2015
Kracht die de onze te boven gaat
Maart 2015


Kracht die de onze te boven gaat

Uit: ‘De verzoening en de reis door het sterfelijk leven’, Liahona, april 2012, pp. 12–19.

De instaatstellende kracht van de verzoening van Jezus Christus geeft ons de kracht om goed te doen en te zijn, om beter te dienen dan ons verlangen en onze natuurlijke capaciteiten toelaten.

A young woman kneeling by her bed in prayer.

Ik vermoed dat veel leden van de kerk meer vertrouwd zijn met de essentie van de verlossende en reinigende kracht van de verzoening dan met de versterkende en instaatstellende kracht. Het is één ding om te weten dat Jezus Christus naar de aarde is gekomen om voor ons te sterven, wat fundamenteel en elementair is aan de leer van Christus. Maar we dienen het ook te waarderen dat de Heer verlangt, door zijn verzoening en door de macht van de Heilige Geest, in ons te leven — ons niet alleen te leiden, maar ook bij te dragen tot onze zelfverwezenlijking.

De meesten van ons begrijpen dat wanneer we een fout begaan, we hulp nodig hebben om de gevolgen van de zonde in ons leven teniet te doen. De Heiland heeft de prijs voldaan en heeft het voor ons mogelijk gemaakt om rein te worden door zijn verlossende kracht. De meesten van ons begrijpen dat de verzoening voor zondaars is. Ik ben er echter niet zeker van of we begrijpen en beseffen dat de verzoening ook voor heiligen is — voor goede mannen en vrouwen die gehoorzaam, waardig en gewetensvol zijn, en die ernaar streven om een beter mens te worden en getrouw te dienen. Misschien geloven we ten onrechte dat we de reis van goed naar beter en naar heiligheid geheel alleen dienen te maken door mentale moed, wilskracht en discipline aan te spreken en onze kennelijk ontoereikende capaciteiten in te zetten.

Het evangelie van de Heiland draait niet louter om het mijden van slechte zaken; het draait in essentie ook om goed doen en goed worden. En de verzoening biedt ons de hulp om het slechte te overwinnen en te mijden én om goed te doen en goed te worden. De hulp van de Heiland staat ons de hele levensreis ter beschikking — van slecht naar goed naar beter — en om een verandering in de kern van ons wezen aan te brengen.

Ik bedoel daarmee niet dat de verlossende en instaatstellende krachten van de verzoening afzonderlijk en verschillend zijn. Deze twee dimensies van de verzoening houden verband met elkaar en vullen elkaar aan; ze behoren beide te functioneren gedurende alle fases van de levensreis. En het is voor ieder van ons van eeuwig belang om in te zien dat deze beide essentiële elementen van de levensreis — zowel de natuurlijke mens afleggen als een heilige worden, zowel het slechte overwinnen als goed worden — worden bewerkstelligd door de kracht van de verzoening. Wilskracht, vastberadenheid, motivatie, goede planning en doelstellingen zijn noodzakelijk, maar voldoen uiteindelijk niet als we onze levensreis met goed gevolg willen voltooien. We moeten echt gaan vertrouwen op ‘de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ (2 Nephi 2:8).

Genade en de instaatstellende kracht van de verzoening

Uit de Bible Dictionary leren we dat het woord genade in de Schriften vaak gebruikt wordt om er instaatstellende kracht mee aan te geven:

‘[Genade is] een woord dat vaak in het Nieuwe Testament voorkomt, vooral in de brieven van Paulus. De belangrijkste betekenis van het woord is: goddelijke hulp of kracht, door middel van de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus.

‘Door de genade van de Heer Jezus, die Hij door zijn zoenoffer mogelijk heeft gemaakt, zal de mens onsterfelijk worden, waarbij ieder zijn lichaam na de dood terugkrijgt in een onsterfelijke staat. En dankzij de genade van de Heer kunnen mensen door geloof in de verzoening van Jezus Christus en door bekering van hun zonden, de kracht en de hulp ontvangen om de goede werken te verrichten die zij anders, op eigen kracht, niet hadden kunnen verrichten. Deze genade is een instaatstellende kracht die het voor mannen en vrouwen mogelijk maakt om het eeuwige leven en de verhoging te beërven, nadat zij er zelf eerst hun uiterste best voor hebben gedaan.’ (Zie Gids bij de Schriften, ‘Genade’; cursivering toegevoegd.)

Genade is de goddelijke bijstand of hemelse hulp die ieder van ons hard nodig heeft om voor het celestiale koninkrijk in aanmerking te komen. Aldus geeft de instaatstellende kracht van de verzoening ons de moed om goed te doen en goed te zijn, om beter te dienen dan onze verlangens en onze capaciteiten toelaten.

Als ik het woord genade tegenkom in mijn Schriftstudie zet ik daar vaak de term ‘instaatstellende kracht’ voor in de plaats. Denk bijvoorbeeld aan het vers dat we allemaal kennen: ‘Want we weten dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered’ (2 Nephi 25:23). Ik ben van mening dat dit belangrijke aspect van de verzoening ons duidelijker zal worden als we voor het woord genade ‘instaatstellende en versterkende kracht’ in de plaats zetten.

Het voorbeeld van Nephi

illustration of Nephi bound with cords Nephi praying for strength to break the bands with which his brothers had bound him..

Links: illustratie Brian Call

Het doel van de levensreis is van slecht naar goed naar beter te gaan en onze gevallen staat af te leggen. Het Boek van Mormon bevat vele voorbeelden van discipelen en profeten die zich bewust waren van de instaatstellende kracht van de verzoening, die kracht begrepen en er op hun levensreis door waren veranderd. Als we deze heilige kracht beter gaan begrijpen, zal dat ons evangelisch perspectief in grote mate verruimen en verrijken. Een dergelijk perspectief zal ons op opmerkelijke manieren veranderen.

Nephi is een voorbeeld van iemand die de instaatstellende kracht van de Heiland kende, begreep en vertrouwde. U herinnert zich dat de zoons van Lehi naar Jeruzalem waren teruggekeerd om Ismaël en zijn gezin voor hun zaak te winnen. Laman en anderen in de groep die daarna met Nephi uit Jeruzalem de wildernis introkken, rebelleerden, waarna Nephi zijn broers aanspoorde om geloof in de Heer te hebben. Het was op dit punt in hun reis dat Nephi’s broers hem vastbonden en zijn dood beraamden. Let op het gebed van Nephi: ‘O Heer, wil mij, naar mijn geloof in U, uit de handen van mijn broeders bevrijden; ja, geef mij kracht dat ik deze banden waarmee ik ben gebonden, mag verbreken’ (1 Nephi 7:17; cursivering toegevoegd).

Weet u waar ik hoogstwaarschijnlijk om had gebeden als ik door mijn broers zou zijn vastgebonden? ‘Wilt U mij alstublieft NU uit deze rotzooi halen!’ Ik vind het vooral interessant dat Nephi niet bad of God zijn omstandigheden wilde veranderen. Nee, hij bad voor de kracht om zelf zijn omstandigheden te veranderen. En ik geloof dat hij juist op deze manier bad, omdat hij de instaatstellende kracht van de verzoening kende, begreep en had ervaren.

Ik denk niet dat de koorden waarmee Nephi was vastgebonden op magische wijze van zijn polsen en armen zijn gevallen. Ik vermoed eerder dat hij met doorzettingsvermogen en de lichamelijke kracht gezegend werd die zijn eigen kracht te boven ging, en dat hij toen ‘in de kracht des Heren’ (Mosiah 9:17) aan de koorden trok en wrong en sjorde, en uiteindelijk letterlijk in staat was om de koorden te breken.

De implicatie van deze episode is duidelijk voor ieder van ons. Wanneer u en ik de instaatstellende kracht van de verzoening gaan begrijpen en gebruiken, zullen we bidden om de kracht om zelf onze omstandigheden te veranderen, niet om dat aan God over te laten. We gaan dan handelen in plaats van met ons te laten handelen (zie 2 Nephi 2:14).

De Heiland weet en begrijpt het

Christ kneeling beside a large rock in the Garden of Gethsemane. Christ's hands are clasped and He is looking up.

In hoofdstuk 7 van Alma lezen we hoe en waarom de Heiland ons van die instaatstellende kracht kan voorzien:

‘Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; en wel opdat het woord wordt vervuld dat zegt dat Hij de pijnen en ziekten van zijn volk op Zich zal nemen.

‘En Hij zal de dood op Zich nemen, opdat Hij de banden des doods moge verbreken, die zijn volk binden, en Hij zal hun krankheden, op Zich nemen, zodat naar het aardse lichaam zijn hart van barmhartigheid moge worden vervuld, opdat Hij volgens het aardse lichaam zal kunnen weten, hoe zijn volk hulp te verlenen volgens hun krankheden’ (Alma 7:11–12; cursivering toegevoegd). De Heiland heeft niet slechts voor onze zonden geleden, maar ook voor de ongelijkheid, de onbillijkheid, de angsten, het verdriet en de emotionele pijnen die ons zo vaak overvallen.

Er is geen lichamelijke pijn, geen zielenleed, geen psychische pijn, geen ziekte of zwakte die u en ik ooit hebben ondergaan op onze levensreis die niet eerst door de Heiland is ervaren. U en ik roepen misschien in een moment van zwakte uit: ‘Niemand begrijpt me. Niemand weet wat ik doormaak.’ Misschien weet geen mens wat u doormaakt. Maar de Zoon van God begrijpt het volkomen, want Hij heeft, voordat wij dat doen, onze lasten gedragen en gevoeld. En omdat Hij de hoogste prijs heeft voldaan en die lasten heeft gedragen, heeft Hij een volmaakt invoelingsvermogen en kan hij zijn arm van barmhartigheid in zoveel fases van ons leven uitstrekken. Hij kan zijn hand uitstrekken, ons aanraken, onze toevlucht zijn — d.w.z. ons letterlijk ter hulp snellen — en ons zo sterken dat we meer kunnen zijn dan we ooit zelf zouden kunnen bewerkstelligen en ons helpen om datgene te doen wat we nooit zelf zouden kunnen doen, omdat het ons aan de capaciteiten ontbreekt.

‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.

‘Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

‘want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht’ (Mattheüs 11:28–30).

Ik getuig van en spreek mijn waardering uit voor het oneindige en eeuwige offer van de Heer Jezus Christus. Ik weet dat de Heiland leeft. Ik heb zowel zijn verlossende kracht als zijn instaatstellende kracht ervaren en ik getuig dat deze krachten er zijn en ons ter beschikking staan. Voorwaar, ‘in de kracht des Heren’ kunnen we op onze levensreis alles doen en overwinnen.