2015
Ik vroeg het steeds weer
Maart 2015


Ik vroeg het steeds weer

De auteur woont in São Paulo (Brazilië).

Ik wist dat we allemaal het evangelie behoren uit te dragen, maar ik was er nog nooit in geslaagd. Maar op een cursus Spaans maakte ik kennis met een jonge man die Tiago heette. We werden vrienden en gingen vaak samen naar huis. Op zekere dag kwamen we voorbij een recent opgeleverd mormoons kerkgebouw.

‘Ik ben al een paar jaar lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’, zei ik. Ik vertelde hem over ons geloof en dat het evangelie ons gezin en mijzelf erg tot zegen is. Ik nodigde hem uit op de diensten van de volgende zondag om 9.00 uur.

Het was zondag en ik stond gespannen te wachten, maar hij kwam niet opdagen. In de week erna nodigde ik hem opnieuw uit. Dat herhaalde zich zo’n twee à drie maanden. Hij had altijd een excuus waardoor hij niet gekomen was: ‘Ik had me verslapen’, ‘Ik was te moe’, ‘Er is iets tussen gekomen’. Maar ik bleef het hem vragen en hij leek dat niet erg te vinden.

Op zekere zondag zat ik achterin de kapel in een van de banken. Een paar minuten vóór aanvang van de dienst hoorde ik iemand zachtjes mijn naam zeggen. Ik keek naar de deur en daar stond Tiago!

‘Ik zei toch dat ik op een dag zou komen?’ zei hij. Hij woonde de avondmaalsdienst bij en bleef tot mijn verbazing ook voor de lessen. Hij vond het ook niet erg dat ik hem aan de zendelingen voorstelde. Hij begon regelmatig met hen af te spreken. Tiago en ik bleven onder het van school naar huis gaan praten, maar nu hadden we het over de waarheden die de zendelingen hem vertelden. Ik beantwoordde zijn vragen en gaf mijn getuigenis. Uiteindelijk kreeg hij zelf een getuigenis en werd hij lid van de kerk.

Ik ben momenteel voltijdzendeling in het zendingsgebied Santa Maria (Brazilië). Vóór ik op zending vertrok, diende Tiago ook zijn zendingsaanvraag in, en hij is nu in het zendingsgebied Manaus (Brazilië) werkzaam.

Ik kreeg onlangs een brief van hem. Hij schreef: ‘Bedankt dat je me bleef uitnodigen om naar de kerk te komen. Ik ben je eeuwig dankbaar.’ Het maakt me gelukkig dat ik elke dag het evangelie kan uitdragen, maar ook dat Tiago hetzelfde doet.