2016
Wat was het belangrijkste voor mij?
Juni 2016


Wat was het belangrijkste voor mij?

Eleonora Sonnellini, Triëst (Italië)

woman rushing to church

Illustratie Stan Fellows

Halverwege mijn derde studiejaar besefte ik dat het geld dat ik voor huur en vaste lasten had gespaard niet toereikend zou zijn om de zomer door te komen. Het was de tijd van het jaar waarin ik kon werken om geld voor het volgende semester te verdienen. Ik vond een parttimebaantje als winkelbediende.

Het ging goed totdat mijn schema veranderde en ik op zondag moest werken. Ik had tijdens mijn sollicitatiegesprek niets over werk op zondag gezegd, omdat de winkel op dat moment nog ’s zondags gesloten was. Niettemin was het baantje van belang voor me en ik vond het werk leuk. Ik werkte daar samen met een vriendin en we konden het werk zo verdelen dat we ieder twee zondagen per maand vrij hadden en op de andere twee werkten. Zo kon ik soms naar de kerkdiensten gaan en mijn roeping vervullen.

Ik merkte echter al gauw dat ik dit ritme niet volhield. Ik had eigenlijk het gevoel dat ik mijn zondagse taken niet kon vervullen zelfs al werkte ik niet elke zondag. Ik begon me af te vragen hoe ik hier verandering in kon brengen. Nadat ik de Heer had gevraagd om het hart van mijn chef te verzachten, las ik 1 Nephi 7. Ik herinnerde me van vers negentien dat het hart van Nephi’s broers was verzacht nadat hij had gebeden. Uiteindelijk kon ik met mijn werkgevers over niet werken op zondag spreken.

Ik vertelde mijn superieuren dat ik lid was van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en ze vroegen me wat heiligen der laatste dagen geloven. Toen ik hun vroeg of ik op zondagen vrij kon krijgen, zeiden ze ‘nee.’ Ze wezen erop dat ik tijdens mijn eerste gesprek had gezegd dat ik de hele week beschikbaar was en niets had gezegd over godsdienstige waarden.

Er gingen maanden voorbij zonder dat er iets veranderde, totdat ik me op een zondag van de kerk naar mijn werk haastte. Ik vroeg me af: wat is het belangrijkste voor jou? Het antwoord kwam onmiddellijk en duidelijk: de kerk, het evangelie, dienen in mijn roeping, deelname met heel mijn hart aan de kerkdiensten en discipelschap in woord en daad.

Ik besloot dat ik nog eens vrij op zondag zou vragen, maar dit keer met een ontslagbrief in mijn hand, voor het geval ze het me weer zouden weigeren.

Ik had gebeden, gevast en bemoedigende sms’jes van vrienden gekregen.

Tijdens het gesprek was ik rustig, ondanks dat mijn hart bonsde, want ik wist dat ik het goede koos. Dit keer zei mijn chef ‘ja.’ Mijn gebed was verhoord. Thuis verscheurde ik mijn ontslagbrief meteen.

Ik ontving veel zegeningen door deze ervaring, maar de meest directe en concrete zegening was dat ik mijn baan kon houden en de sabbatdag kon heiligen. Daarvoor ben ik de Heer bijzonder dankbaar.