtenissen van die dag te bespreken, waarbij ze waarschijnlijk ook over het getuigenis van Maria nadachten, toen Jezus ‘in hun midden [stond] en tegen hen [zei]: Vrede zij u!’ (Johannes 20:19).

Die gebeurtenis benadrukt dat Jezus Christus vrouwen hoogacht omdat Maria Magdalena uitverkoren was om de herrezen Heiland als eerste te zien en vervolgens de opdracht kreeg van Hem te getuigen. De Heer rekent ook in deze tijd op vrouwen om van Hem te getuigen. Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Onze bedeling heeft ook heldinnen. Talloze vrouwen van elk continent en van allerlei komaf hebben belangrijke bijdragen geleverd aan de zaak van Christus. […] Mijn vraag aan u is: Bent u één van die vrouwen? En u, mannen die het priesterschap dragen, geeft u ook gehoor aan die oproep?’12

Wij kunnen hun voorbeeld volgen

Door geloof in Jezus Christus kunnen wij het voorbeeld van deze vrouwen in het evangelie van Johannes volgen. We kunnen erop vertrouwen dat de Heiland onze dagelijkse moeilijkheden begrijpt en onze lasten helpt dragen. We kunnen geloven dat Jezus Christus ons ondanks onze overtredingen zal opbouwen. Bovendien kunnen we weten dat Christus ons in ons diepste verdriet en lijden kan troosten.

Noten

  1. James E. Talmage, Jesus the Christ, derde uitgave (1916), p. 475.

  2. Zie Bruce R. McConkie, Doctrinal New Testament Commentary, 3 delen (1965–1973), deel 1, p. 135.

  3. Zie James E. Talmage, Jesus the Christ, p. 145.

  4. Zie Joseph Smith Translation, John 2:4.

  5. Zie James E. Talmage, Jesus the Christ, pp. 144–145.

  6. In J. R. Dummelow, ed., A Commentary on the Holy Bible (1909), p. 778.

  7. James E. Talmage, Jesus the Christ, p. 172.

  8. M. Russell Ballard, ‘Rechtschapen vrouwen’, Liahona, december 2002, p. 34.

  9. In Dummelow, ed., Commentary, pp. 788–789.

  10. De Bijbelvertaling van Joseph Smith voegt daaraan toe dat de vrouw vanaf dat ogenblik God verheerlijkte en in Hem geloofde (zie Joseph Smith Translation, John 8:11).

  11. Bruce R. McConkie, The Mortal Messiah, 4 delen (1979–1981), deel 4, p. 263.

  12. M. Russell Ballard, Liahona, december 2002, pp. 38–39.